Waterdoop en wedergeboorte
We zijn nu aangekomen bij de derde stap van de wedergeboorte: de waterdoop. De waterdoop wordt vaak gezien als een ceremonie of ritueel zonder echte kracht. Helaas beseffen velen niet welke kracht er werkelijk schuilt in de waterdoop. Dit zien we ook terug in de manier waarop kerken met de doop omgaan. Wanneer iemand tot bekering en geloof komt, kan het soms maanden of zelfs jaren duren voordat hij zich laat dopen. Waarom? Omdat de kracht van de waterdoop wordt onderschat. In dit hoofdstuk bestuderen we wat de waterdoop is, wanneer je je mag laten dopen en wat de waterdoop daadwerkelijk doet.
Wat is de waterdoop?
Laten we eerst kijken naar de betekenis van het woord “doop” en vervolgens naar de manier waarop de doop in de Bijbel wordt uitgevoerd.
Het woord “dopen” komt van het Griekse woord baptizō, wat “onderdompelen” betekent. Onderdompelen wil zeggen: iets geheel in een vloeistof dompelen of helemaal door vloeistof laten bedekken. Denk bijvoorbeeld aan een vies bord dat je onderdompelt in een sopje. Het bord komt volledig onder water en geen enkel deel blijft droog. Elke centimeter is nat geworden.
Wanneer we spreken over de Bijbelse waterdoop, betekent dit dat iemand volledig in het water wordt ondergedompeld, van top tot teen, en voor een kort moment geheel door het water wordt omgeven. Dit brengt ons ook bij wat dopen niet is. Dopen is niet besprenkelen. Bij besprenkelen worden slechts enkele druppels water op iemand aangebracht. Dit gebeurt meestal op een baby. Die persoon wordt niet volledig ondergedompeld in het water. Besprenkeling is geen Bijbelse manier van dopen. Wanneer de Bijbel spreekt over de doop, gaat het altijd over een volledige onderdompeling in water. Dit zien we ook duidelijk in de doopverhalen, waarin mensen daadwerkelijk het water in gingen om gedoopt te worden.
Toen liep Jeruzalem, heel Judea en heel het land rondom de Jordaan naar hem uit, en zij werden door hem gedoopt in de Jordaan, terwijl zij hun zonden beleden. (Mattheüs 3:5-6)
En het gebeurde in die dagen dat Jezus kwam van Nazareth, in Galilea, en door Johannes werd gedoopt in de Jordaan. En meteen toen Hij uit het water opkwam, (…) (Markus 1:9-10)
En hij liet de wagen stilhouden, en zij daalden beiden af in het water, zowel Filippus als de kamerheer, en hij doopte hem. En toen zij uit het water opgekomen waren. (…) (Handelingen 8:38-39)
In deze verhalen lezen we dat mensen het water in gingen om gedoopt te worden. Ze werden niet besprenkeld, maar ondergedompeld.
Voorbereidingen van de doop
Degene die zich laat dopen, moet zijn geloof in Jezus Christus belijden. Dit kan gebeuren in het doopwater zelf, of voorafgaand aan de doop. Dit principe zien we duidelijk bij de kamerheer en Filippus: de kamerheer beleed eerst zijn geloof in Jezus Christus, en daarna daalde hij met Filippus af in het water.
En Filippus zei: Als u met heel uw hart gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zei: Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is. En hij liet de wagen stilhouden, en zij daalden beiden af in het water, zowel Filippus als de kamerheer, en hij doopte hem. (Handelingen 8:37-38)
Dit laat zien dat iemand eerst tot geloof moet komen voordat hij of zij zich kan laten dopen. De doop is dus een persoonlijke keuze, die niet door iemand anders gemaakt kan worden. Het is daarom niet Bijbels wanneer ouders hun baby laten dopen. De doop vindt pas plaats nadat iemand tot geloof is gekomen.
Vervolgens gaat de dopeling het water in. Het maakt niet uit of dit in een doopbad is in een kerk, of in een rivier, meer, badkuip of een andere plek met voldoende water. Zolang iemand volledig ondergedompeld kan worden, is het geschikt.
Er is minimaal één wedergeboren broeder of zuster nodig om de doop uit te voeren. Dit is de doper. Er is geen speciale doopdienst nodig, noch een publiek of raad van oudsten. Dat blijkt duidelijk uit de Bijbelse voorbeelden. In het geval van de kamerheer werd hij direct door Filippus gedoopt, langs de weg bij een waterplaats. Er waren geen andere gelovigen of leiders bij betrokken, enkel Filippus, de doper, en de kamerheer, de dopeling.
Dit beeld, dat mensen op verschillende plekken buiten de gemeentedienst werden gedoopt, komt vaker voor in het boek Handelingen. Een krachtig voorbeeld vinden we in Handelingen 16. Paulus en Silas waren gevangen gezet, maar ze besloten God te loven en te aanbidden. Terwijl zij zongen, kwam er een aardbeving. Alle deuren gingen open en de boeien vielen af. De cipier die wakker schrok, dacht dat de gevangenen waren ontsnapt en wilde zichzelf van het leven beroven. Maar Paulus riep dat hij dat niet moest doen. Bevend viel de cipier voor hen neer en vroeg wat hij moest doen om gered te worden. Nadat hij tot geloof kwam, lezen we het volgende:
En zij spraken het Woord van de Heere tot hem en tot allen die in zijn huis waren. En hij nam hen in dat nachtelijke uur met zich mee en waste hun striemen, en hij werd onmiddellijk gedoopt, en al de zijnen. (Handelingen 16:32-33)
Midden in de nacht werden hij en zijn huisgenoten gedoopt. Dit gebeurde niet in een kerk en er waren geen andere gelovigen bij dan Paulus en Silas. Dit zien we ook terug bij Johannes de Doper, die de mensen niet in een gebouw, maar in de woestijn doopte.
Is het dan fout om in de kerk te dopen? Absoluut niet. Het is juist prachtig om in de kerk gedoopt te worden. Maar het is geen vereiste. Het is belangrijk om te beseffen dat de Bijbel nergens spreekt over een doopdienst met een dooplied, een dooptekst, een dooppreek, enzovoort. Zulke elementen kunnen mooi en waardevol zijn, maar ze zijn geen Bijbelse verplichting. Het gevaar van een doopdienst is dat de doop als iets bijzonders wordt gezien dat slechts één keer per jaar plaatsvindt. Terwijl de Bijbel ons laat zien dat mensen meteen gedoopt werden zodra ze tot geloof kwamen. Wanneer iemand tot geloof is gekomen, is het belangrijk om die persoon zo snel mogelijk te dopen. Niet pas maanden later omdat er een uitgebreide dienst georganiseerd moet worden.
We hebben nu gezien dat de dopeling eerst zijn geloof in Jezus belijdt, de doop plaatsvindt door onderdompeling in water en dat er minimaal één wedergeboren gelovige aanwezig is als doper.
Hoe wordt er gedoopt?
De doper doopt de dopeling in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest:
Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. (Mattheüs 28:19)
Dit is van groot belang, want de doper doopt niet namens zichzelf, maar namens Jezus Christus. Met andere woorden: de dopeling wordt gedoopt in opdracht van Jezus en onder Zijn autoriteit. De doop is geen gewone, menselijke handeling tussen twee personen. Het is een geestelijke handeling tussen Jezus Christus en de dopeling.
Nadat de doper heeft uitgesproken: “Ik doop jou in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest,” volgt de daadwerkelijke doop. De dopeling wordt ondergedompeld tot volledig onder het wateroppervlak en komt na één tot enkele seconden weer omhoog uit het water.
De geestelijke betekenis van de waterdoop
Nu we hebben gezien hoe de doop wordt uitgevoerd, is het tijd om te kijken wat er in de geestelijke wereld gebeurt tijdens de doop. In deel 1 van dit boek lazen we dat de mens bestaat uit geest, ziel en lichaam. Tijdens de doop is het onze geest die verandert. Paulus schrijft hierover in zijn brief aan de Romeinen. Laten we eerst zijn woorden lezen en daarna dieper ingaan op de betekenis van deze tekst.
Of weet u niet dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen. Want als wij met Hem één plant zijn geworden, gelijkgemaakt aan Hem in Zijn dood, dan zullen wij ook aan Hem gelijk zijn in Zijn opstanding. Dit weten wij toch, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen. Want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. Als wij nu met Christus gestorven zijn, geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven. Wij weten toch dat Christus, nu Hij is opgewekt uit de doden, niet meer sterft. De dood heerst niet meer over Hem. Want wat Zijn sterven betreft, is Hij eens en voor altijd voor de zonde gestorven, en wat Zijn leven betreft, leeft Hij voor God. Zo dient ook u uzelf te rekenen als dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus, onze Heere. (Romeinen 6:3-11)
De waterdoop is dus geen oppervlakkig ritueel of een lege ceremonie, maar een krachtig geestelijk moment. Tijdens de doop gebeurt er iets in de geestelijke wereld. Door de doop:
- Worden we één met Jezus in Zijn dood.
- Worden we met Hem gekruisigd.
- Worden we met Hem begraven.
- Staan we met Hem op in een nieuw leven.
Deze geestelijke werkelijkheid is diep en rijk aan betekenis. Laten we nu stap voor stap de verzen bekijken en ontdekken wat ze werkelijk inhouden:
Of weet u niet dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood. (…) (Romeinen 6:3-4)
In vers 3 lezen we dat wij samen met Jezus zijn gedoopt in Zijn dood. Dit betekent dat de doop een geestelijke eenwording is met het sterven van Jezus. Zoals Jezus stierf om de straf voor de zonde te dragen, zo worden wij in de doop met Hem verbonden in dat sterven. Tijdens de doop sterft onze oude, zondige natuur samen met Jezus aan het kruis.
Dit weten wij toch, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen. Want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. (Romeinen 6:6-7)
Tijdens de waterdoop wordt onze oude mens gekruisigd, samen met Jezus. Voor onze wedergeboorte en de waterdoop waren we slaven van de zonde. De zonde had de controle over ons en we waren niet in staat om onszelf daarvan te bevrijden. Er is één manier om aan deze macht te ontsnappen: door geestelijk te sterven. Onze oude natuur moet sterven, zodat we niet langer onder de heerschappij van de zonde staan.
Wist je dat er een plek is waar nooit gezondigd wordt, waar mensen nooit iets verkeerds denken of doen? Wil je weten waar dat is? Dat is op de begraafplaats. De lichamen die daar liggen, zondigen niet: ze zijn namelijk niet meer in staat om iets te doen. Een dode kan geen bank overvallen, geen leugen vertellen, geen kwaad meer doen. Hij is gestorven en tot niets meer in staat.
Zo mogen wij ook onze oude natuur zien. Onze oude zondige natuur is gestorven en begraven. Dit is het volgende onderdeel van de waterdoop: we zijn met Jezus begraven. We hoeven geen gehoor meer te geven aan de macht van de zonde. Door de wedergeboorte en de doop zijn we één geworden met Christus en daardoor losgebroken van de zonde en het oude leven. In Jezus zijn we vrijgemaakt en we zijn niet langer slaven van de zonde.
Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn. (Johannes 8:36)
Het kan gebeuren dat wij als wedergeboren gelovigen nog steeds geconfronteerd worden met zonden uit ons verleden. Ons oude, zondige leven kan soms weer opkomen, waardoor er gedachten of zelfs verlangens naar zonde in ons denken kunnen binnensluipen. Paulus roept ons op om dat oude leven aan het kruis te laten hangen. We leven nu immers een nieuw, heilig leven in Christus en we moeten ons oude leven blijven beschouwen als begraven en dood.
Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen. (Romeinen 6:4)
Als wij delen in zijn dood, zullen wij ook delen in zijn opstanding. (Romeinen 6:5, NBV21)
Het bijzondere aan de waterdoop is dat we niet in het watergraf achterblijven. Tijdens de doop ga je onder water, blijf je enkele seconden ondergedompeld en daarna sta je weer op uit het water. Jezus wil ons niet alleen verlossen van het oude, zondige leven, maar Hij wil ook dat we delen in Zijn opstanding. Door de doop wordt onze geest opnieuw geboren.
De doop is dus niet alleen een begrafenis, maar ook een geboorte. Dit principe zien we ook terug in de natuur. Denk bijvoorbeeld aan een zaadje van een plant of boom: het moet eerst sterven en in de aarde worden begraven voordat het nieuw leven kan voortbrengen. Op dezelfde manier sterft tijdens de doop onze oude mens en staat onze nieuwe mens op. Het oude is voorbijgegaan en het nieuwe is gekomen.
Daarom, als iemand in Christus is, is hij een nieuwe schepping: het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden. (2 Korinthe 5:17)
Dit vernieuwingsproces vindt plaats tijdens de wedergeboorte en de waterdoop speelt daarin een belangrijke rol.
Als wij nu met Christus gestorven zijn, geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven. Wij weten toch dat Christus, nu Hij is opgewekt uit de doden, niet meer sterft. De dood heerst niet meer over Hem. (Romeinen 6:8-9)
Wij zullen met Jezus leven. Door de wedergeboorte hoef je nooit meer alleen door het leven te gaan. Je bent namelijk samen met Jezus opgestaan, en elke dag mag je wandelen met de Heilige Geest. Je bent één geworden met de Geest van God!
Wanneer een man en een vrouw trouwen, nemen ze het besluit om voortaan samen te leven. Ze kopen samen een huis waarin ze beide wonen, delen één bed, openen een gezamenlijke bankrekening, en de vrouw neemt de achternaam van de man aan. Ook voor de wet zijn ze voortaan één.
Op een vergelijkbare manier zijn wij door de waterdoop één geworden met Jezus Christus en de Heilige Geest. We leven niet langer gescheiden van God, maar zijn door de Heilige Geest één geest geworden met Hem. En dat zal nooit meer veranderen.
Wie zich echter met de Heere verenigt, is één geest met Hem. (1 Korinthe 6:17)
Je hoeft dus nooit meer alleen te zijn. Je bent met Jezus opgestaan uit het water en je mag elke dag samen met Hem wandelen. Jezus is, door de inwoning van de Heilige Geest, altijd bij je. Hij woont in jou en Hij zal je nooit meer verlaten.
Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen. (Mattheüs 28:19-20)
Want wat Zijn sterven betreft, is Hij eens en voor altijd voor de zonde gestorven, en wat Zijn leven betreft, leeft Hij voor God. Zo dient ook u uzelf te rekenen als dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus, onze Heere. (Romeinen 6:10-11)
Doordat je bent gedoopt, mag je jouw oude, zondige mens beschouwen als gestorven. De zonde heeft geen recht meer op jou. Je bent vrij. Je nieuwe geestelijke mens leeft en deze leeft in de heiligheid en goedheid van God, in Jezus Christus.
De waterdoop is het moment waarop we één worden met Jezus Christus. Tijdens de doop zijn wij:
- samen met Jezus gekruisigd,
- samen met Jezus gestorven,
- samen met Jezus begraven,
- samen met Jezus levend gemaakt.
Hierdoor zijn we gestorven aan de zonde en mogen we voortaan leven in de heiligheid van Jezus, in onze nieuwe, wedergeboren geest.
De waterdoop is dus een belangrijk onderdeel van de wedergeboorte. In Romeinen 6 zagen we dat onze oude geestelijke mens sterft in het watergraf en dat we opstaan in een nieuw leven, samen met Christus. Dit beeld beschrijft op een prachtige manier het proces van wedergeboorte. In zijn brief aan Titus noemt Paulus de waterdoop daarom ook het bad van de wedergeboorte, wat duidelijk laat zien hoe belangrijk de doop is in het geheel van de wedergeboorte.
Maar toen de goedertierenheid van God, onze Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is, maakte Hij ons zalig — niet op grond van de werken van rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest. (Titus 3:4-5)
Tot slot is het goed om te beseffen dat de waterdoop deel uitmaakt van een groter geheel. Het is één van de vier stappen van de wedergeboorte die we in dit boek behandelen. Daarom spreekt Paulus in Titus ook over zowel het bad van de wedergeboorte als de vernieuwing door de Heilige Geest. Alle stappen zijn nodig voor een volledige wedergeboorte: ze vormen samen het fundament van een nieuw leven in Christus.
Wanneer laten dopen?
Laten we nu kijken wanneer iemand zich mag laten dopen. In veel kerken en bedieningen moeten mensen eerst verplicht een doopcursus volgen voordat ze zich mogen laten dopen. Soms moet men de doop officieel aanvragen bij de kerk, waarna er maanden overheen kunnen gaan waarin wordt getoetst of iemand echt klaar is voor de doop. Maar wat zegt de Bijbel over de voorwaarden voor de doop? Wanneer mogen mensen zich laten dopen?
Laten we teruggaan naar het verhaal van de kamerheer en kijken wanneer hij zich mocht laten dopen:
En terwijl zij onderweg waren, kwamen zij bij een water. En de kamerheer zei: Kijk, daar is water; wat verhindert mij gedoopt te worden? En Filippus zei: Als u met heel uw hart gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zei: Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is. En hij liet de wagen stilhouden, en zij daalden beiden af in het water, zowel Filippus als de kamerheer, en hij doopte hem. (Handelingen 8:36-38)
Filippus was door een engel gestuurd naar een eenzaam gebied, waar hij de kamerheer ontmoette. Deze man was op dat moment nog geen gelovige. Maar tijdens hun gesprek deelde Filippus het evangelie en als reactie daarop wilde de kamerheer zich meteen laten dopen. Als iemand vandaag de dag tot geloof komt en op dezelfde dag gedoopt wil worden, horen we vaak opmerkingen zoals:
- “Heb je er wel goed over nagedacht of je écht gedoopt wilt worden?”
- “Wat als dit een opwelling is en je later spijt krijgt?”
- “Ben je er wel aan toe? Je bent nog niet eens naar een kerkdienst geweest.”
- “Mooi! Maar misschien moet je eerst een doopcursus volgen?”
Als we kijken naar de reactie van Filippus, dan stelde hij slechts één voorwaarde: “Als u met heel uw hart gelooft, is het geoorloofd.” De enige Bijbelse eis voor de doop is dus: geloven in Jezus Christus. Wanneer je gelooft in Jezus dan mag en moet jij gedoopt worden.
Daarnaast zei Petrus in zijn toespraak op de Pinksterdag dat mensen zich ook moeten bekeren:
En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. (Handelingen 2:38)
Dit vindt gelijktijdig plaats met de wedergeboorte. Met bekering wordt hier bedoeld dat iemand zich bewust tot Jezus keert en de duivel en zijn oude leven achter zich wil laten. Het is dus een keuzemoment. Bekering betekent niet dat iemand eerst maanden- of jarenlang moet bewijzen dat hij werkelijk veranderd is, voordat hij zich mag laten dopen.
Hoe snel na bekering en geloof laten dopen?
Bij voorkeur zo snel mogelijk. In de Bijbel zien we dat mensen vaak op dezelfde dag werden gedoopt waarop ze tot geloof kwamen. Dit begon al bij de vroege kerk, zoals beschreven in het boek Handelingen. Na de allereerste preek van Petrus kwamen duizenden mensen tot geloof. En wanneer werden ze gedoopt?
Zij nu die zijn woord met vreugde aannamen, werden gedoopt; en ongeveer drieduizend zielen werden er op die dag aan hen toegevoegd. (Handelingen 2:41)
Ze werden diezelfde dag allemaal gedoopt. De doop was zó belangrijk, dat de discipelen ervoor kozen om geen tijd te verliezen, zelfs al ging het om drieduizend mensen. Dit patroon zien we ook op andere plekken in het boek Handelingen terug:
En Filippus deed zijn mond open en, uitgaande van dat Schriftwoord, verkondigde hij hem Jezus. (…) En hij liet de wagen stilhouden, en zij daalden beiden af in het water, zowel Filippus als de kamerheer, en hij doopte hem. (Handelingen 8:35 en 38)
De kamerheer kwam tot geloof en direct nadat ze water tegenkwamen, werd hij gedoopt. Dit gebeurde op dezelfde dag. Ditzelfde patroon zien we bij het huis van Cornelius, waar de eerste heidenen tot geloof kwamen:
Kan iemand soms het water weren, zodat deze mensen, die evenals wij de Heilige Geest ontvangen hebben, niet gedoopt zouden worden? En hij beval dat zij gedoopt zouden worden in de Naam van de Heere. Toen vroegen zij hem enkele dagen bij hen te blijven. (Handelingen 10:47-48)
Deze heidenen kwamen tot geloof, ontvingen de Heilige Geest en daarna gaf Petrus het bevel dat zij gedoopt moesten worden.
Weet je wat een bevel is? Een bevel is een opdracht die zonder tegenspraak moet worden opgevolgd. Petrus zei niet: “Denk er rustig over na of je je misschien wilt laten dopen.” Nee, hij beval dat zij zich moesten laten dopen.
Ook in de volgende voorbeelden in het boek Handelingen zien we dat mensen direct werden gedoopt en soms zelfs in dezelfde nacht.
En een zekere vrouw, van wie de naam Lydia was, een purperverkoopster uit de stad Thyatira, die God diende, luisterde naar ons. En de Heere opende haar hart, zodat zij acht gaf op wat door Paulus gesproken werd. En toen zij gedoopt was, en haar huisgenoten. (…) (Handelingen 16:14-15)
En zij zeiden: Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden, u en uw huisgenoten. En zij spraken het Woord van de Heere tot hem en tot allen die in zijn huis waren. En hij nam hen in dat nachtelijke uur met zich mee en waste hun striemen, en hij werd onmiddellijk gedoopt, en al de zijnen. (Handelingen 16:31-33)
En nadat zij dat gehoord hadden, werden zij gedoopt in de Naam van de Heere Jezus. (Handelingen 19:5)
Mensen lieten zich meteen dopen. Paulus was degene die in de Bijbel het langst wachtte met de doop en zelfs dat duurde slechts drie dagen. Maar Ananias, die door God gestuurd was om voor Paulus te bidden, vond dat al te lang. Hij sprak hem er zelfs op aan:
En nu, waarom aarzelt u? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen onder aanroeping van de Naam van de Heere. (Handelingen 22:16)
Laat je dopen
De waterdoop is van levensbelang. Misschien wist je tot nu toe niet hoe belangrijk de doop is en heb je jezelf nog niet laten dopen. Weet dan: God houdt van je en Hij is bereid je alles te vergeven wat je in onwetendheid hebt nagelaten. Maar wacht niet langer. Zorg ervoor dat je vandaag nog een stap zet richting de doop. God wil dat elke gelovige zich laat dopen en het is Zijn verlangen dat jij volledig leeft volgens het nieuwe leven dat Hij voor je heeft bereid.
Wat doet de waterdoop?
Tot slot willen we kort samenvatten wat de waterdoop doet. Deze opsomming geeft je een duidelijk beeld van wat de doop in de geestelijke wereld tot stand brengt.
1. Door de doop word je wedergeboren. Dit punt hebben we eerder in dit hoofdstuk uitgebreid besproken. In de brief aan Titus wordt de waterdoop het “bad van de wedergeboorte” genoemd, wat benadrukt hoe belangrijk de doop is binnen het proces van de wedergeboorte:
Maakte Hij ons zalig, niet op grond van de werken van rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest. (Titus 3:5)
In het doopbad begint het nieuwe leven. Het is echter belangrijk om te benadrukken dat de waterdoop op zichzelf niet voldoende is voor de wedergeboorte. De wedergeboorte bestaat uit vier samenhangende stappen: geloof, bekering, waterdoop en de vervulling met de Heilige Geest. Toch speelt de doop een onmisbare rol in dit proces.
2. Door de doop ben je in Christus. Ook dit punt hebben we eerder uitgebreid behandeld. Door de waterdoop worden we één met Jezus, zowel in Zijn dood als in Zijn opstanding. We worden met Hem bekleed.
U allen die door de doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed. (Galaten 3:27, NBV21)
3. Door de doop worden je zonden afgewassen. Dit klinkt misschien radicaal, maar de Bijbel legt een directe verbinding tussen de waterdoop en het moment waarop iemands zonden worden vergeven.
En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. (Handelingen 2:38)
Ook Ananias zei tegen Paulus dat hij zich moest laten dopen om zijn zonden af te wassen:
En nu, waarom aarzelt u? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen onder aanroeping van de Naam van de Heere. (Handelingen 22:16)
Bij de vergeving en afwassing van zonden is het belangrijk te beseffen dat geloof in Jezus Christus en bekering essentieel zijn. Zonder geloof en bekering is het niet mogelijk om vergeving te ontvangen of je zonden door de doop te laten afwassen.
4. Door de waterdoop word je gered. De waterdoop op zichzelf redt je niet; redding is onlosmakelijk verbonden met geloof en bekering. Toch wordt de waterdoop in de Bijbel duidelijk in verband gebracht met redding, wat benadrukt hoe belangrijk het is om hier niet licht over na te denken.
En heeft Hij ons gered, niet vanwege onze rechtvaardige daden, maar uit barmhartigheid. Hij heeft ons gered door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwende kracht van de heilige Geest. (Titus 3:5, NBV21)
In deze tekst wordt redding direct verbonden met de doop. Dit zien we ook terug in het onderwijs van Jezus:
Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered, maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld. (Markus 16:16, NBV21)
Jezus zegt dat degenen die geloven en gedoopt zijn, gered zullen worden. Dit benadrukt opnieuw hoe belangrijk de waterdoop is en dat deze een essentieel onderdeel vormt van onze redding. Ook Petrus benadrukt dit:
En dat water is een voorafbeelding van het water van de doop, die niet het vuil van uw lichaam wast maar een vraag is aan God om een zuiver geweten. De doop brengt redding dankzij de opstanding van Jezus Christus. (1 Petrus 3:21, NBV21)
De Bijbel legt op meerdere plaatsen een directe link tussen de waterdoop en redding. Betekent dit dat mensen die wel geloven, maar niet gedoopt zijn, verloren gaan? Het is belangrijk om te beseffen dat God genadig en trouw is. Wanneer mensen de betekenis en kracht van de waterdoop niet begrijpen, maar God wel met een oprecht hart dienen, ziet God hun onwetendheid door Zijn genade over het hoofd en schenkt Hij alsnog redding.
Hem heeft God openlijk aangewezen als middel tot verzoening, door het geloof in Zijn bloed. Dit was om Zijn rechtvaardigheid te bewijzen vanwege het voorbijgaan aan de zonden die eertijds hadden plaatsgevonden onder de verdraagzaamheid van God. (Romeinen 3:25)
God kijkt naar de oprechtheid van het hart. Er zullen mensen zijn die de kracht van de waterdoop niet kennen of niet weten dat ze zich moeten laten dopen, maar toch door God gered worden. Ook zijn er mensen die fysiek niet meer in staat zijn om gedoopt te worden, zoals degenen die op hun sterfbed tot geloof komen. Voor hen geldt eveneens dat God hen redt, ook zonder waterdoop.
Denk bijvoorbeeld aan de misdadiger die naast Jezus aan het kruis hing. Hij kwam daar tot geloof en had geen tijd of gelegenheid meer om zich te laten dopen. Toch sprak Jezus deze hoopvolle woorden tot hem:
(…) Voorwaar, zeg Ik u, heden zult u met Mij in het paradijs zijn. (Lukas 23:43)
Toch vraagt Jezus van ons om ons te laten dopen. Wanneer we deze opdracht kennen, is het belangrijk om daar niet mee te wachten, maar dit zo spoedig mogelijk te doen.
5. Door de doop start je als discipel van God
Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat Ik jullie opgedragen heb. (…) (Mattheüs 28:19-20, NBV21)
Hoe worden mensen discipelen en leerlingen van Jezus? De eerste stap is door hen te dopen, gevolgd door onderwijs. Als discipelen zijn wij volgelingen van Jezus. We mogen Zijn onderwijs aannemen en leren leven zoals Hij leefde. Omdat Jezus Zelf werd gedoopt, mogen ook wij Zijn voorbeeld volgen.
Toen kwam Jezus van Galilea naar de Jordaan, naar Johannes, om door hem gedoopt te worden. Maar Johannes wilde Hem hiervan weerhouden en zei: Ik heb het nodig door U gedoopt te worden, en komt U naar mij? Maar Jezus antwoordde hem en zei: Laat het nu gebeuren, want op deze wijze past het ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij het Hem toe. (Mattheüs 3:13-15)
Jezus was de enige persoon die niet gedoopt hoefde te worden, omdat Hij zonder zonde was. Hij hoefde geen zondig leven af te leggen in het watergraf, want Hij had nooit gezondigd. Toch liet Jezus Zich dopen om ons een voorbeeld te geven. Zoals Jezus Zich liet dopen, mogen ook wij dat doen. Als discipelen van Jezus volgen we Hem, ook door het doopwater heen.
De waterdoop is daarom een belangrijk onderdeel van de wedergeboorte en een essentiële stap in ons leven als volgelingen van Jezus.