Wat moet je geloven om gered te worden?
Wat is het evangelie?
Jezus heeft door Zijn verzoening aan het kruis de prijs betaald voor onze redding en wedergeboorte. Iedereen die in Jezus gelooft, wordt gered. In deze paragraaf bekijken we wat Jezus heeft gedaan om ons te verzoenen met God de Vader. Het is noodzakelijk om het evangelie te geloven om gered en wedergeboren te worden.
Het Nieuwe Testament vertelt ons over Jezus. Het begint met de vier evangeliën, waarin het leven en de prediking van Jezus worden beschreven, en eindigt met de brieven van de apostelen.
Jezus kwam als mens naar de aarde
Voordat Jezus naar de aarde kwam, maakte Hij deel uit van de Drie-eenheid. God de Vader besloot om de relatie met de mens te herstellen, en dat kostte Hem een hoge prijs. Jezus besloot naar de aarde te gaan om als mens te leven.
Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. (Filippenzen 2:5-7, NBV)
Jezus kwam naar de aarde, en hoe dat gebeurde lezen we in het evangelie van Lukas. Daar kreeg de maagd Maria een bijzondere boodschap van een engel:
En de engel zei tegen haar: Wees niet bevreesd, Maria, want u hebt genade gevonden bij God. En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de Naam Jezus geven. Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven, en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen. (Lukas 1:30-33)
Jezus kwam voort uit de baarmoeder van een vrouw. De Heilige Geest zorgde voor de bevruchting van Maria, en vervolgens maakte Jezus het leven door zoals ieder ander mens. Hij groeide op in de baarmoeder, werd geboren, en doorliep alle levensfasen: als baby, peuter, kleuter, tiener en jongvolwassene, totdat Hij een volwassen man werd met een beroep.
Jezus was zonder zonde en verkondigde het evangelie
Jezus weet precies hoe het menselijk leven eruitziet en welke verleidingen, zorgen en moeilijkheden een mens kan meemaken. Maar Jezus deed iets wat geen enkele andere mens ooit kon: Hij zondigde niet. Hij werd verzocht, net zoals wij, maar gaf daar geen gehoor aan. Zijn hele leven was Hij volmaakt gehoorzaam aan God de Vader.
Rond Zijn dertigste begon Jezus met het verkondigen van het Koninkrijk van God. Hij riep de mensen op om zich te bekeren, en zei dat het Koninkrijk van de hemel nabij was gekomen. Tijdens Zijn bediening gebeurden er talloze wonderen: mensen werden genezen, bevrijd van demonen, en er vonden bijzondere tekenen plaats.
Daar bleef het niet bij. Jezus is niet alleen een goed mens of profeet, Hij is de Zoon van God. Hij kwam naar de aarde met een doel: om te verkondigen dat alleen door Hem mensen verzoend kunnen worden met God de Vader. In één van Zijn bekendste uitspraken zei Jezus:
Ik ben de weg, de waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. (Johannes 14:6)
Aangezien de hele mensheid van nature slecht is, kan niemand uit eigen kracht tot God komen of het eeuwige leven verdienen. Daarom is Jezus onze enige weg tot verzoening met God. Hij heeft de weg naar de Vader vrijgemaakt, en er is één weg daarnaartoe: Jezus Christus.
Jezus’ kruisiging en opstanding
De prijs voor die weg was zowel voor God de Vader als voor Jezus ontzettend hoog. De verzoening kon alleen tot stand komen als Jezus een aards leven zou leiden zonder te zondigen, en vervolgens zou sterven aan het kruis. Het kruis was een van de gruwelijkste martelwerktuigen uit het Romeinse Rijk, gebruikt voor de zwaarste misdadigers. Jezus wist ruim van tevoren wat Hem te wachten stond. Na het vieren van Pesach met Zijn discipelen ging Hij naar de hof van Gethsémané om te bidden tot God. Tijdens dat gebed werd de innerlijke strijd van Jezus zichtbaar. Hij ervoer diepe angst en vroeg of ‘de beker’ aan Hem voorbij mocht gaan. Lukas beschreef hoe heftig deze strijd was: Jezus zweette bloed van angst en verkeerde in doodsangst. Toch bad Hij uiteindelijk:
Vader, als U wilt, neem deze drinkbeker van Mij weg; maar laat niet Mijn wil, maar de Uwe geschieden. (Lukas 22:42)
Vervolgens werd Jezus gearresteerd, en Zijn volgelingen vluchtten van Hem weg. In Zijn moeilijkste uren was Hij helemaal alleen. Hij werd naar de Romeinse stadhouder Pilatus gebracht, waar Hij vals werd beschuldigd. Hoewel Jezus niets verkeerd had gedaan, werd Hij veroordeeld tot geseling en de dood aan het kruis.
Na de geseling moest Jezus Zijn eigen kruis dragen naar een heuvel buiten Jeruzalem: Golgotha. Op Zijn rug, die openlag van de zweepslagen, werd de dwarsbalk van het kruis gelegd. Met bloedende wonden en diepe striemen liep Hij naar Golgotha. Hij was zó verzwakt dat Hij het kruis niet meer uit eigen kracht kon dragen. Daarom werd Simon van Cyrene gedwongen om het kruis over te nemen en Jezus te volgen.
Volledig uitgeput en lichamelijk kapot werd Jezus aan het kruis genageld. Daarna werd het kruis opgericht. Jezus, de Zoon van God, hing daar buiten de stad.
Omdat Zijn armen gespreid waren en Zijn voeten nauwelijks steun hadden, hing Jezus voorovergebogen, waardoor Hij geen adem kon halen. Elke ademhaling vergde een enorme inspanning: Hij moest zich met ondraaglijke pijn omhoogduwen langs het hout, wat zijn spieren en gewrichten verscheurde. Uiteindelijk gaf Hij de geest. En te bedenken dat Jezus op elk moment twaalf legioenen engelen kon oproepen om Hem te redden van het kruis. Maar Hij deed het niet. Uit liefde voor ons bleef Hij hangen, zodat Hij de relatie tussen God en mens kon herstellen.
De verlossing van de mens was voor God niet goedkoop. Hij gaf Zijn enige Zoon om de macht van de zonde te breken en onze plaats in te nemen. Jezus droeg onze zonde, zodat niemand verloren hoeft te gaan. Iedereen mag terugkeren naar God, door te geloven in Jezus. Herstel is voor iedereen mogelijk.
Na Zijn dood werd Jezus in een graf gelegd. Een grote steen werd voor de ingang gerold, het graf werd verzegeld en er werden soldaten geplaatst om het te bewaken, zodat niemand het lichaam kon stelen. Jezus leefde Zijn leven van de kribbe tot het graf. Hij had alles meegemaakt wat een mens kan meemaken, maar zondigde nooit. En omdat Jezus zonder zonde was, had de dood geen macht over Hem.
Het loon van de zonde is de dood. (…) (Romeinen 6:23)
De dood kon Jezus niet vasthouden. Door de kracht van Gods Geest stond Jezus op uit de dood! Na Zijn opstanding liet Hij Zich zien aan verschillende mensen, onder wie Maria en de discipelen, en zij zagen met eigen ogen dat Hij leefde.
Daarna voer Jezus op naar de hemel, opgenomen in de wolken, en nam Hij plaats aan de rechterhand van God de Vader, waar Hij tot op de dag van vandaag is. Door de liefde van Jezus is de weg naar God de Vader volledig vrijgemaakt. Dankzij Hem kan de mens hersteld worden van alles wat door de zondeval verloren is gegaan. De volgende Bijbelteksten laten zien dat Jezus en God dit uit pure liefde voor ons hebben gedaan:
God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. (Romeinen 5:8)
Dit is Mijn (Jezus’) gebod: dat u elkaar liefhebt, zoals Ik u liefgehad heb. Niemand heeft een grotere liefde dan deze, namelijk dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden. U bent Mijn vrienden, als u doet wat Ik u gebied. (Johannes 15:12-14)
Zie, hoe groot is de liefde die de Vader ons gegeven heeft: dat wij kinderen van God worden genoemd. (1 Johannes 3:1)
Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. (Johannes 3:16)
Wat is geloven?
Om gered te worden, moeten wij het evangelie van Jezus geloven. Wat is geloven? Geloven is één van de belangrijkste woorden in de Bijbel. Tijdens mijn voorbereiding voor dit hoofdstuk heb ik veel Bijbelteksten genoteerd die laten zien dat geloven cruciaal is om gered en gerechtvaardigd te worden. Als ik alles opsom, kom ik al op tientallen teksten vanuit het Nieuwe Testament. Geloven is geen vrijblijvende keuze. Wie niet gelooft, zal niet wedergeboren worden en mist het eeuwige leven met God.
Wat is geloven dan precies? Gelukkig geeft de Bijbel zelf een definitie:
Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet. (Hebreeën 11:1)
Geloven is nu
In de eerste plaats is geloven iets wat je nu doet. Sommige mensen zeggen: “Ik wacht nog met kiezen voor Jezus. Ik ben nog jong; kiezen kan later ook nog.” Maar dat is geen geloof. Geloven is nu. Als je denkt: Ik kies later voor Jezus, dan heb je nu nog geen keuze gemaakt. Als je onverwachts zou sterven, dan heb je het eeuwige leven gemist, ben je niet gerechtvaardigd en zijn je zonden niet vergeven. Wanneer we spreken over geloven, spreken we over het heden. We mogen niet koppig zijn; we moeten nu geloven.
Heden, als u Zijn stem hoort, verhard dan uw hart niet. (Hebreeën 3:15)
Kan ik dan zomaar beginnen met geloven? Moet ik niet eerst wachten op God? Is het echt Zijn timing dat ik vandaag tot geloof kom en niet pas volgend jaar?
Want Hij zegt: In de tijd van het welbehagen heb Ik U verhoord, en op de dag van het heil heb Ik U geholpen. Zie, nu is het de tijd van het welbehagen, zie, nu is het de dag van het heil! (2 Korinthe 6:2)
Nee, als je nog niet tot geloof bent gekomen in Jezus Christus, dan is nu het moment van Gods goedheid en trouw. Nu is het moment waarop God jou wil redden en zalig maken. Het is niet de bedoeling dat je het besluit uitstelt tot in de toekomst; het is de bedoeling dat je nu gelooft.
Geloven is een vaste grond
In de tweede plaats is het geloof “een vaste grond”. Geloven is een zekerheid en dit wordt ook wel geloofszekerheid genoemd. Toch worstelen veel lieve broeders en zusters hiermee. Ze zeggen: “Ik geloof wel, maar het is toch afwachten wat God tijdens het oordeel zal beslissen.” Nee, dat is niet wat de Bijbel ons leert. Wij mogen nu al geloven dat God ons rechtvaardig heeft gemaakt. De Bijbel belooft ons dat, wanneer wij geloven, God ons gered heeft en ons eeuwig leven heeft gegeven. Dit is ontzettend belangrijk om te weten. De Bijbel noemt dit niet slechts één keer, maar benadrukt dit keer op keer. Als je in Jezus Christus gelooft, hoef je nooit te twijfelen aan je redding. God heeft het beloofd en Hij liegt niet.
Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, maar wie niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden. (Markus 16:16)
Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; (Johannes 1:12)
opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Want God heeft Zijn Zoon niet in de wereld gezonden opdat Hij de wereld zou veroordelen, maar opdat de wereld door Hem behouden zou worden. Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God. (Johannes 3:15-18)
Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem. (Johannes 3:36)
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie Mijn woord hoort en Hem gelooft Die Mij gezonden heeft, die heeft eeuwig leven en komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven. (Johannes 5:24)
En dit is de wil van Hem Die Mij gezonden heeft, dat ieder die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven heeft, en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. (Johannes 6:40)
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, heeft eeuwig leven. (Johannes 6:47)
Maar deze zijn beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam. (Johannes 20:31)
Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden. (Romeinen 10:9)
Wanneer je gelooft in Jezus Christus, mag je zeker weten dat je gered bent. Je hoeft niet te twijfelen. Als God iets belooft in Zijn Woord, dan komt Hij die belofte na. Het is onmogelijk dat God liegt. God wil niet dat wij voor altijd twijfelen over onze redding, God wil dat wij geloofszekerheid hebben. Bovendien wil God niets liever dan dat zoveel mogelijk mensen tot geloof komen. Het is niet Gods verlangen om mensen naar de hel te sturen. Integendeel: God wil iedereen redden en verlangt ernaar dat iedereen in Jezus gelooft.
Wanneer wij geloven en met zekerheid zeggen: “Dankzij Jezus, Zijn genade en het geloof, heb ik het eeuwige leven ontvangen,” dan is God niet boos. Hij zegt dan niet: “Wacht even, Ik ben soeverein. Misschien wil Ik jou helemaal niet in de hemel hebben.” Nee, wanneer wij tot geloof komen zijn wij gered, en zijn God en de hemel verheugd over onze beslissing.
Zo zeg Ik u, is er blijdschap vóór de engelen van God over één zondaar die zich bekeert. (Lukas 15:10)
Het is dus belangrijk dat wij nu geloven, en dat wij zeker weten dat God ons gered en zalig gemaakt heeft. Wij hoeven niet te twijfelen; wij mogen dit met volle overtuiging geloven.
Geloven is een vaste grond van onze hoop
In de derde plaats is geloven “een vaste grond van de dingen die men hoopt”. Hopen en geloven zijn twee verschillende begrippen. We zagen al dat geloven een zekerheid is. Hopen gaat vooraf aan geloven. Wanneer je het evangelie hebt gehoord en je hoort dat Jezus zonden vergeeft en dat Hij de weg heeft bereid zodat de mens eeuwig gered kan worden, dan kun je denken: “Ik hoop dat dit ook voor mij is.” Je hoort het goede nieuws, maar je twijfelt of dit ook op jou van toepassing is, of dat Gods evangelie ook werkelijk voor jou geldt. Je hoopt dat Jezus ook voor jouw zonden aan het kruis is gegaan en is opgestaan uit de dood. Maar op het moment dat je hoort: “Jezus is ook voor jou gestorven en ook voor jou opgestaan. En als je in Jezus gelooft, word je gered,” dan verandert die hoop in geloof. Eerst hoopte je dat God jou zou aannemen, maar nu weet je dat God jou heeft aangenomen, omdat je in Jezus gelooft. Je bent gaan geloven in de hoop die je eerst had.
Veel mensen blijven hangen in hoop, maar komen nooit tot geloof. Wanneer je hen vraagt: “Ga jij naar de hemel?” zeggen ze: “Ik hoop van wel.” Maar hopen brengt je niet in de hemel. Hopen vergeeft je zonden niet, en hopen zorgt er niet voor dat je wedergeboren wordt. Hoop is slechts een opstap naar geloof.
Wanneer iemand zegt: “Ik hoop dat ik na mijn sterven bij God in de hemel mag komen,” dan erkent die persoon dat er een hemel is en dat God bestaat. Die persoon is al verder dan iemand die denkt dat er na de dood niets meer is. Maar hopen alleen is niet genoeg. Die persoon komt niet in de hemel alleen omdat hij weet dat er een hemel is of dat God bestaat. Geloven in het bestaan van God is een begin, maar het zorgt er nog niet voor dat je eeuwig gered bent.
De duivel en de demonen geloven ook dat God bestaat. Zij weten het zeker. In het begin van het boek Job lezen we zelfs dat de duivel gesprekken had met God over het leven van Job. De duivel sprak met God en had Hem vaak gezien. Hij weet dus dat God bestaat, maar dat betekent niet dat hij gered is of dat hij de eeuwigheid met God zal doorbrengen.
U gelooft dat God één is; daar doet u goed aan. Maar ook de demonen geloven dit, en zij sidderen. (Jakobus 2:19)
Wanneer mensen zeggen: “Ik hoop dat ik in de hemel kom,” dan is dat niet voldoende. Ze moeten niet alleen hopen, maar geloven in die hoop. Waar mensen precies in moeten geloven om gered te worden, zullen we in de volgende paragraaf bestuderen.
Geloven is een bewijs
In de vierde plaats is geloven “een bewijs van de zaken die men niet ziet”. Wanneer je in Jezus gelooft, ontvang je geen zichtbaar of tastbaar bewijs waarmee je met eigen ogen kunt zien dat je naar de hemel gaat. Er valt geen ticket uit de hemel, je uiterlijk verandert niet, en er vinden geen natuurlijke gebeurtenissen plaats die bewijzen dat je gered bent. Wat is dan onze zekerheid dat wij naar de hemel gaan? Ons geloof is het bewijs. Ik weet zeker dat ik naar de hemel ga, omdat ik geloof in Jezus Christus. Ook Paulus benadrukte dat wij niet leven op basis van wat wij zien, maar op basis van geloof.
Wij hebben dus altijd goede moed en weten dat wij, zolang wij in het lichaam inwonen, uitwonend zijn van de Heere, want wij wandelen door geloof, niet door aanschouwen. (2 Korinthe 5:6-7)
Wanneer wij tot geloof zijn gekomen, mogen we weten dat ons echte thuis in de hemel is en dat de aarde niet ons thuis is. We zijn vreemdelingen op aarde. Op dit moment is dat niet zichtbaar. Je kunt niet zeggen: “Dit weekend ga ik even in mijn hemelse woning verblijven, en maandag kom ik weer terug op aarde.” Nee, we hebben geen zichtbare bewijzen dat we gered zijn of dat er een plaats voor ons wordt voorbereid in de hemel.
Maar we hebben wel ons geloof als bewijs. Door geloof weten wij dat God een plaats voor ons gereedmaakt, en dat wij werkelijk gered zijn. Ons geloof is het bewijs van wat we nog niet met onze ogen kunnen zien. Toch weten we zeker dat het waar is, omdat God het heeft beloofd.
Laten we dit vergelijken met een aards voorbeeld. Stel dat je naar de snackbar gaat en je bestelling doorgeeft aan de medewerker. Je zegt dat je één portie patat en een hamburger wilt. De medewerker voert dit in de computer in, je betaalt, en in ruil daarvoor krijg je een bonnetje. Maar op dat moment ontvang je nog niet direct je patat en hamburger. De medewerker moet dit eerst klaarmaken, en pas daarna kun je met het bonnetje je bestelling ophalen.
Als we dit vergelijken met ons eeuwige, hemelse leven, dan is geloof als dat bonnetje. Wanneer je tot geloof komt, ga je niet direct naar de hemel. Afhankelijk van je leeftijd en wanneer Jezus terugkomt, kan het nog tientallen jaren duren voordat dat moment aanbreekt. Toch weet je zeker dat je later in de hemel zult komen. Waarom? Omdat je geloof als bewijs dient, net als het bonnetje. Je geloof in God is het bewijs en zekerheid dat er een plaats voor jou gereedgemaakt is.
(…) Hoewel u Hem nu niet ziet, maar gelooft, verheugt u zich met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde, en verkrijgt u het einddoel van uw geloof, namelijk de zaligheid van uw zielen. (1 Petrus 1:8-9)
Wanneer wij blijven volharden in het geloof, zal het bonnetje uiteindelijk ‘ingewisseld’ worden voor onze hemelse woning bij God. Nu al mogen wij ons verheugen over deze heerlijke toekomst.
Geloven is een besluit dat je nu neemt (of al hebt genomen), het is de zekerheid dat je ontvangt wat God heeft beloofd en waar je op hoopt, en het is het bewijs dat je daadwerkelijk bent gered.
Geloven is vertrouwen
Als laatste is geloven ook: vertrouwen. Je vertrouwt op God. Je vertrouwt erop dat het werk van Jezus Christus genoeg was om jou te redden van de eeuwige dood. Je vertrouwt je hele leven aan Hem toe. Vaak hoor je iemand die tot geloof is gekomen zeggen: “Ik heb mijn leven aan Jezus gegeven.” Dat is prachtig. Maar als jij jouw leven aan Jezus hebt gegeven, betekent dat ook dat je niet langer van jezelf bent. Je behoort nu aan Jezus toe.
Wanneer je in geloof zegt: “Ik heb mijn leven aan Jezus gegeven,” dan geef je daarmee aan dat je jouw volledige vertrouwen in Hem hebt gesteld. Je vertrouwt erop dat Jezus jouw leven beter leidt dan jij zelf ooit zou kunnen. Betekent dit dat je voortaan als een robot achter Jezus aanloopt? Nee, je mag nog steeds zelf beslissingen nemen. Soms zullen die beslissingen zelfs tegen Gods Woord ingaan. Jezus zal je niet tegenhouden wanneer je iets verkeerds wilt doen. Hij is geen dictator die jouw wil onderdrukt.
Maar als je Jezus echt vertrouwt, dan luister je naar Zijn stem en Zijn geboden. Je weet namelijk dat Hij beter weet wat goed voor je is dan jijzelf. Je vertrouwt Hem, zelfs wanneer je de uitkomst nog niet ziet.
Stel, je wilt trouwen. Je hebt een leuke partner gevonden om mee te trouwen, maar steeds ervaar je onrust in je geest. Jezus laat je keer op keer merken dat dit niet de partner is met wie je jouw leven moet delen. Je kunt dat gevoel negeren en toch trouwen. Vervolgens ontdek je dat deze persoon toch niet bij je past. Je kunt ook luisteren naar Jezus en besluiten om niet te trouwen. En een jaar later ontmoet je de partner die echt bij je past. De keuze ligt bij jou. Vertrouw je op Jezus en Zijn leiding, ook al doet dat nu pijn en zie je nog geen andere uitweg? Of kies je voor je eigen wil?
Elke dag geloven en vertrouwen
Zie je dat geloven geen eenmalig besluit is? Elke dag moeten wij geloven in Jezus, en elke dag mogen wij op Hem vertrouwen. Geloven en vertrouwen op Jezus mogen onze levensstijl worden.
Want de gerechtigheid van God wordt daarin geopenbaard uit geloof tot geloof, zoals geschreven is: Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven. (Romeinen 1:17)
Uit het geloof zullen wij leven. Dit begint op dag één, wanneer wij zeggen: “Jezus, ik geloof in U. Ik vertrouw erop dat U voor mij bent gestorven en bent opgestaan. Ik geloof dat U al mijn zonden hebt vergeven en dat ik een kind van U ben geworden.”
Wanneer we beseffen dat geloven in God ook inhoudt dat we Hem vertrouwen, dan is het logisch dat God dit van ons vraagt. God wil namelijk een relatie met ons aangaan. En zoals een aardse relatie gebaseerd is op vertrouwen, zo werkt het ook met God.
Stel dat je met iemand hebt afgesproken om samen te gaan eten in een restaurant. Je vertrouwt erop dat diegene komt opdagen. Maar als hij meerdere keren niet komt opdagen en jij telkens alleen zit, dan verdwijnt het vertrouwen. De volgende keer dat hij je uitnodigt, wijs je het af. Je vertrouwt hem niet meer, hij is zijn geloofwaardigheid verloren.
Wij mogen op God vertrouwen, en God verlangt ernaar dat wij Hem in alles volledig vertrouwen.
Vertrouw op de HEERE met heel je hart. (…) (Spreuken 3:5)
Geloven is een enorm belangrijk Bijbels begrip. Zonder geloof en vertrouwen is het onmogelijk om gered te worden. Geloven is geen eenmalig moment uit het verleden; geloven hoort onze levensstijl te zijn. In geloof en vertrouwen mogen wij dagelijks een relatie met God aangaan.
Wat moet je geloven?
Nu we hebben gezien wat geloven is, is het belangrijk om te weten wat je moet geloven. Zoals we al opmerkten, zijn er verschillende religies en geloofsovertuigingen en iedereen gelooft iets. De vraag is: wat moet je geloven om gered te worden?
Jezus Christus
In de eerste plaats moet je geloven in de Heere Jezus Christus.
Jezus antwoordde en zei tegen hen: Dit is het werk van God: dat u gelooft in Hem Die Hij gezonden heeft. (Johannes 6:29)
En Jezus zei tegen hen: Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben. (Johannes 6:35)
Jezus zei tegen haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven, en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. Gelooft u dat? (Johannes 11:25-26)
Het is belangrijk om in Jezus Christus te geloven. Je moet geloven dat Jezus werkelijk op aarde heeft geleefd. Tijdens Zijn leven op aarde vonden er enkele belangrijke gebeurtenissen plaats die je moet geloven om gered te worden. Hieronder benoemen we die punten, samen met bijbehorende Bijbelteksten.
Jezus is gekomen vanuit God
Ten eerste moet je geloven dat Jezus Christus vanuit God is gekomen en naar de aarde is gezonden. Eén Persoon van de Drie-eenheid verliet Zijn hemelse heerlijkheid en werd mens op aarde. Dit is een fundamenteel onderdeel van het geloof tot redding.
want de Vader Zelf heeft u lief, omdat u Mij hebt liefgehad en hebt geloofd dat Ik van God ben uitgegaan. Ik ben van de Vader uitgegaan en ben in de wereld gekomen; Ik verlaat de wereld weer en ga heen naar de Vader. (Johannes 16:27-28)
Jezus nu riep en zei: Wie in Mij gelooft, gelooft niet in Míj maar in Hem Die Mij gezonden heeft. En wie Mij ziet, ziet Hem Die Mij gezonden heeft. (Johannes 12:44-45)
Want de woorden die U Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze aangenomen, en zij hebben daadwerkelijk erkend dat Ik van U uitgegaan ben, en hebben geloofd dat U Mij gezonden hebt. (Johannes 17:8)
Jezus is gestuurd door God de Vader. Dat laat niet alleen zien waar Jezus vandaan kwam, namelijk vanuit God in de hemel, maar ook waarom Hij kwam. Jezus had een bijzonder doel te vervullen op aarde, en dat doel kwam rechtstreeks van God.
(…) want de werken die de Vader Mij gegeven heeft om die te volbrengen, juist die werken die Ik doe, getuigen van Mij dat de Vader Mij gezonden heeft. En de Vader, Die Mij gezonden heeft, Die heeft Zelf van Mij getuigd. (…) En Zijn woord hebt u niet blijvend in u, omdat u Hem niet gelooft Die Hij gezonden heeft. (Johannes 5:36-38)
Jezus sprak deze woorden tot Joden die weigerden in Hem te geloven. Hij verweet hen dat zij Hem niet erkenden als Degene die uitgegaan was van God de Vader.
Maria ontving Hem door de bevruchting van de Heilige Geest. Dat betekent dat Jezus ook letterlijk “uit God geboren” is. Toen Hij op aarde kwam, was Hij zowel volledig mens als volledig God.
Want in Hem woont heel de volheid van de Godheid lichamelijk. (Kolossenzen 2:9)
Jezus is de Zoon van God
Het tweede wat wij moeten geloven, is dat Jezus de Zoon van God is. Laten we beginnen met het verhaal van Filippus en de kamerheer. Filippus verkondigde het evangelie, en vervolgens vroeg de kamerheer of hij zich mocht laten dopen. Filippus antwoordde als volgt:
(…) Als u met heel uw hart gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zei: Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is. (Handelingen 8:37)
Op basis van dit geloof mocht de kamerheer zich laten dopen. Het is dus van groot belang om te geloven dat Jezus de Zoon van God is.
Johannes beschreef in zijn evangelie verschillende wonderen die Jezus deed. Hij schreef dit met een speciaal doel:
maar deze zijn beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam. (Johannes 20:31)
Ook Johannes de Doper getuigde hiervan:
En ik heb gezien en getuigd dat Híj de Zoon van God is. (Johannes 1:34)
Jezus is de Christus en Messias
Het is niet alleen belangrijk om te geloven dat Jezus de Zoon van God is, maar ook dat Hij de Christus en de Messias is. Dit is het derde wat wij moeten geloven.
Wat betekent het eigenlijk dat Jezus “de Christus” is? Het woord “Christus” betekent “Gezalfde”. Jezus werd door God Zelf aangewezen als Zijn Gezalfde. In het Oude Testament werden koningen, profeten en priesters gezalfd. Jezus werd gezalfd als de ultieme Koning, Profeet en Hogepriester van God. Als de Gezalfde kwam Hij om het evangelie te verkondigen en te demonstreren door Zijn daden.
De Geest van de Heere is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen wie gebroken van hart zijn, om aan gevangenen vrijlating te prediken en aan blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid, om het jaar van het welbehagen van de Heere te prediken. (Lukas 4:18-19)
Een belangrijke taak die Jezus als de Christus moest vervullen, was om ons te bevrijden van de macht van de zonde.
En zij zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. (Mattheüs 1:21)
Wanneer we spreken over de Christus of de Messias, dan bedoelen we dat Jezus de Gezalfde is die door God is gezonden. Jezus is Degene die ons verlost, bevrijdt, en de relatie tussen God en mensen heeft hersteld.
Het is van groot belang om te geloven dat Jezus als de Messias de enige weg is tot God de Vader. Al in het Oude Testament hebben de profeten vaak over Hem geprofeteerd en gezegd dat Hij zou komen om ons te redden van onze zonden.
Van Hem getuigen al de profeten dat ieder die in Hem gelooft, vergeving van zonden ontvangen zal door Zijn Naam. (Handelingen 10:43)
De Bijbel benadrukt keer op keer dat wij in Jezus Christus moeten geloven om gered te worden:
Ieder die gelooft dat Jezus de Christus is, is uit God geboren; en ieder die Hem liefheeft Die geboren deed worden, heeft ook lief wie uit Hem geboren is. (1 Johannes 5:1)
En zij zeiden: Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden, u en uw huisgenoten. (Handelingen 16:31)
(…) Hij zei ook tegen het volk dat zij moesten geloven in Hem Die na hem kwam, dat is in Christus Jezus. (Handelingen 19:4)
Weten dat een mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken van de wet, maar door het geloof in Jezus Christus. En ook wij zijn in Christus Jezus gaan geloven, opdat wij gerechtvaardigd zouden worden uit het geloof van Christus en niet uit werken van de wet. Immers, uit werken van de wet wordt geen vlees gerechtvaardigd. (Galaten 2:16)
Het geloven dat Jezus de, door God gezonden, Christus en Messias is, is cruciaal voor onze redding.
Jezus is gekruisigd en opgestaan uit de dood
Het vierde wat belangrijk is om te geloven, is dat Jezus voor onze zonden is gekruisigd en daarna is opgestaan uit de dood.
We moeten niet alleen geloven dat Jezus gekruisigd werd en stierf, want dat geloofde iedereen in Jeruzalem en de omliggende gebieden in de tijd van Jezus. Toen Jezus stierf, was dat het gesprek van de dag. Dat blijkt duidelijk uit het verhaal van de twee discipelen die na de opstanding van Jezus op weg waren naar Emmaüs. Onderweg spraken ze met elkaar over alles wat er met Jezus was gebeurd. Plotseling verscheen Jezus aan hen, maar zij herkenden Hem niet. Jezus vroeg waar ze over spraken, en deed alsof Hij niet wist wat er gebeurd was. Ze antwoordden:
Bent U als enige een vreemdeling in Jeruzalem dat U niet weet welke dingen daar in deze dagen gebeurd zijn? En Hij zei tegen hen: Welke dan? En zij zeiden tegen Hem: De dingen met betrekking tot Jezus de Nazarener, Die een Profeet was, machtig in werken en woorden voor God en heel het volk; en hoe onze overpriesters en leiders Hem overgeleverd hebben om Hem ter dood te veroordelen, en Hem gekruisigd hebben. (Lukas 24:18-20)
Iedereen wist wie Jezus was en iedereen wist dat Hij gekruisigd was. In die tijd zou niemand het bestaan van Jezus betwijfeld hebben. Zelfs mensen die geen volgelingen van Jezus waren, erkenden dat Hij werkelijk had geleefd. Dit is vergelijkbaar met iemand die vandaag beweert dat een net overleden wereldleider nooit heeft bestaan. Zo’n uitspraak zou niemand serieus nemen. Daarom is geloven in het bestaan van Jezus, en zelfs in Zijn kruisiging, op zichzelf niet genoeg. Je moet ook geloven dat Jezus stierf voor jouw zonden, en dat Hij is opgestaan uit de dood, en zo de macht van de zonde en dood heeft overwonnen. Je moet geloven dat Jezus Christus verlossing heeft gebracht, en dat iedereen die in Hem gelooft gered is.
maar ook ter wille van ons, aan wie het zal worden toegerekend, aan ons namelijk die geloven in Hem Die Jezus, onze Heere, uit de doden opgewekt heeft, Die om onze overtredingen is overgeleverd, en opgewekt om onze rechtvaardiging. (Romeinen 4:24-25)
En als Christus niet is opgewekt, is uw geloof zinloos; u bent dan nog in uw zonden. Dan zijn ook zij die in Christus ontslapen zijn, verloren. Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen. Maar nu, Christus ís opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden van hen die ontslapen zijn. Want omdat de dood er is door een mens, is ook de opstanding van de doden er door een Mens. (1 Korinthe 15:17-21)
Want als wij geloven dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal ook God op dezelfde wijze hen die in Jezus ontslapen zijn, terugbrengen met Hem. (1 Thessalonicenzen 4:14)
Het bloed van Jezus
Ten vijfde mogen wij geloven in het bloed van Jezus. We geloven dat het bloed dat Jezus aan het kruis vergoot, ons verlossing heeft gebracht van onze zonden. Door Zijn bloed zijn wij gereinigd, geheiligd en is de relatie tussen God en ons hersteld.
Hem heeft God openlijk aangewezen als middel tot verzoening, door het geloof in Zijn bloed. Dit was om Zijn rechtvaardigheid te bewijzen vanwege het voorbijgaan aan de zonden die eertijds hadden plaatsgevonden onder de verdraagzaamheid van God. Hij deed dit om Zijn rechtvaardigheid te bewijzen nu in deze tijd, zodat Hijzelf rechtvaardig is én rechtvaardigt degene die uit het geloof in Jezus is. (Romeinen 3:25-26)
In het Oude Testament lezen we over de offers die de Israëlieten moesten brengen. Deze offers hadden als doel vergeving te brengen tussen God en de zondaar. Maar ze waren slechts een voorafschaduwing van het volmaakte offer dat Jezus zou brengen. Zoals het bloed van dieren tijdelijke vergeving bracht voor de Israëlieten, zo brengt het bloed van Jezus Christus een volledige en eeuwige verzoening en vergeving voor allen die geloven. Jezus gaf Zijn eigen bloed om ons te verlossen.
Want het leven van het vlees is in het bloed, en Ik heb dat Zelf voor u op het altaar gegeven om voor uw leven verzoening te doen. Want het is het bloed dat door middel van het leven verzoening bewerkt. (Leviticus 17:11)
In de wetenschap dat u niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, vrijgekocht bent van uw zinloze levenswandel, die u door de vaderen overgeleverd is, maar met het kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam. (1 Petrus 1:18-19)
God echter bevestigt Zijn liefde voor ons daarin dat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren. Veel meer dan zullen wij, nu wij gerechtvaardigd zijn door Zijn bloed, door Hem behouden worden van de toorn. (Romeinen 5:8-9)
In Hem hebben wij de verlossing, door Zijn bloed, namelijk de vergeving van de overtredingen, overeenkomstig de rijkdom van Zijn genade. (Efeze 1:7)
Het bloed dat gevloeid heeft, betaalde de prijs voor onze rechtvaardigheid.
Zoals je hebt gezien, is het cruciaal om in Jezus Christus te geloven. Er is één weg tot God de Vader en tot de hemel. Er is één weg om gered te worden, en er is één naam die ons zalig maakt.
Jezus zei tegen hem: Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij. (Johannes 14:6)
Wanneer je in Jezus Christus gelooft, gelooft dat Hij door God naar deze aarde is gezonden, dat Hij de enige Weg en de Messias is en dat Hij jouw zonden gedragen heeft aan het kruis en is opgestaan uit de dood, dan zul je gered worden.
Gered door genade
Tot slot hoort ons geloof altijd gericht te zijn op Jezus. We worden niet gered door onze eigen goede werken of inspanningen. We worden gered door geloof in Jezus Christus en door genade, niet door verdienste.
Weten dat een mens niet gerechtvaardigd wordt uit werken van de wet, maar door het geloof in Jezus Christus. En ook wij zijn in Christus Jezus gaan geloven, opdat wij gerechtvaardigd zouden worden uit het geloof van Christus en niet uit werken van de wet. Immers, uit werken van de wet wordt geen vlees gerechtvaardigd. (Galaten 2:16)
Je kunt jouw plek in de hemel niet verdienen. Je kunt ook de wedergeboorte niet ontvangen door goede daden te doen of te stoppen met bepaalde zonden. Alleen door het geloof in Jezus worden wij gered. Iedereen heeft gezondigd, en zonder God gaat iedereen verloren. Maar doordat Jezus naar de aarde is gekomen, is er één weg tot verzoening met God de Vader: door te geloven in Jezus Christus.
De belijdenis van het geloof
Het is enorm belangrijk om niet alleen in je hart te geloven, maar dit ook met je mond te belijden. Je moet hoorbaar maken dat je bij Jezus Christus hoort en in Hem gelooft.
Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden. Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid. (Romeinen 10:9-10)
Wanneer je een keuze maakt, moet je dit altijd kenbaar maken. Stel dat je besluit een opleiding te volgen: dan moet je een formulier invullen en ondertekenen. Pas dan wordt jouw keuze officieel. Wanneer je in je hart besluit rechten te gaan studeren, maar je meldt je nergens aan, dan word je op de eerste schooldag gewoon naar huis gestuurd. Niemand weet namelijk dat jij die opleiding wilt volgen, er is geen rekening met je gehouden. Je kunt zo’n keuze niet in stilte maken zonder dat ooit naar buiten te brengen.
Hetzelfde geldt voor de keuze om Jezus te volgen. Dit is niet iets wat alleen in je hart plaatsvindt. Je hoort dit uit te spreken en kenbaar te maken.
Maar, zeg je misschien, “God kijkt toch naar mijn hart?” Dat klopt. God ziet het geloof in jouw hart. Maar Hij roept je ook op om je geloof te belijden tegenover anderen. Wanneer je ervoor kiest om je geloof niet te belijden, zal Jezus jouw naam ook niet belijden voor de Vader.
Ieder dan die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. Maar wie Mij verloochenen zal voor de mensen, die zal Ik ook verloochenen voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. (Mattheüs 10:32-33)
Jouw geloof belijden is dus erg belangrijk. Je kunt je geloof niet verborgen houden. Wanneer mensen je vragen of je bij Jezus hoort, kun je niet antwoorden met: “nee.” Je hoort Jezus te belijden en je hoort je niet te schamen voor de keuze die je hebt gemaakt.
Daarnaast kun je pas echt oprecht geloven wanneer je het ook uitspreekt. Stel dat ik in mijn hart denk dat ik goed Spaans spreek. Niemand weet dit, en niemand zal mij daarin testen. Ik kom niet in situaties terecht waarin ik verplicht Spaans moet spreken, want iedereen gaat ervan uit dat ik het niet kan. Maar zodra ik met mijn mond zeg: “Ik kan vloeiend Spaans spreken,” dan heeft dat gevolgen. Mijn werkgever zal bijvoorbeeld naar mij toekomen als hij een Spaanse klant heeft. Als ik daadwerkelijk goed Spaans spreek, is dat geen enkel probleem. Ik help de klant graag. Maar als ik in werkelijkheid geen woord Spaans spreek, dan heb ik een groot probleem.
Wanneer je iets uitspreekt met je mond, weet je dat het meer gevolgen heeft dan wanneer je het alleen in je hart of verstand houdt. Jezus wil niet dat wij verborgen christenen zijn. Hij wil dat wij publiekelijk uitkomen voor ons geloof.
Als je alleen in je hart gelooft, kost het je niets. Je wekt geen aanstoot en mensen zullen je er niet op aanspreken. Maar als je zegt: “Ik geloof in Jezus Christus,” dan heeft dat gevolgen. Mensen gaan vragen stellen, of maken je misschien belachelijk. Maar jij hebt besloten dat Jezus jou meer waard is dan de meningen van de mensen om je heen. Daarom is het belangrijk om Jezus als Heer te belijden.
Jezus wil geen verborgen relatie met jou. Hij wil niet dat je alleen in het geheim met Hem optrekt, omdat je bang bent voor de reacties van je vrienden of familie. Stel dat je aan het daten bent met iemand, en je wilt niet dat zij jouw familie of vrienden ontmoet omdat je je voor haar schaamt. Hoe zou dat voor haar voelen? Waarschijnlijk zou ze niet eens met je willen trouwen. Ze wil juist dat je trots op haar bent, dat ze een belangrijke rol mag spelen in jouw leven en in het leven van de mensen om je heen. Ze wil niet weggestopt worden. Zo wil Jezus ook niet weggestopt worden. Hij verlangt ernaar dat jij Hem openlijk erkent.
Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waard; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waard. (Mattheüs 10:37)
Het is belangrijk om aan iedereen kenbaar te maken dat Jezus de belangrijkste Persoon in jouw leven is. Dit doe je door te belijden dat Jezus jouw Heer, Koning en Verlosser is.
Zonder geloof word je niet gered
Geloven is belangrijk, en zonder geloof is het onmogelijk om gered te worden. De Bijbel zegt niet: “Zonder geloof is het moeilijk om gered te worden.” Nee, de Bijbel zegt dat het onmogelijk is. Als wij niet geloven, zijn wij niet gered.
Ik heb u dan gezegd dat u in uw zonden zult sterven, want als u niet gelooft dat Ik het ben, zult u in uw zonden sterven. (Johannes 8:24)
Er is geen tussenweg mogelijk, de Bijbel is hierin heel duidelijk. Wie gelooft, is gered. Wie niet gelooft, is niet gered. Dat zien we ook terug in de volgende Bijbelteksten:
Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar wie niet gelooft, is al veroordeeld, omdat hij niet geloofd heeft in de Naam van de eniggeboren Zoon van God. (Johannes 3:18)
Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet. (1 Johannes 5:12)
Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered, maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld. (Marcus 16:16, NBV21)
Tientallen Bijbelteksten laten zien dat wie gelooft, gered is. Er zijn ook teksten die het tegenovergestelde benadrukken: wie niet gelooft, is niet gered. Dit maakt geloof tot een belangrijke eerste stap in het proces van de wedergeboorte. Geloof gaat vooraf aan de drie volgende stappen. Neem bijvoorbeeld de waterdoop: het heeft geen enkele zin je te laten dopen als je niet gelooft in Jezus Christus. Ook de andere stappen van wedergeboorte ontvangen wij door geloof en zetten wij omdat wij geloven. De reden dat jij je bekeert, je laat dopen en vervuld wordt met de Heilige Geest, is omdat je gelooft in Jezus Christus.
Het evangelie van God is de krachtigste boodschap van het universum. Maar het evangelie kan alleen voor jou werken als jij het gelooft.
Want ik schaam mij niet voor het Evangelie van Christus, want het is een kracht van God tot zaligheid voor ieder die gelooft, eerst voor de Jood, en ook voor de Griek. (Romeinen 1:16)