De Heilige Geest door ons
In het vorige hoofdstuk lazen we wat de Heilige Geest in ons wil doen. God heeft de Heilige Geest aan ons gegeven om ons te helpen. Maar hier stopt het werk van de Heilige Geest niet. Hij wil ons ook gebruiken om anderen tot zegen te zijn en om Gods evangelie te delen. De Heilige Geest wil dat wij een vat zijn van Zijn aanwezigheid, zodat wij zelf vervuld zijn met de Geest en dit als een rivier doorstroomt naar onze omgeving.
Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. En dit zei Hij over de Geest, Die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden. (…) (Johannes 7:38-39)
In dit hoofdstuk behandelen we een aantal gaven die de Heilige Geest aan ons geeft om anderen te dienen.
Profeteren
En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw jongemannen zullen visioenen zien en uw ouderen zullen dromen dromen. En ook op Mijn dienaren en op Mijn dienaressen zal Ik in die dagen van Mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. (Handelingen 2:17-18)
Wanneer wij denken aan profetie, denken we vaak aan iemand die van God inzicht heeft gekregen over de toekomst. Denk bijvoorbeeld aan Johannes, die profetieën en openbaringen ontving over de eindtijd. God kan ons inderdaad inzichten geven, zowel voor toekomstige gebeurtenissen in ons eigen leven als in dat van anderen. Maar profetie is veel meer dan alleen inzicht in de toekomst. Simpel gezegd is profetie: de woorden of beelden die jij van God hebt ontvangen, doorgeven aan anderen. Ik wil een aantal voorbeelden van profetie geven, maar eerst kijken we naar het verschil tussen een profeet en een gelovige met een profetische gave.
De profeet
In hoofdstuk 9 zagen we dat er verschillende vormen van tongentaal zijn. Je hebt tongentaal die de gemeente dient en persoonlijke tongentaal. Een belangrijk verschil is dat God de persoonlijke tongentaal aan iedereen wil geven, terwijl Hij maar enkelen aanwijst om in een samenkomst te spreken in tongentaal die de gemeente dient. Zo zijn er ook verschillende vormen van profetie. God wil dat iedereen profeteert, maar tegelijk heeft Hij sommigen in de gemeente aangesteld als profeet. Het is belangrijk om onderscheid te maken tussen deze twee, omdat een profetie van een door God aangestelde profeet meer gezag heeft dan een profetie van een broeder of zuster. Laten we eerst kort bekijken wat een profeet is, en daarna bestuderen hoe wij zelf kunnen profeteren.
Ten eerste moet een profeet aangesteld zijn door God. Iemand kan er niet zelf voor kiezen om profeet te worden; dit is iets wat God aan diegene moet geven. God stelt zelf Zijn profeten aan.
God nu heeft sommigen in de gemeente een plaats gegeven: ten eerste apostelen, ten tweede profeten, (…). (1 Korinthe 12:28)
Dit zien we terug bij de profeten van het Oude Testament. Zij profeteerden niet namens zichzelf, maar namens God, omdat Hij hen speciaal had aangesteld als profeet. Dat zien we bijvoorbeeld bij de roeping van Jeremia:
Voordat Ik u in de moederschoot vormde, heb Ik u gekend; voordat u uit de baarmoeder naar buiten kwam, heb Ik u geheiligd. Ik heb u aangesteld tot een profeet voor de volken. (Jeremia 1:5)
Bij de roeping van Amos:
De HEERE haalde mij echter achter de kudde vandaan en de HEERE zei tegen mij: Ga heen, profeteer tegen Mijn volk Israël! (Amos 7:15)
En bij de roeping van Ezechiël:
Hij zei tegen mij: Mensenkind, Ik zend u naar de Israëlieten, naar die opstandige volken, die tegen Mij in opstand zijn gekomen. Zij en hun vaderen hebben tot op deze zelfde dag tegen Mij overtreden. En deze kinderen zijn schaamteloos en hardleers. Ik zend u naar hen toe. U moet tegen hen zeggen: Zo zegt de Heere HEERE. (Ezechiël 2:3-4)
Ten tweede kan een profeet openbaringen ontvangen en geven over toekomstige gebeurtenissen. Wanneer God iets doet in de wereld, laat Hij dit altijd eerst weten aan Zijn profeten. De profeten moeten dit vervolgens profeteren en verkondigen aan de gemeente van Christus, aan politieke leiders of aan de inwoners van een land of plaats.
Voorzeker, de Heere HEERE doet niets tenzij Hij Zijn geheimenis heeft geopenbaard aan Zijn dienaren, de profeten. (Amos 3:7)
Een voorbeeld hiervan is de profeet Agabus, die profeteerde dat er binnenkort een hongersnood zou plaatsvinden over de hele wereld.
En in die dagen kwamen enkele profeten vanuit Jeruzalem naar Antiochië. En een van hen, van wie de naam Agabus was, stond op en gaf door de Geest te kennen dat er een grote hongersnood zou zijn over heel de wereld, die ook gekomen is onder keizer Claudius. (Handelingen 11:27-28)
Ten derde is een profeet aangesteld om zonden in de gemeente aan te spreken en mensen te waarschuwen. Wanneer we het leven van de profeten uit het Oude Testament bestuderen, zien we dat een groot deel van hun taak was om de zonden van het volk aan te spreken. Zij kwamen vaak met een harde boodschap. Mensen moesten zich bekeren, en als zij dat niet deden, zouden zij in ballingschap terecht komen.
Ook heeft de HEERE tot u al Zijn dienaren, de profeten, vroeg en laat gezonden, maar u hebt niet geluisterd en uw oor niet geneigd om te luisteren. Ze zeiden: Bekeer u toch, ieder van zijn slechte weg en van uw slechte daden. Dan zult u eeuw uit en eeuw in blijven wonen in het land dat de HEERE u en uw vaderen gegeven heeft. (Jeremia 25:4-5)
Ook profeten uit het Nieuwe Testament roepen op tot bekering en waarschuwen mensen. Eén van de grootste profeten die ooit heeft geleefd, is Johannes de Doper. Wat was zijn profetische boodschap?
In die dagen trad Johannes de Doper op en hij predikte in de woestijn van Judea, en zei: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. (Mattheüs 3:1-2)
Een profeet is aangesteld om gemeenteleden, steden of landen te waarschuwen. Een profeet moet mensen waarschuwen voor Gods toorn die zal komen over alle goddeloosheid. Dit zien we ook terug in het verhaal van Jona. Jona werd geroepen om de stad Ninevé te waarschuwen voor Gods toorn.
Toen stond Jona op en ging naar Ninevé, overeenkomstig het woord van de HEERE. Ninevé was een geweldig grote stad, van drie dagreizen doorsnee. En Jona begon de stad in te gaan, één dagreis. Hij predikte en zei: Nog veertig dagen en Ninevé wordt ondersteboven gekeerd! (Jona 3:3-4)
Ten vierde is een profeet aangesteld om Gods oordeel te verkondigen. In Openbaring lezen we over de brieven die Johannes naar zeven gemeenten moest sturen. Deze brieven bevatten profetische boodschappen voor de gemeenten. Maar het waren niet alleen bemoedigingen die Johannes moest opschrijven; het waren ook woorden van oordeel. Wanneer een gemeente niet functioneert zoals God het wil, zal God de gemeente wegnemen of er een oordeel over vellen. Een heftig voorbeeld lezen we in de brief aan de gemeente van Thyatira:
En Ik heb haar tijd gegeven, opdat zij zich van haar hoererij zou bekeren, maar zij heeft zich niet bekeerd. Zie, Ik werp haar te bed, en breng hen die overspel met haar plegen, in grote verdrukking, als zij zich niet bekeren van hun werken. En haar kinderen zal Ik door de dood ombrengen, en alle gemeenten zullen weten dat Ik het ben Die nieren en harten doorzoekt, en Ik zal u geven eenieder naar uw werken. (Openbaring 2:21-23)
De bediening van een profeet is dus niet altijd makkelijk. Een profeet moet soms ook woorden van oordeel en waarschuwing geven. Er zijn nog meer taken van een profeet, maar voor deze studie gaan we daar niet verder op in.
De gave van profetie
We gaan nu in op de profetische gave die God aan iedere wedergeboren gelovige wil geven. Hier zijn een aantal feiten over de profetische gave:
1. Iedere wedergeboren gelovige kan profeteren. Wanneer we gedoopt worden met de Heilige Geest, wordt het makkelijker om Zijn stem te verstaan. Hierdoor zullen we profetieën ontvangen, dromen dromen en visioenen zien. Op de dag van Pinksteren haalde Petrus een profetie van Joël aan die dit aankondigde:
Maar dit is wat gesproken is door de profeet Joël: En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw jongemannen zullen visioenen zien en uw ouderen zullen dromen dromen. En ook op Mijn dienaren en op Mijn dienaressen zal Ik in die dagen van Mijn Geest uitstorten en zij zullen profeteren. (Handelingen 2:16-18)
Petrus sprak dat God Zijn Geest zal uitstorten op alle vlees, en dat zonen, dochters, dienaren en dienaressen zullen profeteren. Wanneer zal dit plaatsvinden? Op het moment dat God Zijn Geest uitstort in ons leven, oftewel: tijdens de doop in de Heilige Geest. Wanneer je de doop in de Heilige Geest hebt ontvangen, ontvang je de mogelijkheid om te profeteren. Je kunt van de Heilige Geest een woord ontvangen voor je eigen leven of voor het leven van anderen.
God kan op verschillende manieren tot ons spreken, en iedereen kan de boodschap die God wil geven op een andere manier ontvangen. Sommigen horen duidelijk de stem van God, anderen ontvangen dromen of zien visioenen. Tegen de één spreekt God in beelden, terwijl de ander een duidelijk Bijbelvers ontvangt. God spreekt op verschillende manieren, op de manier die het beste bij je past, zodat je Zijn boodschap makkelijker kunt ontvangen.
Wanneer we de woorden die God tot ons gesproken heeft, die gericht zijn aan anderen, met hen delen, dan profeteren we. Volgens Petrus kan iedere wedergeboren gelovige dit doen, en ook Paulus haalde dit aan in zijn onderwijs:
Want u kunt allen, de één na de ander, profeteren, opdat allen leren en allen bemoedigd worden. (1 Korinthe 14:31)
Het was Paulus’ verlangen dat iedere gelovige zou profeteren.
En ik zou wel willen dat u allen in andere talen spreekt, maar vooral dat u profeteert. (1 Korinthe 14:5)
2. Profetie dient anderen. Wanneer je profeteert, dien je anderen. Jouw woorden zijn opbouwend, troostend en bemoedigend.
Maar iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend. (1 Korinthe 14:3, NBV21)
Hier zien we een belangrijk verschil tussen iemand met een profetische gave en een profeet. Een profeet kan woorden van oordeel profeteren, maar de taak van iemand met een profetische gave is om opbouwend, troostend en bemoedigend te zijn. Het is niet de bedoeling dat iedere wedergeboren gelovige voortdurend oordeel en verdoemenis profeteert wanneer de gemeente iets doet waar hij het niet mee eens is. Dit is niet de rol die God heeft gegeven. Het is belangrijk dat jouw woorden altijd gericht zijn op opbouw en niet op afbraak.
(…) Wie profeteert, bouwt de gemeente op. (1 Korinthe 14:4)
Naast dat mensen bemoedigd en opgebouwd worden door profetie, kunnen ook de verborgen zaken van het hart openbaar worden. Dit kan gaan over zowel positieve als negatieve zaken. Stel dat iemand voor het eerst in jouw gemeente komt. Hij heeft een groot verlangen om een weeshuis te stichten in Kenia, maar heeft dit nog met niemand gedeeld. Hoe bijzonder zou het zijn als de één na de ander in de gemeente over deze man profeteert dat God wil dat hij een weeshuis sticht in Kenia? Wanneer deze man nog niet in God gelooft en dit hoort, zou hij toch onmiddellijk tot geloof komen?
Maar als allen zouden profeteren, en er kwam een ongelovige of niet-ingewijde binnen, dan zou die door allen overtuigd en door allen beoordeeld worden. En zo worden de verborgen dingen van zijn hart openbaar, en zo zal hij zich met het gezicht ter aarde werpen en God aanbidden, en verkondigen dat God werkelijk in uw midden is. (1 Korinthe 14:24-25)
Maar dit kan ook op een negatieve manier gebeuren. Wanneer door middel van profetie aan deze man wordt verteld wat hij allemaal verkeerd heeft gedaan, zal hij erkennen dat God bestaat en dat God alles heeft gezien wat hij heeft gedaan. Het is belangrijk dat wij dit nooit op een veroordelende toon vertellen. Het is namelijk niet Gods wil dat deze man veroordeeld wordt; God wil juist dat hij Zijn genade aanneemt, een kind van Hem wordt en vergeving ontvangt voor alle zonden die hij heeft gedaan. Wanneer God ons openbaring geeft, is het altijd bedoeld om iemand op te bouwen, niet om hem af te breken.
Ik heb van een profeet gehoord dat hij vroeger vaak fouten maakte in de manier waarop hij zijn profetieën deelde. De betekenis van de profetieën klopte, maar de wijze waarop hij ze bracht was niet juist. Wanneer mensen binnenkwamen in zijn dienst, wist hij precies welke zonden zij hadden gedaan. Zo kwam er een ongelovige man voor het eerst een samenkomst binnen. Tijdens de dienst wees de profeet hem aan en zei: ‘Afgelopen zaterdag heb jij overspel gepleegd met jouw secretaresse.’ Het woord klopte, maar deze man kwam niet tot geloof; hij vluchtte weg en kwam nooit meer terug.
Het is belangrijk dat wij op een goede manier profetieën delen, zodat mensen opgebouwd worden en niet afgebroken. Ongelovigen moeten juist tijdens een samenkomst God aanbidden en tot geloof komen. Zij moeten niet in hun zonden blijven en in angst naar huis terugkeren. Daarnaast moeten we voorzichtig zijn met het op deze manier terechtwijzen van mensen. Wanneer je het verkeerd hebt, en het geen profetie van God was, kun je iemand ernstig beschadigen.
3. Profetieën moeten beoordeeld worden. Het is belangrijk dat iedere wedergeboren gelovige leert profeteren. Dit betekent dat het kan gebeuren dat sommige woorden die wij spreken niet van God komen, maar uit onze eigen gedachten. Het is zelfs mogelijk dat je begint met een woord van God, en daarna zelf woorden toevoegt vanuit je eigen denken. Dit is niet erg, want je moet het leren en je leert van je fouten. Maar daarom is het belangrijk dat anderen mogen meehelpen om profetieën te beoordelen. Met andere woorden: alles wat je profeteert, moet getoetst worden. De woorden van God moeten bewaard blijven en de rest moeten we loslaten.
En laten twee of drie profeten spreken, en laten de anderen het beoordelen. (1 Korinthe 14:29)
Het vraagt nederigheid om anderen te vragen jouw profetieën te beoordelen. Maar het is erg belangrijk. Er zijn veel profetieën uitgesproken die niet klopten en niet van God kwamen. Door samen te beoordelen kunnen deze woorden eruit gefilterd worden.
Het beoordelen van profetieën is zo belangrijk dat ik vind (ik spreek namens mijzelf, niet namens het Woord) dat mensen die niet accepteren om beoordeeld te worden, ook niet mogen profeteren in de gemeente of in het leven van anderen. Sommige mensen maken namelijk misbruik van profetie en spreken altijd “namens de Heere”, terwijl er nooit iets gebeurt van wat zij hebben gezegd, en hun profetieën elke week veranderen. Wanneer anderen niet mogen beoordelen en op liefdevolle en opbouwende wijze feedback mogen geven, gaat er iets mis. Bij profetie hoort beoordeling. De beoordeling vindt voornamelijk plaats op de volgende drie manieren:
Manier 1: Is het Bijbels wat er gesproken wordt? Als de profetie tegen de Bijbel ingaat, dan is de profetie niet van God.
Manier 2: Heeft God al zelf tot de persoon gesproken over wie de profetie gaat? Meestal spreekt God eerst tot jouw hart voordat Hij via iemand anders profeteert. Wanneer God eerst een verlangen in jouw hart heeft gelegd en vervolgens wordt dit bevestigd door een profetie, dan is dat een teken dat jouw verlangen van God afkomstig is.
Manier 3: Zijn er anderen die dezelfde profetie over jou hebben uitgesproken? Wanneer God iets tot jou wil spreken, zal Hij het vaak bevestigen door meerdere profetische woorden.
Maar let op: profetie is niet Gods meest gebruikelijke manier om tot jou te spreken. God wil persoonlijk tot jou spreken. Je mag profetie zien als een bevestiging van de woorden en verlangens die God al eerder in jouw hart heeft gelegd.
Verschillende soorten profetie
Nu we weten wat het verschil is tussen een profeet en de gave van profetie, is het belangrijk om te kijken welke soorten profetische boodschappen we kunnen delen.
Boodschap 1: getuigen.
(…) Want getuigen van Jezus is profeteren. (Openbaring 19:10, NBV21)
Wanneer je getuigt over Jezus, profeteer je. Getuigen is erg belangrijk, want wat God voor jou heeft gedaan, wil Hij ook voor anderen doen. Wanneer God jou heeft verlost van een verslaving en je deelt dit getuigenis, dan is dit voor jou een gebeurtenis uit het verleden. Maar wanneer iemand jouw getuigenis hoort die nog in die verslaving gevangen zit, is het voor hem een profetie. Hij wordt opgebouwd, omdat hij hoop en geloof ontvangt dat God ook zijn problemen kan en wil oplossen.
Boodschap 2: het openbaren van verborgen zaken. Wanneer je profeteert, kun je verborgen zaken openbaren. Denk bijvoorbeeld aan Jezus en de Samaritaanse vrouw. Jezus ontving een profetisch woord en wist dat de vrouw al vijf mannen had gehad en dat haar huidige man niet haar echte man was. Door deze profetie kwam de vrouw tot geloof, samen met een groot deel van de stad waar zij woonde.
Jezus zei tegen haar: Ga heen, roep uw man en kom hier. De vrouw antwoordde en zei tegen Hem: Ik heb geen man. Jezus zei tegen haar: U hebt terecht gezegd: Ik heb geen man, want vijf mannen hebt u gehad en die u nu hebt, is uw man niet; dat hebt u naar waarheid gezegd. De vrouw zei tegen Hem: Heere, ik zie dat U een profeet bent. (Johannes 4:16-19)
Boodschap 3: Woorden van bemoediging en opbouw. Profetieën zijn woorden die bemoedigend en opbouwend zijn voor anderen. Denk bijvoorbeeld aan een broeder die denkt dat God niet naar hem omziet. Wanneer jij, door middel van profetie, vertelt dat God hem ziet en blij met hem is, dan is dit een profetisch woord.
Maar iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend. (1 Korinthe 14:3, NBV21)
Boodschap 4: Richting voor de toekomst. Wanneer je een relatie met God hebt, wil God je ook dingen openbaren over jouw persoonlijke toekomst. God wil dromen en verlangens in jouw hart leggen, zodat je weet waarvoor Hij je geroepen heeft. Deze dromen en verlangens zijn profetieën van God, zodat jij weet wat je wel en niet moet doen.
Tips om te profeteren
Laten we kijken naar een aantal praktische tips om te profeteren.
Tip 1: streef naar de gave van profetie.
Jaag de liefde na en streef naar de geestelijke gaven, en vooral daarnaar dat u mag profeteren.(1 Korinthe 14:1)
Wanneer we denken aan profetie, denken veel mensen dat dit iets is wat God zomaar aan iemand geeft. Daardoor stappen ze niet uit in profetie, omdat ze denken dat iemand uit het niets een profetisch woord ontvangt om te delen, zonder verdere inspanning van de ontvanger. Maar dit is niet hoe het werkt. God wil namelijk dat wij allemaal profeteren en Hij wil ons allemaal gebruiken om Zijn woorden te delen met de mensen om ons heen.
God verlangt niet dat wij passief wachten totdat er opeens een woord komt. Hij verlangt dat wij streven naar de geestelijke gaven en vooral naar de gave om te profeteren. Streven betekent dat je met inspanning een doel probeert te bereiken. Wanneer Paulus schreef dat we moeten streven om te profeteren, bedoelde hij dat we actief verlangen moeten hebben en open moeten staan om Gods woorden te ontvangen en door te geven. Verlang jij ernaar om anderen te bemoedigen met profetie? Besteed dan tijd met God en de Heilige Geest, zodat je leert Zijn stem te verstaan en leert om Zijn woorden te delen met anderen.
Tip 2: Leer Gods stem verstaan. Wanneer je de woorden van God wilt doorgeven aan anderen, is het eerst belangrijk om Zijn stem te verstaan en te herkennen. Je kunt pas de woorden van God doorgeven als je weet dat ze van Hem komen. Misschien vraag je je af: “Spreekt God wel tot mij?” Laten we deze vraag beantwoorden door het verhaal van de goede herder te lezen, waarin Jezus de goede herder is en de gelovigen de schapen zijn.
Voor hem doet de deurwachter open en de schapen horen zijn stem, en hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. En wanneer hij zijn eigen schapen naar buiten gedreven heeft, gaat hij voor hen uit, en de schapen volgen hem, omdat zij zijn stem kennen. Maar een vreemde zullen zij beslist niet volgen, maar zij zullen van hem wegvluchten, omdat zij de stem van vreemden niet kennen. (Johannes 10:3-5)
Jezus laat met dit verhaal zien dat Hij Zijn schapen bij naam roept en hen leidt. Jezus zal tot iedere gelovige spreken. Het is aan ons om Zijn stem te leren herkennen, zodat we weten wanneer Hij tot ons spreekt. Wanneer jij een gelovige bent, spreekt Jezus en de Heilige Geest continu tot jou. Misschien weet je alleen nog niet precies hoe Zijn stem klinkt. Hierdoor lijkt het soms alsof God niets zegt, maar in werkelijkheid spreekt Hij voortdurend. Wanneer je Zijn stem leert herkennen, zal het steeds makkelijker worden om te weten wat Hij tot jou zegt. Dit is belangrijk voor je stille tijd met God, maar ook voor het profeteren tot anderen.
Om Zijn stem te herkennen, is het belangrijk om stil te zijn. Door de dag heen zijn we vaak bezig met allerlei gedachten. Volgens onderzoek heeft een mens gemiddeld 50.000 gedachten per dag. Onze hersenen zijn voortdurend actief. Daarom is het belangrijk om geregeld rustmomenten te nemen waarin we niet bezig zijn met onze eigen gedachten, maar ons richten op God. In deze momenten zal je Gods stem makkelijker herkennen en verstaan.
Tip 3: oefenen en leren. Hoe heb jij leren fietsen? Door te oefenen. Of hoe heb jij leren praten? Ook door te oefenen. Alles wat je vandaag kunt, heb je geleerd door oefening. Je kunt jouw werk doen omdat je naar school bent geweest en omdat anderen je hebben geleerd hoe je jouw werk moest doen.
Kun je je nog jouw eerste werkdag herinneren? Je kreeg taken, maar je wist nog niet precies hoe alles ging en waar alles was. Je werkte trager, moest vaker hulp vragen aan collega’s, je moest handleidingen gebruiken en het kostte veel inspanning. Maar na tien jaar werken is het niet meer moeilijk. Je weet precies wat je moet doen, je werkt snel en in plaats van dat jij hulp nodig hebt, help jij nu nieuwe collega’s. Hoe komt dat? Doordat je jouw werk voortdurend hebt gedaan en kon blijven oefenen.
Wanneer een kind voor het eerst fietst en valt, is dat normaal. Als ouder denk je dan niet: “O nee, hij is bij de eerste keer al gevallen. Dat wordt nooit wat. Hij heeft geen talent om te fietsen. Ik pak zijn fiets af.” Nee, als ouder weet je dat je kind eerst moeite zal hebben. Daarom ren je achter hem aan en geef je aanwijzingen, want je weet: als hij niet oefent, zal hij het nooit leren. Zo is het ook met profetie. Wanneer je niet oefent met profeteren, zal het niet vanzelf gaan.
“Maar wat als ik een fout maak?” Als je een fout maakt, dan leer je daarvan en ga je verder. Net zoals een kind na een val weer opstaat en verder fietst, ga jij verder en blijf je profeteren.
“Maar wat als ik mensen pijn doe met mijn profetieën?” In de eerste plaats weet je dat profetie altijd bemoedigend en opbouwend moet zijn. In de tweede plaats kun je van tevoren zeggen: “Ik ben aan het leren,” en: “Toets mijn woorden aan de Bijbel en aan wat God al tot jou heeft gesproken.” Zeg ook niet: “Zo spreekt de Heere,” maar zeg: “Ik denk dat ik een indruk van God heb gekregen, wil jij er ook over bidden?”
Tot slot is het belangrijk om niet te profeteren over gevoelige onderwerpen, zoals partnerkeuze, het ontvangen van kinderen of wanneer iemand zal overlijden.
Tip 4: Spreek de profetie uit. Wanneer je profeteert, zul je merken dat je, voordat je begint te spreken, vaak nog niet veel woorden van God hebt ontvangen. Soms ontvang je bijvoorbeeld maar vijf woorden die je moet uitspreken. Maar je zult zien dat wanneer je deze vijf woorden uitspreekt, God deze woorden aanvult met nieuwe woorden. Profetie is net als een tissuedoos: wanneer je één zakdoek eruit trekt, verschijnt de volgende vanzelf. Zo is het ook met profetie. Wanneer je de eerste woorden uitspreekt, zal God je nieuwe woorden geven. En ontvang je geen woorden meer? Dan hoef je ook niet verder te spreken. Het kan ook zijn dat de paar woorden die je ontvangen hebt, precies de volledige boodschap waren die God wilde doorgeven.
De kracht om vrijmoedig te spreken
We hebben de doop in de Heilige Geest ook ontvangen om vrijmoedig te kunnen spreken.
want Johannes doopte wel met water, maar u zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen. (…) maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde. (Handelingen 1:5-8)
De Heilige Geest verhoogd Jezus en bekrachtigt ons
Wanneer we de Heilige Geest bestuderen, valt één ding direct op: de Heilige Geest wil altijd Jezus verhogen. Hij wil dat wij Jezus kennen en gebruikt ons om anderen over Jezus te vertellen.
Maar wanneer de Trooster is gekomen, Die Ik u zenden zal van de Vader, de Geest van de waarheid, Die van de Vader uitgaat, zal Die over Mij getuigen. (Johannes 15:26)
Maar wanneer Die komt, de Geest van de waarheid, zal Hij u de weg wijzen in heel de waarheid, want Hij zal niet vanuit Zichzelf spreken, maar wat Hij gehoord zal hebben, zal Hij spreken, en de toekomstige dingen zal Hij u verkondigen. Die zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het Mijne nemen en het u verkondigen. (Johannes 16:13-14)
Toen Jezus naar de hemel ging en de Heilige Geest op aarde kwam, veranderde het evangelie niet. Het evangelie bleef over Jezus gaan. De Heilige Geest is gekomen om het evangelie van Jezus te bekrachtigen en erover te getuigen. De Heilige Geest zei niet op de Pinksterdag: “Luister, de afgelopen jaren onderwees Jezus dit, maar ik breng nu iets nieuws.” Nee, de Heilige Geest neemt wat Jezus onderwees en verkondigt ons dezelfde boodschap. De boodschap en het evangelie van God veranderen niet. De Heilige Geest zal Jezus blijven verkondigen totdat wij Hem van aangezicht tot aangezicht zullen zien.
De Heilige Geest leert ons en verlangt dat wij de openbaringen die we van Hem ontvangen, doorgeven aan de mensen om ons heen.
Maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal; en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde. (Handelingen 1:8)
De kracht van de Heilige Geest om te getuigen was er niet alleen voor de discipelen van Jezus. Deze kracht is beschikbaar voor elke wedergeboren gelovige. Jezus heeft ons een belangrijke en grote opdracht gegeven: wij moeten het evangelie verkondigen aan alle mensen, tot aan het uiterste van de aarde. Deze taak is niet alleen gegeven aan een paar mensen met een evangelische bediening. God geeft deze opdracht aan alle gelovigen en Hij wil iedereen bekrachtigen om het evangelie te delen.
Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen. En zie, Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld. Amen. (Mattheüs 28:19-20)
Van angst naar vrijmoedigheid
We hoeven deze taak niet alleen te volbrengen. De Heilige Geest geeft ons de kracht en autoriteit om deze belangrijke boodschap overal te verkondigen. Hij breekt elke angst en verlegenheid af.
Voordat de discipelen de doop in de Heilige Geest ontvingen, waren zij bang. Denk bijvoorbeeld aan Petrus, die Jezus verloochende, aan de discipelen die vluchtten toen Jezus gevangen werd genomen, en aan de discipelen die na de kruisiging van Jezus bij elkaar kwamen achter gesloten deuren.
Toen het nu avond was op die eerste dag van de week en de deuren van de plaats waar de discipelen bijeenwaren, uit vrees voor de Joden gesloten waren, kwam Jezus en Hij stond in hun midden en zei tegen hen: Vrede zij u! (Johannes 20:19)
Maar toen de dag van Pinksteren aanbrak en zij gedoopt werden met de Heilige Geest, viel de angst van hen af. Ze ontvingen kracht en grote vrijmoedigheid om het evangelie te delen. Na de doop in de Heilige Geest hield Petrus een preek in Jeruzalem, en er kwamen drieduizend mensen tot geloof. Petrus veranderde van iemand die Jezus verloochende en in angst achter gesloten deuren zat, naar iemand die vrijmoedig over Jezus sprak. Zo zullen ook wij de kracht van de Geest ontvangen om vrijmoedig het Woord van God te delen.
De kracht van vrijmoedigheid gaat ver. In de Bijbel lezen we dat Petrus en Johannes werden terechtgewezen door de religieuze leiders van Israël. Ze mochten niet meer over Jezus spreken en werden bedreigd. Maar Petrus en Johannes werden vrijgelaten en gingen naar de andere discipelen. Dit was hun gebed:
Nu dan, Heere, sla acht op hun bedreigingen en geef Uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw Woord te spreken, doordat U Uw hand uitstrekt tot genezing en er tekenen en wonderen gebeuren door de Naam van Uw heilig Kind Jezus. (Handelingen 4:29-30)
Hoe antwoordde de Heilige Geest op dit gebed?
En toen zij gebeden hadden, werd de plaats waar zij bijeenwaren, bewogen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en spraken het Woord van God met vrijmoedigheid. (Handelingen 4:31)
Zij werden opnieuw vervuld met de Geest en spraken het Woord van God met grote vrijmoedigheid. Dit kan alleen door het werk van de Heilige Geest. Wanneer je spreekt en veel tegenstand ontvangt, is het menselijk om te willen stoppen. Maar de Heilige Geest geeft grote vrijmoedigheid, zodat je de kracht ontvangt om door te blijven gaan.
Eén van de mooiste voorbeelden van een man die het Woord van God met grote vrijmoedigheid predikte, is Paulus. In veel steden waar hij het evangelie bracht, ontmoette hij hevige tegenstand. Paulus werd zelfs gestenigd door een menigte:
Maar er kwamen Joden uit Antiochië en Ikonium, die de menigten overtuigden; en zij stenigden Paulus en sleepten hem de stad uit, omdat zij dachten dat hij dood was. (Handelingen 14:19)
Door een wonder stond Paulus weer op. En wat deed hij toen?
Maar toen de discipelen hem omringd hadden, stond hij op en ging de stad in, en de volgende dag vertrok hij met Barnabas naar Derbe. En nadat zij aan die stad het Evangelie verkondigd hadden en veel discipelen gemaakt hadden, keerden zij terug naar Lystre, Ikonium en Antiochië. (Handelingen 14:20-21)
De volgende dag vertrok hij en verkondigde het evangelie in Derbe. Dit is alleen mogelijk door de kracht van vrijmoedigheid die de Heilige Geest geeft. Paulus besloot niet om eerst rust te nemen of een maand te reflecteren op wat er was gebeurd, maar ging direct verder met het verkondigen van het evangelie.
Leiding van de Heilige Geest
Naast de kracht van vrijmoedigheid wil de Heilige Geest ons ook leiding geven, zodat wij weten in welke gebieden wij het evangelie moeten delen en in welke niet. Dit gebeurde ook bij Paulus. Soms wilde hij ergens het evangelie brengen, maar de Heilige Geest verhinderde dat.
En nadat zij door Frygië en het land van Galatië gereisd waren, werden zij door de Heilige Geest verhinderd het Woord in Asia te spreken. En bij Mysië gekomen, probeerden zij naar Bithynië te reizen, maar de Geest liet het hun niet toe. (Handelingen 16:6-7)
Waarom wilde de Heilige Geest dit niet? Omdat het op dat moment niet Paulus’ taak was om in Asia of Bithynië het evangelie te brengen. De Heilige Geest wilde eerst een ander gebied bereiken.
En Paulus kreeg 's nachts een visioen te zien: er stond een Macedonische man, die hem dringend vroeg: Kom over naar Macedonië en help ons! Toen hij nu dit visioen gezien had, probeerden wij meteen naar Macedonië te reizen, omdat wij eruit opmaakten dat de Heere ons geroepen had aan hen het Evangelie te verkondigen. (Handelingen 16:9-10)
God wilde dat Paulus naar Macedonië zou gaan om daar het evangelie te verkondigen. Het mooie aan deze tekst is dat Paulus besloot om op weg te gaan. Vaak bidden wij: “Heer, gebruik mij om het evangelie te delen.” Maar wij mogen weten dat wij mogen gaan. We mogen overal het evangelie brengen, tot aan de uiteinden van de aarde. En als we gaan, zal de Heilige Geest tot ons spreken en duidelijk maken op welke plaats Hij ons heeft geroepen.
Misschien ervaar je dat de Heilige Geest zegt: “Ga niet naar Rotterdam, maar naar Utrecht.” Zo leidt de Geest jou in de richting die je moet gaan. Het is ook goed om te weten dat deze leiding tijdelijk kan zijn. Misschien wil God je eerst vier jaar gebruiken om in Utrecht het evangelie te delen, en stuurt Hij je daarna alsnog naar Rotterdam.
Daarom is het belangrijk om ten eerste te gaan, en ten tweede goed te luisteren naar de stem van de Heilige Geest.
De kracht om wonderen en tekenen te doen
In de vorige paragraaf lazen we over de kracht om vrijmoedig te spreken. Weet jij hoe je vrijmoedig het evangelie kunt delen? Onder andere doordat er wonderen en tekenen plaatsvinden. Wanneer zieken genezen, demonen worden uitgedreven en doden worden opgewekt, krijgen mensen aandacht en interesse. En als je hun aandacht hebt, kun je met alle vrijmoedigheid het evangelie delen.
Nu dan, Heere, sla acht op hun bedreigingen en geef Uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw Woord te spreken, doordat U Uw hand uitstrekt tot genezing en er tekenen en wonderen gebeuren door de Naam van Uw heilig Kind Jezus. (Handelingen 4:29-30)
De discipelen baden om tekenen en wonderen, zodat ze daardoor met vrijmoedigheid het evangelie konden verkondigen. Wanneer we het boek Handelingen lezen, zien we dat tekenen en wonderen altijd leidden tot grote vrijmoedigheid of vervolging. Door de wonderen die God deed, ontstond er opschudding. Denk bijvoorbeeld aan:
1. Handelingen 2: De Heilige Geest werd uitgestort met het geluid van een geweldige windvlaag. De discipelen spraken in tongentaal, waardoor Petrus grote vrijmoedigheid kreeg om het Woord te delen. Hierdoor kwamen drieduizend mensen tot geloof.
2. Handelingen 3: De kreupele man, die altijd bij de tempelpoort bedelde, werd genezen. Iedereen kon hem zien lopen. Dit gaf Petrus vrijmoedigheid om te spreken, en velen kwamen tot geloof.
3. Handelingen 5: Ananias en Saffira zondigden tegen de Heilige Geest en stierven door een wonderteken. Dit zorgde voor groot ontzag bij allen die ervan hoorden.
4. Handelingen 5:12: Door de handen van de apostelen gebeurden voortdurend tekenen en wonderen. Het volk had groot ontzag voor hen, en dagelijks kwamen er nieuwe gelovigen bij, totdat er hele menigten tot geloof kwamen.
We zien in het hele boek Handelingen dat de wonderen en tekenen van God de gelovigen vrijmoedigheid gaven om het evangelie te verkondigen.
De kracht is voor iedereen beschikbaar
Wanneer we het hebben over het doen van wonderen en tekenen, denken we vaak aan iemand die op een podium staat, door God gezalfd is, en mensen naar voren roept om voor hen te bidden. Veel mensen denken dat God maar enkelen heeft aangesteld om hierin te wandelen. Maar dat is niet waar. God heeft de kracht om wonderen en tekenen te doen aan iedereen gegeven. Niet alleen dat, Jezus heeft ons zelfs opgedragen om wonderen en tekenen te verrichten.
En hen die geloofd zullen hebben, zullen deze tekenen volgen: in Mijn Naam zullen zij demonen uitdrijven; in vreemde talen zullen zij spreken; slangen zullen zij oppakken; en als zij iets dodelijks zullen drinken, zal het hen beslist niet schaden; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen gezond worden. (…) Maar zij gingen overal heen om te prediken, en de Heere werkte mee en bevestigde het Woord door de tekenen die erop volgden. Amen. (Markus 16:17-20)
Het verrichten van wonderen en tekenen is geen “bonus” voor diepgelovige heiligen, maar voor iedere wedergeboren christen. Als jij bent wedergeboren, dan kun jij wandelen in de wonderen en tekenen van God. Jij hebt macht ontvangen om demonen uit te drijven, in tongentaal te spreken en zieken te genezen. De Bijbel spreekt hier vaak over:
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, want Ik ga heen naar Mijn Vader. (Johannes 14:12)
Welke werken deed Jezus? Hij genas de zieken, dreef demonen uit en wekte doden op. Hoe kunnen wij deze werken doen? Omdat Jezus naar de Vader is gegaan en vanuit de hemel de Heilige Geest op ons heeft uitgestort. Door de Heilige Geest zijn wij in staat om wonderen en tekenen te doen.
En Hij riep Zijn twaalf discipelen bij Zich en gaf hun macht over de onreine geesten om die uit te drijven, en om iedere ziekte en elke kwaal te genezen. (Mattheüs 10:1)
En als u op weg gaat, predik dan: Het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. Genees zieken, reinig melaatsen, wek doden op, drijf demonen uit. U hebt het voor niets ontvangen, geef het voor niets. (Mattheüs 10:7-8)
De kracht komt door de Heilige Geest
De kracht om wonderen en tekenen te verrichten komt niet uit onze eigen kennis, vaardigheden of heiligheid. Deze kracht komt door de vervulling van de Heilige Geest. Wij handelen niet in onze eigen kracht, maar ontvangen de kracht van de Heilige Geest.
Wanneer we naar het leven van Jezus kijken, zien we dat Hij geen wonderen deed door Zijn eigen kracht. Jezus was afhankelijk van de Heilige Geest, de Geest werkte door Hem heen. Nadat Jezus gedoopt werd door Johannes de Doper, kwam de Geest op Hem, en pas daarna begon Hij wonderen en tekenen te doen.
En nadat Jezus gedoopt was, kwam Hij meteen op uit het water; en zie, de hemelen werden voor Hem geopend, en Hij zag de Geest van God als een duif neerdalen en op Zich komen. (Mattheüs 3:16)
De volgende teksten laten zien dat Jezus wonderen en tekenen deed door de kracht van de Heilige Geest:
En Jezus keerde door de kracht van de Geest terug naar Galilea, en het gerucht over Hem verspreidde zich door heel de omgeving. En Hij gaf onderwijs in hun synagogen en werd door allen geprezen. (Lukas 4:14-15)
Hoe God Jezus van Nazareth gezalfd heeft met de Heilige Geest en met kracht en hoe Hij het land doorgegaan is, terwijl Hij goeddeed en allen die door de duivel overweldigd waren, genas, want God was met Hem. (Handelingen 10:38)
Maar als Ik door de Geest van God de demonen uitdrijf, dan is het Koninkrijk van God bij u gekomen. (Mattheüs 12:28)
Jezus ontving de kracht van de Heilige Geest. Door deze kracht genas Hij zieken, dreef Hij demonen uit, predikte Hij, en deed Hij wonderen en tekenen. Net zoals Jezus hebben ook wij de kracht van de Heilige Geest nodig om bovennatuurlijke werken te doen.
Want ik durf het niet aan iets te zeggen wat Christus niet door mij teweeggebracht heeft, om de heidenen tot gehoorzaamheid te brengen, in woord en daad, door de kracht van tekenen en wonderen en door de kracht van de Geest van God. Zo heb ik dan van Jeruzalem af en rondom, tot Illyricum toe, het Evangelie van Christus vervuld. (Romeinen 15:18-19)
En mijn spreken en mijn prediking bestonden niet in overtuigende woorden van menselijke wijsheid, maar in het betonen van geest en kracht, opdat uw geloof niet zou bestaan in wijsheid van mensen, maar in kracht van God. (1 Korinthe 2:4-5)
De reden waarom wij mensen kunnen bevrijden en genezen, komt door de kracht van de Heilige Geest, die op ons wordt uitgestort tijdens de doop in de Heilige Geest.
De gaven van de Geest
Daarnaast wil de Heilige Geest ons nog veel meer gaven geven om anderen te dienen. Een mooi overzicht vinden we in 1 Korinthe. Laten we dit kort en krachtig bestuderen.
Wat nu de geestelijke gaven betreft, broeders, wil ik niet dat u onwetend bent. (1 Korinthe 12:1)
Paulus wil niet dat wij onwetend zijn over de geestelijke gaven. Deze gaven zijn geen extraatje voor een paar gelovigen die zich ernaar uitstrekken. Paulus en de Heilige Geest willen dat alle broeders en zusters op de hoogte zijn van deze gaven en weten hoe ze ermee moeten omgaan.
Er is verscheidenheid van genadegaven, maar het is dezelfde Geest. (1 Korinthe 12:4)
Het is belangrijk om te beseffen dat er verschillende gaven zijn die de Heilige Geest aan de gemeente wil geven. Hoewel elke gave anders is en anders functioneert, stromen ze allemaal uit één bron: de Heilige Geest.
Er is verscheidenheid van bedieningen, en het is dezelfde Heere. Er is verscheidenheid van werkingen, maar het is dezelfde God, Die alles in allen werkt. (1 Korinthe 12:5-6)
Niet alleen de Heilige Geest is betrokken bij het geven van de genadegaven. De volledige Drie-eenheid werkt samen om de gemeente te zegenen en te voorzien in wat nodig is. Zie je hoe belangrijk de genadegaven zijn voor God? Het is Zijn verlangen om ons te helpen en te dienen door deze gaven, en Hij gebruikt daarvoor wedergeboren gelovigen die zich ervoor openstellen.
Aan ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de ander. (1 Korinthe 12:7)
De gaven van de Geest zijn gegeven om anderen te helpen. Ze zijn niet bedoeld voor jezelf, maar voor de ander. Als je samenkomt in de gemeente, is het belangrijk om zegeningen en genadegaven van anderen te ontvangen. Maar het is net zo belangrijk om de gaven die God jou heeft gegeven te gebruiken om anderen te dienen.
Veel gelovigen gaan naar een dienst met de vraag: “Wat kan ik vandaag ontvangen?” Dat is niet verkeerd, het is juist goed om verwachting te hebben. Maar het is ook belangrijk om te denken: “Hoe kan ik vandaag iemand anders dienen?” Samen vormen we het lichaam van Christus, en we zijn geroepen om elkaar te helpen. Zoals elk deel van een lichaam het geheel dient, zo moeten wij elkaar dienen. Als de oren stoppen met horen of de ogen niet meer zien, functioneert het lichaam niet goed. Zo is het ook in de gemeente: elk lid is nodig.
Wat zijn de bovennatuurlijke genadegaven van de Heilige Geest? Paulus noemt er in deze brief negen, maar dit is geen volledige lijst. De Heilige Geest kan ook andere genadegaven geven.
Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest; en aan een ander geloof, door dezelfde Geest, en aan een ander genadegaven van genezingen, door dezelfde Geest; en aan een ander werkingen van krachten, en aan een ander profetie, en aan een ander het onderscheiden van geesten, en aan een ander allerlei talen, en aan een ander uitleg van talen. (1 Korinthe 12:8-10)
1. Een woord van wijsheid. Soms zijn er problemen in de gemeente die niet eenvoudig op te lossen zijn. Er is wijsheid voor nodig, en de Heilige Geest wil die wijsheid geven. Een prachtig voorbeeld hiervan vinden we in het verhaal van Jezus en de overspelige vrouw (Johannes 8:1-11). De vrouw was op overspel betrapt en volgens de wet moest zij gestenigd worden. De farizeeën brachten haar bij Jezus en vroegen Hem om een oordeel. Jezus ontving een woord van wijsheid, waardoor Hij haar genadig kon zijn en zij niet veroordeeld of gedood werd. Door deze wijsheid werd de vrouw gered van de dood.
2. Een woord van kennis. Terwijl een woord van wijsheid nodig is om een ingewikkeld probleem op te lossen, gaat een woord van kennis over een openbaring van verborgen informatie. Dit zien we in het verhaal van Jezus en Nathanaël:
Jezus zag Nathanaël naar Zich toe komen en zei over hem: Zie, werkelijk een Israëliet in wie geen bedrog is. Nathanaël zei tegen Hem: Vanwaar kent U mij? Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voordat Filippus u riep, toen u onder de vijgenboom was, zag Ik u. (Johannes 1:48-49)
Jezus kon niet op natuurlijke wijze weten dat Nathanaël onder de vijgenboom zat, maar door een woord van kennis openbaarde de Heilige Geest dit aan Hem. Jezus zag Nathanaël, zonder daar fysiek aanwezig te zijn.
3. Geloof. Met de gave van geloof wordt niet het geloof bedoeld dat nodig is voor redding. De gave van geloof is een bovennatuurlijk soort geloof, het is een “Gods soort geloof”. Normaal moet je vechten tegen twijfels wanneer je ergens voor bidt of gelooft. Maar wanneer de Heilige Geest de gave van geloof geeft, verdwijnen alle twijfels. Je weet het dan met absolute zekerheid. Je ontvangt Gods zekerheid over een situatie.
Denk bijvoorbeeld aan Jezus, die tijdens de storm het bevel gaf dat de wind moest gaan liggen. Er was bij Hem geen spoor van angst of twijfel. Jezus wist honderd procent zeker dat de storm naar Zijn stem zou luisteren.
4. Genadegaven van genezingen. De Bijbel roept iedere gelovige op om zieken te genezen. Maar niet iedereen heeft de genadegaven van genezing. Wanneer iemand op je werk ziek is, is het jouw taak om diegene te genezen. Of wanneer je tijdens evangelisatie op straat een zieke tegenkomt, mag je ook voor die persoon bidden en genezing verwachten. In de gemeente heeft God echter mensen aangesteld met de gave van genezing. Zij kunnen tijdens een samenkomst een grote groep mensen aanspreken, en honderden tot duizenden mensen kunnen genezen door hun prediking en bediening. Daarnaast zijn mensen die de gave van genezing ontvangen, ook gezalfd om anderen te leren hoe zij zieken kunnen genezen.
5. Werkingen van krachten. Werkingen van krachten zijn wonderen die direct plaatsvinden. Denk bijvoorbeeld aan Jezus, die met een paar broodjes en visjes een hele menigte voedde. Bij werkingen van krachten gebeurt het wonder meteen, zonder veel tussenkomst van tijd. Het verschil tussen werkingen van krachten en de gave van genezing is soms moeilijk te zien, omdat ze vaak samengaan. Toch is het goed om te weten dat een werking van krachten een bovennatuurlijk teken van God is, dat een situatie onmiddellijk kan veranderen.
6. Profetie. Profetie is een gave van de Geest, die we eerder in dit hoofdstuk al uitgebreid hebben behandeld.
7. Het onderscheiden van geesten. Deze gave houdt in dat iemand direct de kracht ontvangt om te weten of iets van God afkomstig is of van een dwaalgeest. In de eerste plaats is het belangrijk dat elke gelovige toetst wat een voorganger, Bijbelleraar, profeet, broeder of zuster onderwijst. Maar om ons hierbij te helpen, geeft de Heilige Geest aan sommigen in de gemeente de gave om geesten te onderscheiden of te beproeven.
De duivel doet zich voor als een engel van het licht. De leugens die hij verspreidt bevatten vaak veel waarheid. Soms is een leer negentig procent gebaseerd op de Bijbel, maar wijkt het tien procent af, waardoor het toch een dwaalleer wordt. Wanneer iemand de gave van het onderscheiden van geesten ontvangt, herkent diegene dat het niet van God is. Zo kan hij of zij de gemeente beschermen tegen dwaalgeesten die door dwaalleraren werken.
Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn; want er zijn veel valse profeten in de wereld uitgegaan. Hieraan leert u de Geest van God kennen: elke geest die belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is uit God; en elke geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vlees gekomen is, is niet uit God; maar dat is de geest van de antichrist, waarvan u gehoord hebt dat hij komt, en die nu al in de wereld is. (1 Johannes 4:1-3)
8. Allerlei talen en uitleg van talen. Paulus spreekt hier over tongentaal en de vertaling van tongentaal. Deze twee gaven hebben we al uitgebreid behandeld in hoofdstuk 9.
Al deze dingen echter werkt één en dezelfde Geest, Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil. (1 Korinthe 12:11)
Nogmaals benadrukt Paulus dat alle gaven verschillend zijn, maar dat ze toch allemaal uit dezelfde bron voortkomen: de Heilige Geest. De Heilige Geest geeft deze gaven aan ons als een genadegave, een cadeau, zodat wij anderen kunnen dienen.
In de gemeente wijst de Heilige Geest mensen aan die in een bepaalde gave kunnen functioneren. Maar de Geest kiest niet zomaar willekeurig. Hij kiest mensen die zich uitstrekken naar de gaven en verlangen om erin te wandelen.
Streef dus naar de beste genadegaven. (…) (1 Korinthe 12:31)
We mogen vol verwachting uitzien dat God ons wil gebruiken, zowel in de gemeente als op straat. Wanneer we in een genadegave mogen wandelen, is het belangrijk om deze gave ook actief aan te wakkeren.
Daarom herinner ik u eraan de genadegave van God die in u is door de oplegging van mijn handen, aan te wakkeren. (2 Timotheüs 1:6)
Hoe wakker je een gave aan? Je kunt het vergelijken met een kampvuur. Stel, twee personen maken allebei een vuur. De één steekt het vuur aan en gaat daarna slapen. De ander blijft actief: hij legt regelmatig hout op het vuur en zorgt ervoor dat het blijft branden. Welk vuur blijft het langst branden? Het vuur dat actief wordt onderhouden.
Zo is het ook met de genadegaven van de Geest. Als God je een gave heeft gegeven en je doet er niets mee, zal je minder sterk in die gave functioneren dan iemand die het verlangen heeft om dagelijks in die gave te wandelen en daarin oefent. Hoewel het de Heilige Geest is die de genadegaven geeft, vertrouwt Hij meer toe aan gelovigen die de gaven aanwakkeren, trouw zijn en regelmatig daarin wandelen. Want waarom zou de Heilige Geest Zijn gaven geven aan iemand die er toch niets mee doet?