Ezechiël 36:25-27: God geeft een nieuw hart

Profetie uit Ezechiël

Stel dat je een keuze krijgt: je mag kiezen tussen een computer uit 1980 of de beste computer van dit jaar. Wat zou je kiezen? Natuurlijk de beste computer van dit jaar, want die is veel beter dan een computer uit 1980. Wanneer we technologie kopen, kiezen we steeds voor een nieuwere en betere versie. De nieuwe computer is aanzienlijk sneller, heeft een scherm van hogere kwaliteit en kan veel meer software verwerken dan een oude computer uit 1980.

Laten we voor een moment ons hart vergelijken met een computer. God wil onze oude, slecht functionerende computer uit 1980 inwisselen voor de beste computer van deze tijd. Eerst zag je alles in zwart-wit, moest je vijf tot tien minuten wachten voordat de computer was opgestart, en kon je slechts beperkte software gebruiken, zoals een eenvoudig tekstbestand. Internetten was onmogelijk, en video's bekijken of delen op YouTube al helemaal niet. Maar nu heeft God die oude computer weggenomen en je een gloednieuwe gegeven. Kun je je het verschil voorstellen? Waar je eerst op alles moest wachten, werkt nu alles razendsnel. Waar je vroeger slechts een paar eenvoudige taken kon uitvoeren, kan jouw computer nu de zwaarste software aan. Eerst zag je alles in zwart-wit, maar nu is alles in kleur en haarscherp.

Zo heeft God ook ons oude hart, dat niet goed functioneerde, tijdens de wedergeboorte vervangen door een nieuw hart. Hij heeft ons innerlijk veranderd. En doordat we een nieuw hart hebben gekregen, kunnen we ons beter houden aan Zijn wetten en verbonden. Dit heeft God al in het Oude Testament geprofeteerd.

Ik zal rein water op u sprenkelen en u zult rein worden. Van al uw onreinheden en van al uw stinkgoden zal Ik u reinigen. Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven. Ik zal Mijn Geest in uw binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt. (Ezechiël 36:25-27)

Volgens deze verzen zal God het volgende doen:

  • God sprenkelt rein water op ons, zodat we rein worden.
  • God zal ons een nieuw hart van vlees geven.
  • God zal ons een nieuwe geest in ons binnenste geven.
  • God zal ervoor zorgen dat we in Zijn verordeningen en bepalingen wandelen en ze in acht nemen.

Wanneer ontvangen we deze zegeningen van God? Vanaf het moment dat onze geest tijdens de wedergeboorte tot leven komt. Of zoals in Ezechiël staat: ‘Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven.

Wanneer we deze tekst in Ezechiël lezen, valt het op dat God in de ‘Ik-vorm’ spreekt. Voor de wedergeboorte probeerden we zelf goed te leven, vanuit onze eigen kracht. Veel mensen die niet in Jezus geloven, denken dat ze in de hemel komen als ze goede werken doen en geen ernstige zonden begaan. Vraag je hen of ze naar de hemel gaan, dan geloven ze van wel, omdat ze relatief gezien goed leven en geen zware zonden hebben gedaan. Maar het is onmogelijk om uit eigen kracht goed te leven en ons volledig aan Gods geboden te houden.

Daarom moest God een oplossing bedenken. Hij wist dat het de mens nooit zou lukken om goed te leven, omdat we een hart van steen hebben en een dode geest. Zonder Jezus zijn we gebonden aan de zonde en niet in staat om het goede te doen.

Nu ben ik het echter niet meer die dit teweegbrengt, maar de zonde die in mij woont. Want ik weet dat in mij, dat is in mijn vlees, niets goeds woont. Immers, het willen is er bij mij wel, maar het goede teweegbrengen, dat vind ik niet. Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik. Als ik nu dat doe wat ik niet wil, breng ík dat niet meer teweeg, maar de zonde die in mij woont. (Romeinen 7:17-20)

Paulus sprak hier over zijn vlees, wat symbool staat voor zijn zondige, aardse natuur. In zijn vlees was niets goeds; sterker nog, zijn vlees verlangde naar zonde. De zonde hield Paulus in haar greep, en hij kon er niet uit eigen kracht aan ontsnappen. God zelf moest in actie komen door onze oude natuur, het hart van steen, weg te nemen en ons een nieuw hart en een wedergeboren geest te geven.

In Ezechiël 36:25-27 wordt dit prachtig verwoord, waarbij God telkens zegt: ‘Ik zal het doen.’ De wedergeboorte is dus iets wat God bewerkt. Wij kunnen en moeten zelf de stappen van de wedergeboorte zetten, maar uiteindelijk is het God die ons wedergeboren maakt en onze geest tot leven wekt. We kunnen onze geest niet door eigen goede werken tot leven wekken, dit is iets wat alleen God kan doen. En in Ezechiël belooft Hij ons: ‘Ik zal het doen.’

Ezechiël leefde in de zesde eeuw voor Christus, en in zijn tijd was dit woord van God een profetie voor de toekomst. Ongeveer zeshonderd jaar later, op de Pinksterdag, werd deze profetie vervuld toen de discipelen de Heilige Geest ontvingen. Sindsdien is deze profetie van kracht voor iedere gelovige. God wil al deze beloften en zegeningen in jouw leven vervullen, en dat gebeurt tijdens de wedergeboorte. Laten we deze zegeningen één voor één bekijken.

De wedergeboorte reinigt ons

Ik zal rein water op u sprenkelen en u zult rein worden. Van al uw onreinheden en van al uw stinkgoden zal Ik u reinigen. (Ezechiël 36:25)

Welke stap van de wedergeboorte heeft te maken met water? De waterdoop. Tijdens de waterdoop worden wij ondergedompeld in water en worden onze zonden afgewassen. De waterdoop is een belangrijk onderdeel van de wedergeboorte en werd al geprofeteerd in het Oude Testament. Door het water worden wij gereinigd. Maar dit kan alleen werken wanneer wij geloven in Degene die ons rein kan maken: Jezus Christus.

In zowel het Oude als het Nieuwe Testament komen we de begrippen ‘water’ en ‘reiniging’ tegen. In het Oude Testament lezen we dit bijvoorbeeld bij de reiniging van priesters die dienst deden in de tabernakel. Voor de tabernakel stond het wasvat.

Het wasvat moet u tussen de tent van ontmoeting en het altaar plaatsen en u moet er water in doen. (Exodus 40:7)

Vervolgens moesten de hogepriester Aäron en zijn zonen zich wassen. Pas nadat zij door het water waren gereinigd, konden zij gezalfd worden.

Dan moet u Aäron en zijn zonen bij de ingang van de tent van ontmoeting laten komen, en hen met het water wassen. U moet Aäron de geheiligde kleding aantrekken, hem zalven, en hem heiligen, zodat hij Mij als priester kan dienen. Vervolgens moet u zijn zonen naderbij laten komen en hun de onderkleren aantrekken. Dan moet u hen zalven zoals u hun vader gezalfd hebt, zodat zij Mij als priester kunnen dienen. En het zal gebeuren dat hun zalving voor hen een eeuwig priesterambt zal betekenen, al hun generaties door. (Exodus 40:12-15)

De olie waarmee de priesters gezalfd werden, is een teken van de Heilige Geest. Aäron moest eerst gewassen worden met water, voordat hij gezalfd werd met olie. Eerst moest hij gereinigd worden door het water, voordat Gods Geest op hem kon komen.

Op dezelfde manier mogen ook wij ons eerst laten reinigen door het doopwater. Dit opent de weg voor de doop en vervulling in de Heilige Geest, waardoor wij volledig wedergeboren worden. Met andere woorden: wij mogen onze zonden afwassen in het doopbad, zodat wij daarna de Heilige Geest kunnen ontvangen en onze geest tot leven komt[1].

En nu, waarom aarzelt u? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen onder aanroeping van de Naam van de Heere. (Handelingen 22:16)

En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. (Handelingen 2:38)

Door de wedergeboorte worden wij gereinigd van al onze zonden. Stel je voor dat je vies bent geworden en onder de douche stapt. Het water spoelt al het vuil van je lichaam af en laat het verdwijnen in het putje. Zo reinigt de waterdoop ons van alle zonden die wij in ons leven hebben gedaan. We laten de zonde achter in het doopwater en staan op in een nieuw en rein leven.

Want ik beijver mij voor u met een ijver van God. Ik heb u immers ten huwelijk gegeven aan één Man om u als een reine maagd aan Christus voor te stellen. (2 Korinthe 11:2)

De enige manier waarop het doopwater ons werkelijk kan reinigen, is wanneer wij geloven in Jezus Christus. Daarom is geloof, wat ook een essentieel onderdeel is van de wedergeboorte, cruciaal om werkelijk gereinigd te worden van al onze zonden.

(…) Hij heeft hun hart door het geloof gereinigd. (Handelingen 15:9, NBV21)

Ook in Hebreeën wordt de reiniging met rein water genoemd:

Laten wij tot Hem naderen met een waarachtig hart, in volle zekerheid van het geloof, nu ons hart gereinigd is van een slecht geweten en ons lichaam gewassen is met rein water. (Hebreeën 10:22)

Het reine water, zoals geprofeteerd in Ezechiël, is dus vervuld in het Nieuwe Testament. Dit wordt niet slechts door één Bijbeltekst bevestigd, maar is een terugkerend onderwerp in de Schrift.

In Efeze wordt de reiniging met water toegepast op de hele kerk van Jezus Christus. Deze reiniging geldt niet alleen voor enkelen, maar voor ieder lid van de wereldwijde kerk. Net zoals de waterdoop niet slechts voor sommigen bedoeld is, maar voor iedereen die in Jezus gelooft.

Mannen, heb uw eigen vrouw lief, zoals ook Christus de gemeente liefgehad heeft en Zich voor haar heeft overgegeven, opdat Hij haar zou heiligen, door haar te reinigen met het waterbad door het Woord. (Efeze 5:25-26)

Laten we nu terugkeren naar de profetie in Ezechiël. Waarvan worden wij gereinigd?

Ik zal rein water op u sprenkelen en u zult rein worden. Van al uw onreinheden en van al uw stinkgoden zal Ik u reinigen. (Ezechiël 36:25)

1. Rituele onreinheid: Mensen mochten niet in Gods heiligdom komen als zij iets onreins hadden aangeraakt of iets onreins uit hun lichaam was gekomen. Denk aan het aanraken van een kadaver, seksuele gemeenschap of een huidziekte.

2. Morele onreinheid: Dit houdt in dat iemand onrechtvaardig heeft gehandeld. Denk aan afgoderij, het niet helpen van armen en wezen, en het doen van kwaad.

3. Lichamelijke onreinheid: Dit betreft seksuele immoraliteit, verboden huwelijken en andere vormen van ontucht.

Toen God deze profetie aan Ezechiël gaf, was het volk op alle mogelijke manieren onrein. Ze dienden afgoden, deden geen recht aan weduwen en wezen, leefden in zonde en gaven zich over aan hoererij. God richtte deze belofte niet tot heiligen, maar tot een zondig en overspelig volk. Welke vorm van onreinheid iemand ook had vóór de wedergeboorte, God wil hem of haar volledig reinigen. Ezechiël spreekt namelijk over “al uw onreinheden”. Dit laat zien dat het Gods verlangen is om ons compleet te reinigen van alle zonde uit het verleden.

Ik wil nog kort ingaan op de rituele onreinheid. Rituele onreinheid hield de Israëlieten uit Gods aanwezigheid.

Zo moet u de Israëlieten ver van hun onreinheid houden, zodat zij niet sterven in hun onreinheid, als zij Mijn tabernakel, die in hun midden is, verontreinigen. (Leviticus 15:31)

Door de wedergeboorte zijn wij rein geworden, zodat de Heilige Geest in ons kan wonen. God heeft ons gereinigd, waardoor wij niet sterven wanneer de Geest van God in ons komt wonen.

Maar als wij in het licht wandelen, zoals Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkaar, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. (1 Johannes 1:7)

[1] Let op: Het is mogelijk dat sommigen eerst gedoopt worden met de Heilige Geest, voordat zij de waterdoop hebben meegemaakt. Maar meestal vindt de waterdoop plaats voorafgaand aan de doop in de Heilige Geest.

De wedergeboorte geeft een nieuw hart

Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven. (Ezechiël 36:26)

De tweede zegen die God heeft geprofeteerd aan Ezechiël is dat Hij ons een nieuw hart zal geven. Hij zal ons hart van steen weghalen en ons een hart van vlees geven.

Natuurlijk spreekt God hier niet over een letterlijk hart van steen, maar over een symbolisch hart van steen. Dit verwijst naar een ongevoelig hart. Ons hart kan op verschillende manieren gevoelloos zijn:

1. Iemand wil niet door God geleid worden.

verhard uw hart niet, zoals te Meriba, zoals in de dagen van Massa in de woestijn. (Psalm 95:8)

Toen de Israëlieten door de woestijn trokken, weigerden zij Gods leiding te volgen. Hierdoor konden ze het beloofde land niet binnengaan, en velen stierven in de woestijn.           

2. Iemand weigert Gods Woord te kennen en zich eraan te houden.

Zij maakten hun hart als diamant, om maar niet te hoeven luisteren naar de wet en de woorden die de HEERE van de legermachten door Zijn Geest gezonden had, door de dienst van de vroegere profeten. (…) (Zacharia 7:12)

3. Iemand is ongevoelig voor hulpbehoevenden en helpt zijn naaste niet.

Maar als er onder u een arme zal zijn, iemand uit uw broeders, binnen een van uw poorten, in uw land, dat de HEERE, uw God, u geven zal, dan mag u uw hart niet verstokken, of uw hand sluiten voor uw broeder die arm is. (Deuteronomium 15:7)

God wil dat wij met liefde omgaan met hulpbehoevenden. Als we dit niet doen, wordt ons hart verhard.

4. Iemand is ongevoelig voor Gods werken. Hij wil niet erkennen dat God wonderen doet, of God eren voor de wonderen die Hij doet. Hij ziet liever dat iemand ziek en in ellende blijft, dan dat hij erkent dat God iemand herstelt. Dit zagen we vaak bij de Farizeeën. Zij waren niet dankbaar wanneer Jezus iemand genas, maar probeerden dit juist tegen te werken. Dit kwam door hun verharde hart.

En nadat Hij hen rondom toornig aangekeken had, tegelijk bedroefd over de verharding van hun hart, zei Hij tegen de man: Steek uw hand uit. En hij stak hem uit, en zijn hand werd hersteld, gezond als de andere. En toen de Farizeeën weggegaan waren, beraadslaagden zij meteen met de Herodianen tegen Hem hoe zij Hem om zouden kunnen brengen. (Markus 3:5-6)

5. Iemand is hoogmoedig en denkt dat hij alles zelf kan oplossen. Hij vertrouwt op zijn eigen kracht en wijsheid in plaats van op God. Maar uiteindelijk faalt iedereen die niet op God vertrouwt.

Vóór de val is het hart van de mens hoogmoedig. (…) (Spreuken 18:12, NBG)

6. Iemand heeft een onvergevingsgezind hart. Hij weigert anderen te vergeven. Onvergevingsgezindheid leidt tot verbittering, en God kan ons niet vergeven als wij anderen niet vergeven.

Want als u de mensen hun overtredingen vergeeft, zal uw hemelse Vader u ook vergeven. Maar als u de mensen hun overtredingen niet vergeeft, zal uw Vader uw overtredingen ook niet vergeven. (Mattheüs 6:14-15)

8. Iemand weigert zich te bekeren tot God.

Maar in overeenstemming met uw hardheid en uw onbekeerlijke hart hoopt u voor uzelf toorn op tegen de dag van de toorn en van de openbaring van het rechtvaardig oordeel van God. (Romeinen 2:5)

9. Een hart dat van de zonde houdt. Wanneer we per ongeluk zondigen of ons bekeren van de zonde, dan verhardt ons hart niet. Maar wanneer we een levensstijl van zonde aanhouden, kan dit uiteindelijk leiden tot afvalligheid van het geloof.

Zie erop toe, broeders, dat er nooit in iemand van u een verdorven hart zal zijn, vol ongeloof, om daardoor afvallig te worden van de levende God; maar vermaan elkaar elke dag, zolang men van een heden kan spreken, opdat niemand van u verhard zal worden door de verleiding van de zonde. (Hebreeën 3:12-13)

Dit zijn enkele kenmerken van een hart van steen. Tijdens de wedergeboorte wil God dit hart van steen uit ons binnenste wegnemen en ons een hart van vlees geven. Een hart van vlees staat symbool voor een gevoelig hart, dat een relatie met God wil hebben en naar Hem wil luisteren. Laten we de eigenschappen van het hart van steen nog eens opsommen en zien dat God deze eigenschappen verandert naar die van een hart van vlees. 

1. Iemand wil niet door God geleid worden.

Ik zal hen één van hart en één van zin maken, zodat ze altijd ontzag voor Mij zullen hebben en het hun en hun nageslacht goed zal gaan. (Jeremia 32:39, NBV21)

Door de wedergeboorte bewerkt God ons hart. Wat vroeger lastig en vervelend was, verlangen wij nu: wij willen door God geleid worden. God leidt ons met Zijn Geest.

Immers, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God. (Romeinen 8:14)

2. Iemand weigert Gods Woord te kennen en zich eraan te houden.

Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn. (Jeremia 31:33)

Tijdens het verbond dat God met Mozes maakte, schreef God Zijn wetten en bepalingen op steen. Maar het verbond van het Nieuwe Testament wordt niet op steen geschreven, maar in de harten van de gelovigen. In ons binnenste is er een verlangen om ons te houden aan Gods geboden en om geleid te worden door Zijn Geest. Hierdoor doen wij geen zonde, niet omdat het verboden is in de Bijbel, maar omdat wij door het werk van de Heilige Geest geen verlangen meer hebben naar de zonde.       

3. Iemand is ongevoelig voor hulpbehoevenden en helpt zijn naaste niet.

Wij weten dat wij zijn overgegaan uit de dood in het leven, omdat wij de broeders liefhebben; wie zijn broeder niet liefheeft, blijft in de dood. (1 Johannes 3:14)

Wanneer wij de wedergeboorte hebben meegemaakt, heeft God ons hart veranderd. Wij hebben daardoor liefde voor onze broeders en zien naar hen om.  

4. Iemand is ongevoelig voor Gods werken. Terwijl iemand eerst boos werd als de Heilige Geest in de kerkdienst werkte, is dit nu juist een enorme blijdschap. Dit komt doordat je veel gevoeliger bent geworden voor de Geest, en je verlangt dat ook anderen mooie ervaringen beleven met de Geest in de gemeentedienst.

En de discipelen werden vervuld met blijdschap en met de Heilige Geest. (Handelingen 13:52)

5. Iemand is hoogmoedig en denkt dat hij alles zelf kan oplossen. Doordat ons hart vernieuwd is, zijn wij niet meer hoogmoedig. Wij verwachten nu de oplossing van God. Al onze verlangens delen wij met Hem, en Hij zal ons geven wat wij vragen.

Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; (Filippenzen 4:6)

6. Iemand heeft een onvergevingsgezind hart. Doordat God Zijn liefde aan ons heeft gegeven, zijn wij in staat om anderen te vergeven. Wij houden niet vast aan wrok of bitterheid, maar door de liefde van Jezus leren wij anderen te vergeven.

Maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft. (Efeze 4:32)

7. Iemand weigert zich te bekeren tot God. Het is de Heilige Geest van God die ons hart heeft geopend en verlicht voor het evangelie. Dankzij de Geest zijn wij tot geloof gekomen en leven wij als kinderen van God.

Want de God, die gesproken heeft: Licht schijne uit het duister, heeft het doen schijnen in onze harten, om ons te verlichten met de kennis der heerlijkheid Gods in het aangezicht van Christus. (2 Korinthe 4:6, NBG)

8. Een hart dat van de zonde houdt. Wij waren vroeger slaven van de zonde en hielden van de zonde. Maar doordat God ons een nieuw hart heeft gegeven en wij de Heilige Geest hebben ontvangen, verlangen wij niet meer naar de zonde. Wij verlangen nu naar goede dingen.

U was slaven van de zonde, maar – God zij gedankt! – nu gehoorzaamt u van ganser harte de leer waaraan u zich hebt toevertrouwd, en bevrijd van de zonde bent u onderworpen aan de gerechtigheid. (Romeinen 6:17-18)

God heeft ons hart veranderd, en al deze punten zijn in ons nieuwe hart gelegd. Het is niet zo dat iemand direct na de wedergeboorte in al deze punten volledig juist wandelt. Dit kan tijd nodig hebben, maar God heeft wel ons hart vernieuwd.

Je hebt vast wel meegemaakt dat de koelkast stonk omdat kaas of een ander product te lang in de koelkast lag en begon te schimmelen. Wanneer je de kaas uit de koelkast haalt, haal je de bron van de stank weg. Maar dit betekent niet dat de koelkast direct fris ruikt. Dit heeft tijd nodig, maar na een tijdje wordt de situatie beter.

Zo is het ook met ons hart. God heeft het probleem van onze ellende uit ons hart gehaald en vervangen door een goed hart. Maar dit betekent niet dat alles direct perfect verloopt. Het heeft tijd nodig om in deze nieuwe eigenschappen van het hart te wandelen. De oorzaak van het probleem is weggehaald, maar de geestelijke ‘stank’ moet nog verdwijnen. Wanneer wij de Heilige Geest ruimte geven in ons leven, zal ook deze stank verdwijnen.

God zal ons een nieuwe geest geven

Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw binnenste geven. (Ezechiël 36:26)

De volgende zegen van de wedergeboorte is dat wij een nieuwe geest ontvangen. In deel 1 van dit boek hebben wij dit al behandeld, dus in deze reden behandelen wij de punten kort en krachtig.

Kort samengevat is de geest van de mens dood door de zondeval en de zonden die wij deden.

Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de overtredingen en de zonden. (Efeze 2:1)

Door de wedergeboorte komt onze geest tot leven. Maar wat zijn de voordelen van een levende geest in plaats van een dode geest?

1. Een levende geest kan makkelijker in contact komen met God de Vader en het bovennatuurlijke van God, en je kan God op een nieuw niveau aanbidden.

God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid. (Johannes 4:24)

2. De naam van de mens moet in het boek des Levens staan. In het boek des Levens staan de namen van alle gelovigen die het eeuwige leven hebben ontvangen. In het boek Openbaring zien wij een tweedeling. Eerst spreekt God over de levende geesten. Dit zijn de mensen die op Jezus Christus vertrouwen. Zij zullen priesters van God zijn en zullen samen met Jezus regeren. Over hen heeft de tweede dood, dit is het laatste oordeel waarin de ongelovigen in de hel worden geworpen, geen macht.

Zalig en heilig is hij die deelheeft aan de eerste opstanding. Over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn, en zij zullen met Hem als koningen regeren, duizend jaar lang. (Openbaring 20:6)

Wie overwint, zal alles beërven, en Ik zal voor hem een God zijn en hij zal voor Mij een zoon zijn. (Openbaring 21:7)

Daarna spreekt God over de doden. Dit zijn de mensen die niet op Jezus vertrouwden, maar ongelovig waren. Deze doden geesten zullen niet de eeuwigheid met God doorbrengen, maar worden in de poel van vuur geworpen.

En ik zag de doden, klein en groot, voor God staan. En de boeken werden geopend en nog een ander boek werd geopend, namelijk het boek des levens. En de doden werden geoordeeld overeenkomstig wat in de boeken geschreven stond, overeenkomstig hun werken. En de zee gaf de doden die in haar waren. Ook de dood en het rijk van de dood gaven de doden die in hen waren, en zij werden geoordeeld, ieder overeenkomstig zijn werken. En de dood en het rijk van de dood werden in de poel van vuur geworpen. Dit is de tweede dood. (Openbaring 20:12-14)

Door de wedergeboorte wordt onze geest levend en wordt onze naam in het boek des Levens geschreven.

3. De geest van de mens moet tot leven komen, omdat dit de deur opent voor de Heilige Geest. De Heilige Geest wil namelijk een eenheid vormen met onze geest.

Wie zich echter met de Heere verenigt, is één geest met Hem. (1 Korinthe 6:17)

De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn. (Romeinen 8:16)

Wanneer onze geest tot leven is gekomen in het doopbad, opent dit de deur voor de Heilige Geest.

4. Door de wedergeboorte zijn wij een nieuwe schepping geworden.

Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden. (2 Korinthe 5:17)

Onze oude zondige natuur is gestorven, en wij zijn opgestaan in een nieuw en heilig leven.

De wet geschreven in het hart

(…) Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt. (Ezechiël 36:26)

Jarenlang probeerden de Israëlieten zich te houden aan de wetten en geboden van God. De ene generatie deed dit beter dan de andere, maar er was geen generatie die Gods wetten perfect kon onderhouden. God had kunnen zeggen: ‘jullie moeten nog beter je best doen: Ik wil dat jullie nog meer de wet bestuderen en jullie moeten jezelf nog meer straffen als jullie wat fout doen.’ Toch deed God iets anders. God had een plan waardoor de gelovigen in de wet van God konden wandelen. Hij zorgde er zelf voor dat wij in staat zijn om Zijn wet te onderhouden.

Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn. Dan zullen zij niet meer eenieder zijn naaste en eenieder zijn broeder onderwijzen door te zeggen: Ken de HEERE, want zij zullen Mij allen kennen, vanaf hun kleinste tot hun grootste toe, spreekt de HEERE. Want Ik zal hun ongerechtigheid vergeven en aan hun zonde niet meer denken. (Jeremia 31:33-34)

God zal Zijn wet in ons hart schrijven. Dit doet God door de Heilige Geest, want in Romeinen lezen wij:

Opdat de rechtvaardige eis van de wet vervuld zou worden in ons, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. (Romeinen 8:4)

Wanneer wij wandelen met de Heilige Geest en door Hem geleid worden, dan wandelen wij volgens de wet van God, en zoals God het wil. Door de wedergeboorte ontvangen wij de bepalingen en wetten van God in ons binnenste om goed te leven. De Heilige Geest spreekt zelf tot ons, en laat ons weten wat zonde is.

Misschien heb je de Heilige Geest hier al in ervaren. Je keek bijvoorbeeld een film, maar na een paar minuten ontstond er een onrustig gevoel in jouw binnenste. Je wist gewoon dat het niet goed was om deze film te kijken. Dit was de Heilige Geest die in jouw binnenste sprak. Je hoeft hiervoor geen jarenlange cursussen te volgen, de Heilige Geest zelf wil tot jou spreken, en openbaren wat goed en fout is. Daarom spreekt Jeremia 31 erover dat wij elkaar niet hoeven te onderwijzen met betrekking tot de zonde, omdat de Heilige Geest dit voor ons doet. Je hoeft, als wedergeboren en volwassen Christen, niet eerst de voorganger te bellen om te vragen of je een bepaalde film of spel mag spelen. Je weet wat wel en niet mag, doordat de Geest tot je spreekt. Ook Johannes sprak hierover, waarin ‘de zalving’ een beeld is van de Heilige Geest.

Wat uzelf betreft: de zalving die u van Hem ontvangen hebt is blijvend, u hebt geen leraar nodig. Zijn zalving leert u alles naar waarheid, zonder bedrog. Blijf daarom in Hem, zoals zijn zalving u geleerd heeft. (1 Johannes 2:27)

Natuurlijk mag je altijd om advies vragen aan medegelovigen, vooral wanneer je pas tot geloof bent gekomen. Maar je mag weten dat de Geest zelf tot jou wil spreken en jou wil onderwijzen in de waarheid.

God onderwijs ons niet alleen in wat goed en fout is, Hij geeft ons ook de kracht om de zonde te overwinnen, en om de juiste keuzes te maken. Het is onze verantwoordelijkheid om te wandelen door de Heilige Geest en ons door Hem te laten leiden. Wanneer wij dat doen, dan zullen wij niet zondigen.

Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. (Galaten 5:16)

Wanneer wij namelijk geleid worden door de Heilige Geest, zijn wij niet in staat om te zondigen. Dit komt doordat de dingen van de Geest en de dingen van de zonde lijnrecht tegenover elkaar staan. Je kan niet tegelijkertijd wandelen in de Geest en de zonde doen. Een eigenschap van de Geest is bijvoorbeeld: vrede. Een eigenschap van de zonde is: een woede-uitbarsting. Je kan onmogelijk tegelijkertijd in vrede wandelen en een woede-uitbarsting hebben.

Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen. (Galaten 5:17)

Door het besluit te nemen om geleid te worden door de Geest en samen met Hem te wandelen, geeft God in jou een verlangen om het goede te doen.

Want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen. (Filippenzen 2:13)

De Heilige Geest openbaart dus aan ons wat zonde is, leidt ons om goed te leven en legt het verlangen in ons om goed en heilig te leven. Oftewel: God heeft Zijn wet in ons hart geschreven.


Lees ook: