Hoe kan ik mij bekeren?

Nu wij hebben gezien dat wij moeten geloven in Jezus Christus, is het nu tijd voor de volgende stap, namelijk: bekeren. Wanneer je gelooft in Jezus, dan kun je twee dingen doen. Het eerste is dat je naar Jezus kan gaan en Hem wil volgen. Het tweede is dat je weet dat Jezus leeft en dat je het evangelie gelooft, maar je het besluit neemt om Jezus te negeren, en in je eigen werken en zonden te blijven.

Wat is het verschil tussen optie één en optie twee? De mensen van optie één hebben zich bekeerd, terwijl de mensen van optie 2 niets willen weten van bekering. Zij weten dat Jezus leeft, maar vinden hun eigen werken en genietingen belangrijker. Of zij zijn al zo druk in hun leven, dat zij Jezus en het geloof er niet bij willen hebben. Als het ware verstikt hun geloof door al hun eigen problemen en verleidingen.

En bij wie in de dorens gezaaid is, dat is hij die het Woord hoort; maar de zorgen van deze wereld en de verleiding van de rijkdom verstikken het Woord, en het wordt onvruchtbaar. (Mattheüs 13:22)

In dit hoofdstuk gaan wij bestuderen wat bekering is, waarom bekering belangrijk is en waarvan wij ons moeten bekeren.

Wat is bekeren?

Bekeren is een erg bekend woord in de Bijbel, en in de kerk wordt dit woord ook vaak opgenoemd. Maar als iemand vraagt: ‘Wat is bekeren?’ of: ‘waarom moet ik mij bekeren?’ kan jij dan hier een antwoord op geven met behulp van een aantal Bijbelteksten?

Daarnaast is bekeren niet een zelfstandig naamwoord. Het is een werkwoord. Er wordt verwacht dat je zelf iets doet en aan de slag gaat. We zullen straks zien dat God ons helpt om ons te bekeren, en God ons ook het verlangen geeft om ons te bekeren. Maar dit is ook iets wat wij zelf moeten doen. God kan ons niet bekeren wanneer wij dit niet toelaten. Wij moeten actief betrokken zijn in onze bekeringproces, en wij moeten zelf keuzes maken in ons leven.

Om een goede definitie te geven over bekering, is het eerst belangrijk om naar de Griekse vertaling te kijken. Wat betekent bekeren in het Grieks, en waarvoor werd dit woord nog meer gebruikt?

Het Griekse woord is: ‘meta-noeō’, en dit betekent: ‘berouw hebben’, ‘zich bekeren’ of ‘van gedachten veranderen’. Ik vind de vertaling van dit Griekse woord erg mooi. Dit laat namelijk twee belangrijke eigenschappen van de bekering zien. Het eerste is het veranderen van je gedachten. Vroeger ging een man bijvoorbeeld met verschillende vrouwen naar bed. Hij wist niet dat dit verkeerd was, en beschouwde het als normaal om dit te doen. Maar dan komt hij tot bekering: hij verandert van gedachten. Terwijl hij eerst dacht dat het niet erg was om verschillende bedpartners te hebben, veranderen zijn gedachten. Nu weet hij dat wat hij jarenlang heeft gedaan fout was, en hij wil dit niet meer doen. Op het moment dat zijn gedachten zijn veranderd, en hij zich heeft bekeerd, ontstaat er een bijzondere ervaring. Hij heeft berouw, omdat hij het verschrikkelijk vindt hoe hij zijn leven heeft doorgebracht, en wat hij allemaal voor verkeerds heeft gedaan.

Paulus omschreef dit als volgt in Zijn brief aan de Korinthe:

Nu verblijd ik mij, niet omdat u bedroefd bent geweest, maar omdat u bedroefd bent geweest tot bekering. Want u bent bedroefd geweest overeenkomstig de wil van God (…). (2 Korinthe 7:9)

Paulus gebruikte de term: ‘bedroefd tot bekering’. Er is een bedroefdheid, of een soort berouw, dat van God komt. Wanneer wij ons leven vanuit het gezichtspunt van God bekijken, dan worden wij bedroefd om de verkeerde keuzes die wij hebben genomen. Wanneer wij deze bedroefdheid ontvangen, opent dit de deur tot echte bekering.

Aan de hand van dit Griekse woord zien wij dus twee mooie betekenissen van bekering die hand in hand gaan. Wanneer jij je bekeert, dan verander jij je gedachten en neem jij een wilsbesluit. Eerst was je gericht op de zonde en op jezelf, maar nu is er een verandering in je gedachten gekomen. Je wilt niet meer gericht zijn op de zonde en op jezelf, maar op heiligheid, op Jezus en je wilt je naasten liefhebben zoals je jezelf lief hebt. En doordat je nu je gedachten veranderd hebt, kom je tot berouw. Je weet dat je in het verleden fouten hebt gemaakt, en verkeerde keuzes hebt gemaakt. Dit doet pijn, en je hebt hier spijt van. Die keuzes geven jou verdriet, en wanneer je de tijd kon terugdraaien, zou je dit nooit gedaan hebben. Berouw tonen kan met een hoop emoties gespaard gaan, maar het is belangrijk om te weten dat berouw tonen niet gelijk staat aan bekering. Je moet namelijk een wilsbesluit maken om je gedachten te veranderen, en om voortaan anders te leven. Veel mensen hebben berouw over keuzes, maar veranderen er niets aan, en ze keren zich er niet vanaf.

Laten wij een voorbeeld bekijken. Ik haal dit voorbeeld aan om het verschil te zien tussen berouw tonen en daadwerkelijk bekeren. Een vrouw en een man kunnen samenwonen zonder getrouwd te zijn. Uiteindelijk komen zij tot het besef dat dit niet hoort, en zij hebben hier berouw over. Nu kunnen zij twee dingen doen: het berouw negeren, niet trouwen en blijven samenwonen. Of zij nemen het besluit om een trouwdatum te plannen en hebben geen gemeenschap met elkaar tot de trouwdatum. Bij het eerste was er alleen berouw, maar berouw alleen heeft niets verandert aan de situatie. Bij het tweede was er berouw, en namen zij het besluit om hun gedachten te veranderen, en acties te ondernemen om te leven zoals God het wilt.

Het is dus belangrijk om ons te bekeren en onze gedachten te veranderen. Ik vind dit prachtig verwoord in Ezechiël, waarin God het volk Israël oproept om zich te bekeren.

Volk van Israël, Ik zal ieder van jullie beoordelen naar de weg die hij gaat! – spreekt God, de HEER. Kom tot inkeer; bega geen misdaden meer, anders brengen die jullie ten val. Breek met het zondige leven dat jullie hebben geleid, en vernieuw je hart en je geest. Want waarom zouden jullie sterven, volk van Israël? De dood van een mens geeft Me geen vreugde – spreekt God, de HEER. Kom tot inkeer en leef! (Ezechiël 18:30-32, NBV21)

En dit leidt ons naar het volgende woord voor bekering, het Hebreeuwse woord: ‘šûḇ’. Dit betekent: ‘omdraaien’, ‘omkeren’ of ‘terugkeren’. Toen wij de Griekse vertaling lazen, zagen wij voornamelijk iets wat in de mens gebeurt. De mens verandert van gedachten, zijn wil verandert en hij heeft berouw. Wanneer wij het Hebreeuwse woord voor bekering bestuderen, heeft dit meer betrekking op de uitwendige kant van de mens. Zijn daden veranderen, en je kan zien dat iemand bekeerd is doordat hij andere beslissingen neemt.

De tekst van Ezechiël vind ik prachtig, want dit benadrukt zowel het uitwendige kenmerk van bekering, als het inwendige kenmerk van bekering. Israël moest breken van hun zondige levensstijl (de uitwendige kant), door hun hart en geest te vernieuwen (inwendige kant). Zie je hoe deze twee begrippen samengaan?

Laten wij naar twee gevaren kijken. Het eerste gevaar zijn mensen die zich zogenaamd inwendig hebben bekeerd, maar dit niet te zien is in hun leven. Het tweede gevaar is dat mensen zich uitwendig hebben bekeerd, maar van binnenuit zijn zij niet daadwerkelijk bekeerd.

Wanneer mensen zich inwendig hebben bekeerd, maar dit niet te zien is, dan is er iets raars aan de hand. Ik spreek nu niet over mensen die groeien in heiligheid, en steeds meer op Jezus lijken naarmate de tijd verstrekt. Ik spreek over mensen die denken dat zij zich hebben bekeerd, maar er geen verschil is tussen hun leven voor de bekering en hun leven na de bekering. Ik spreek over mensen die geen goede vruchten laten zien. Laten wij kijken welke waarschuwing de Bijbel aan deze groep mensen geeft.

Breng dan vruchten voort in overeenstemming met de bekering. (…) Elke boom dan die geen goede vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. (Mattheüs 3:8-10)

De volgende Bijbeltekst spreekt ook over bekering. Het is namelijk belangrijk dat wij de wil van God de Vader doen, wat een teken is van oprechte bekering.

Iedere boom die geen goede vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. Zo zult u hen dus aan hun vruchten herkennen. Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. (Mattheüs 7:19-21)

Het is onmogelijk dat iemand zegt dat hij bekeerd is, en zijn leven is niet veranderd. Wanneer jij je bekeerd hebt, dan hoort dit zichtbaar te zijn aan de vruchten die je voorbrengt. Nogmaals, soms heeft dit tijd nodig, en je zal zien dat je steeds meer op Jezus gaat lijken wanneer jij je oprecht hebt bekeerd. Net zoals aardse vruchten groeien en steeds groter worden, zullen wij steeds meer groeien en steeds meer op Jezus lijken. Maar wanneer jij je hebt bekeerd, en jaren gaan voorbij zonder enige verandering, dan is er iets misgegaan. De bekering was niet oprecht.

Het tweede gevaar is dat mensen zich uitwendig hebben bekeerd, maar van binnenuit zijn zij niet daadwerkelijk bekeerd. Een goed voorbeeld hiervan waren de farizeeën in de tijd van Jezus. Zij waren voortdurend bezig met hun uiterlijke beeld om gezien te worden door de mensen, maar van binnen waren zij kwaadaardig. Jezus vond dit verschrikkelijk, en sprak hun hier regelmatig op aan.

Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want u reinigt de buitenkant van de drinkbeker en van de schotel, maar vanbinnen zijn ze vol van roofzucht en onmatigheid. Blinde Farizeeër, reinig eerst de binnenkant van de drinkbeker en de schotel, zodat ook de buitenkant daarvan rein wordt. Wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want u bent als de witgepleisterde graven, die vanbuiten wel mooi lijken, maar vanbinnen zijn ze vol doodsbeenderen en allerlei onreinheid. Zo lijkt u ook wel vanbuiten rechtvaardig voor de mensen, maar vanbinnen bent u vol huichelarij en wetteloosheid. (Mattheüs 23:25-28)

Jezus was echt boos over het gedrag van de farizeeën. Het doet God niets wanneer onze buitenkant er goed uitziet en wij er heel vroom en religieus uitzien, terwijl onze innerlijke mens vol van zonde en ellende is. Jezus wil dat wij ons hart bekeren, en wij niet een neppe vroomheid hebben om gezien te worden door de mensen.

Al hun werken doen zij om door de mensen gezien te worden, want zij maken hun gebedsriemen breed en de kwastjes aan hun kleren groot. (Mattheüs 23:5)

God wil juist dat wij ons hart bekeren, en dat vanuit het hart onze daden goed zijn.

Ook nu echter, spreekt de HEERE, bekeer u tot Mij met heel uw hart, namelijk met vasten, met geween en met rouwklacht. En scheur uw hart en niet uw kleren. Bekeer u tot de HEERE, uw God, want Hij is genadig en barmhartig, geduldig en rijk aan goedertierenheid, en Hij heeft berouw over het kwaad. (Joël 2:12-14)

Helaas zijn er mensen die zich, vaak onbewust, alleen uitwendig hebben bekeerd. Ze doen dit om door anderen gezien te worden, maar zodra niemand kijkt, gedragen ze zich compleet anders. Juist deze mensen, die zich alleen uitwendig hebben bekeerd, zijn vaak oordelend naar anderen. Dit zagen we ook bij de farizeeën: zij legden geboden op die niet van God kwamen en hielpen de mensen niet om deze lasten te dragen. Het is belangrijk dat onze bekering oprecht is en vanuit ons innerlijke mens doorwerkt in ons hele leven en in al onze daden. God wil dat we ons hart bekeren.

Waarvan moet jij je bekeren?

Dan gaan wij nu bestuderen waarvan wij ons moeten bekeren. Wij lazen al dat de Hebreeuwse vertaling van bekering betekent dat wij ons ‘omdraaien’, ‘omkeren’ of ‘terugkeren’. Maar waarvan moeten wij ons bekeren? Wat moeten wij de rug toekeren en waarnaar mogen wij kijken? Dit is erg belangrijk om te weten, want omkeren betekent dat wij op andere waarden onze aandacht richten.

Laten wij eerst een voorbeeld bekijken van omkeren (de betekenis van bekeren). Stel ik rijd in een auto, en ik zie dat de lucht verandert. Hoe verder ik rij, hoe donkerder de lucht wordt. Uiteindelijk zie ik zelfs een orkaan, die al vele huizen heeft beschadigd, en al voor veel ellende heeft gezorgd. Wanneer ik rechtdoor ga, zal ik steeds dichter bij het oog van de orkaan komen. Wanneer ik in mijn binnenspiegel kijk, zie ik aan de horizon een prachtige zon, zonder regen, bliksem, duisternis, vernielingen en ellende. Wat moet ik doen? Doorrijden of omkeren? Wanneer je doorrijdt, zal je uiteindelijk omkomen door de orkaan. Wanneer je je omkeert, zal je de orkaan ontvluchten, en zal je in een gebied komen met prachtig weer, waar de orkaan nooit zal komen.

Wanneer wij bekeren zo omschrijven, dan is bekeren of omkeren het meest logische. Wanneer je in zo’n situatie zal belanden, keer jij de auto direct om, want je wilt weg van het gevaar. Hoewel velen het niet doorhebben, is dit voor iedereen een geestelijke realiteit. Wanneer wij leven zonder God, dan rijd jij geestelijk gezien op een orkaan af die je uiteindelijk zal verslinden. Wanneer je overlijdt en deze aarde verlaat, is er geen weg meer terug. Je zal dan de eeuwigheid doorbrengen in de hel. Maar tot het moment van overlijden is er één weg terug, namelijk door je te bekeren tot God (door je om te keren). Door je te bekeren is het mogelijk de weg naar de hel te verlaten, en te gaan wandelen op de weg van het eeuwige leven van God. Kies jij om je te bekeren?

Wanneer de Bijbel spreekt over bekeren, dan verwijst de Bijbel naar een aantal verschillende punten waar wij ons van moeten bekeren. Oftewel, wij moeten honderdtachtig graden draaien van de zaken die de Bijbel noemt. Laten wij een aantal van deze zaken bekijken.

Om hun ogen te openen en hen te bekeren van de duisternis tot het licht en van de macht van de satan tot God. (…) (Handelingen 26:18)

In de eerste plaats bekeren wij ons van de duisternis tot het licht. De duisternis is een beeld wat vaak wordt gebruikt om de wereld of invloedssfeer van de duivel en zijn demonen te beschrijven. Maar wij kunnen ook denken aan het leven zonder God, en een leven waarin de mens alleen voor zichzelf leeft. Vlak voor de bekering is het nodig dat de ogen geopend worden. Mensen zijn namelijk verblind voor het evangelie, en dit wordt gedaan door de duivel.

Maar in het geval dat ons Evangelie nog bedekt is, dan is het bedekt in hen die verloren gaan. Van hen, de ongelovigen, geldt dat de god van deze eeuw hun gedachten heeft verblind, opdat de verlichting met het Evangelie van de heerlijkheid van Christus, Die het beeld van God is, hen niet zou bestralen. (2 Korinthe 4:3-4)

En hoe zorgt de duivel ervoor dat ongelovigen verblind zijn? Dat doet hij door ervoor te zorgen dat mensen niet het Woord van God lezen en horen. En wanneer zij het toch horen, dan wil hij dit woord stelen zodat het geen vrucht kan dragen.

Als iemand het Woord van het Koninkrijk hoort en het niet begrijpt, dan komt de boze en rukt weg wat in zijn hart gezaaid was; dat is hij bij wie langs de weg gezaaid is. (Mattheüs 13:19)

Het is dus noodzakelijk dat deze verblinding van de duivel wordt weggenomen. Dit kan alleen doordat de Heilige Geest het Woord van God openbaart in het hart van de mens. De Heilige Geest wil graag deze verblinding wegnemen, maar daarvoor is het wel nodig dat Hij de ruimte krijgt om de verblinding weg te nemen. Maar geen paniek: het licht van de Heilige Geest en van het evangelie is vele malen sterken dan de grootste duisternis waar een mens in kan leven.

In de eerste plaats is het dus belangrijk dat wij ons bekeren van de duisternis en gaan tot het licht. Wij nemen, door de leiding van de Heilige Geest, het besluit dat wij uit de duisternis stappen. Naast de invloedssfeer van de duivel en het leven zonder God, betekent dit ook dat wij ons laten verlichten door het evangelie. Of, met andere woorden, wij maken het besluit om het evangelie te geloven, zodat wij niet meer langer in duisternis leven maar in het licht.

Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. (Kolossenzen 1:13)

Wij nemen het besluit om verlicht te worden door het evangelie.

In de tweede plaats bekeren wij ons van de macht van de satan tot God. Wanneer wij spreken over mensen die onder de macht van de satan staan, dan denken velen aan satanisten, vrijmetselaars en occultisten. Maar eigenlijk is deze groep veel groter. Iedereen die niet een kind van God is en onder de macht van Jezus Christus staat, staat onder de macht van de satan. Dit gaat dus niet alleen over satanisten, maar ook over mensen die niet in God of de duivel geloven: de atheïsten.

Wij weten dat we bij God horen, maar dat de hele wereld in de macht van de duivel is. (1 Johannes 5:19, BGT)

Wanneer iemand zich bekeert, is hij niet langer onder de macht van de duivel, maar gaat hij leven onder de macht van God. Dit maakt bekering zo belangrijk. Het is niet slechts een keuze van: “ik stop met deze zonde,” wat een natuurlijke en verstandelijke beslissing lijkt. Er schuilt echter een veel grotere geestelijke werkelijkheid achter. Bij bekering maak je de overstap van het geestelijke koninkrijk van de duivel naar het geestelijke koninkrijk van Jezus Christus. Zoals wij al zagen, ga je vanuit de duisternis naar het licht.

Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht. (1 Petrus 2:9)

En je verlaat de strik van de duivel, en jouw ogen worden geopend voor de waarheid van God.

Hij moet met zachtmoedigheid hen onderwijzen die zich verzetten. Misschien geeft God hun eens bekering, zodat zij tot erkenning van de waarheid komen en zij weer mogen ontwaken uit de strik van de duivel, door wie zij levend gevangen waren om zijn wil te doen. (2 Timotheüs 2:25-26)

In de derde plaats bekeren wij ons van de afgoden tot God.

(…) hoe u zich van de afgoden tot God bekeerd hebt om de levende en waarachtige God te dienen. (1 Thessalonicenzen 1:9)

In de tijd van de Thessalonicenzen waren er in Thessaloniki overal afgoden en afgodsbeelden. Ze waren er in de huizen, op de straat, in scholen, op het werk, op feesten, op bruiloften en op allerlei andere plekken. De Thessalonicenzen dachten dat zij al deze goden gunstig moesten stemmen door het geven van offers en door de goden te aanbidden. Wanneer er staat dat de Thessalonicenzen de afgoden verlieten om God te dienen, dan was dit niet iets wat in het verborgene gebeurde. Zij moesten de afgoden in hun huizen weghalen, en alle afgodsbeelden op straat die zij in hun leven tegenkwamen negeren. Dit was een grote stap, en had als gevolg dat de Thessalonicenzen vervolgd werden door hun stadsgenoten. Het was dus een radicale beslissing om de afgoden te verlaten en alleen nog maar God te aanbidden.

Bekering vraag om radicale beslissingen. Denk hierbij aan het wegdoen van alle afgodsbeelden. Of het breken met religieuze voorwerpen van andere godsdiensten. Dit gebeurde ook in het boek Handelingen.

Velen ook van hen die toverkunsten uitgeoefend hadden, brachten hun boeken bijeen en verbrandden die in tegenwoordigheid van allen. En men berekende de waarde ervan en kwam uit op vijftigduizend zilverstukken. (Handelingen 19:19)

Alles wat te maken heeft met andere religies, afgoden of occultisme mogen wij wegdoen. En wij mogen ons radicaal bekeren tot God.

Naast occulte voorwerpen en afgodsbeelden, kan je bij afgoden ook denken aan het volgende. Sommige interesses waar wij van houden zijn helemaal niet erg, en God vindt het niet erg als wij dit doen of bekijken. Denk bijvoorbeeld aan een voetbalwedstrijd bekijken, uiteten, het bekijken van een normale film, of gaan naar een normale artiest. Maar deze interesses kunnen ook afgoden worden in ons leven. Wanneer je van een bepaalde voetbalclub houdt, en je koopt alles van deze club en je bent een groot deel van de dag bezig met het bekijken van wedstrijden, samenvattingen, interviews, etc. Dan is dit een afgod geworden. Of wanneer je vijf keer per dag uit eten moet gaan, en altijd ongezond en veel eet, kan het eten een afgod zijn geworden.

Want velen – ik heb dikwijls met u over hen gesproken en zeg het nu ook onder tranen – wandelen als vijanden van het kruis van Christus. Hun einde is het verderf, hun god is de buik en hun eer is in hun schande; zij bedenken aardse dingen. (Filippenzen 3:18-19)

Normale interesses en activiteiten, zelfs de dingen die wij elke dag nodig hebben, kunnen een afgod worden. Ook hiervan mogen wij ons bekeren. God wil de eerste plaats in ons leven hebben, en als er iets is dat deze plaats van God wil innemen, dan is dat een afgod en moeten wij ons daarvan bekeren.

Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waard; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waard. En wie zijn kruis niet op zich neemt en Mij navolgt, is Mij niet waard. (Mattheüs 10:37-38)

Om deze reden is bekering persoonlijk, en kan God iets van de één vragen wat hij niet aan een ander vraagt. Van sommige zaken moet iedereen zich bekeren, zoals overspel, roddel, stelen en moorden. Maar er zijn ook zaken die voor de één niet zondig zijn, maar voor de andere wel tot zonde kunnen leiden. Voor iemand die alcoholverslaafd was, vraagt God bijvoorbeeld om nooit meer een druppel alcohol te drinken. Maar voor iemand die zijn gehele leven maar één glas alcohol per maand drinkt, is dit geen enkel probleem.

In de vierde plaats bekeren wij ons van onze zonden, en doen wij de goede werken van God.

Broeders, als iemand onder u van de waarheid is afgedwaald en een ander doet hem terugkeren, weet dan dat hij die een zondaar van zijn dwaalweg doet terugkeren, een ziel zal redden van de dood en een menigte van zonden zal bedekken. (Jakobus 5:19-20)

God verlangt van ons dat wij stoppen met de zonden en de verkeerde dingen die wij deden, en wandelen in heiligheid. Nogmaals, dit kan een proces zijn. Paulus sprak er ook over dat wij van dag tot dag worden vernieuwd.

(…) wordt de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd. (2 Korinthe 4:16)

Maar wij mogen ons wel bekeren van de zonde, en wandelen in de heiligheid van God, die Hij aan ons wil geven. Wij mogen wandelen in de goede vruchten van de bekering.

Breng dan vruchten voort in overeenstemming met de bekering. (Mattheüs 3:8)

Wanneer mensen denken aan het bekeren van de zonde, dan denken zij soms dat dit vrijheidsberovend is, en dat dit niet leuk is. Maar het punt is: de zonde is een verschrikkelijke slaafmeester, die heel hard voor ons is. De zonde leidt ons naar de dood, en geeft alleen maar ellende. Het is juist een zegen van God dat wij los mogen breken van de zonde, en juist goede dingen mogen doen.

Wanneer u zich als slaaf in iemands dienst stelt, weet u toch dat u hem moet gehoorzamen? Wanneer u de zonde dient, leidt dat tot de dood; wanneer u God gehoorzaamt, leidt dat tot vrijspraak. (Romeinen 6:16, NBV21)

De bekering is dus enorm belangrijk. Wanneer je de echte waarde van bekering begrijpt, dan snap je dat bekering noodzakelijk is, en dit het beste is wat een mens kan doen. Door bekering breek je met het leven dat alleen maar pijn, dood en verderf geeft en stap je in een leven met de zegen en goedheid van God.

Is bekering belangrijk?

Wij hebben al gezien dat God wil dat wij ons bekeren. Maar waarom is bekering zo belangrijk? Waarom kunnen wij de bekering niet overslaan? In deze paragraaf wil ik 5 redenen geven waarom de bekering belangrijk is, maar er zijn nog wel meer redenen te geven. Bekering is niet een optie van God, maar een absolute noodzaak.

Reden 1: Er zijn twee mogelijkheden: bekeren of omkomen. Dit klinkt vrij hard en direct. En dat is het ook. Er is bij God geen grijs gebied. Of je bekeert je en neemt Jezus Christus aan als Redder en Verlosser, of je komt om en belandt in de hel. Dit is een harde boodschap, maar het is wel de eerlijke boodschap. De Bijbel zegt dat iedereen heeft gezondigd en iedereen fouten en tekortkomingen heeft.

Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God. (Romeinen 3:23)

Voorzeker, er is geen mens rechtvaardig op de aarde, die goeddoet en niet zondigt. (Prediker 7:20)

Alleen door de genade van Jezus en door het geloof in Hem is het mogelijk om gered te worden, wat wij in het vorige hoofdstuk hebben gezien. Maar dit betekent niet dat je vroeger zondigde en voor jezelf leefde, je éénmaal Jezus in geloof hebt aangenomen in je hart, en vervolgens de rest van je leven nog steeds net zo erg leeft als vroeger. Mensen moeten zich bekeren.

Maar ben ik dan niet mijn geloof aan het verdienen door goede werken te doen? Nee, want een kenmerk van oprecht geloof in Jezus is dat je verandert. Wanneer je het besluit neemt om in Jezus te geloven en Hem de ruimte geeft in jouw leven, dan zal God een werk in jou doen die leidt tot bekering en tot een heilig leven.

(…) Werk aan uw eigen zaligheid met vrees en beven, want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen. (Filippenzen 2:12-13)

Ik vertrouw erop dat Hij Die in u een goed werk begonnen is, dat voltooien zal tot op de dag van Jezus Christus. (Filippenzen 1:6)

God is het die het werk in ons wil doen door Zijn Heilige Geest, maar God vraagt aan ons dat wij Hem de ruimte geven om te werken, en dat wij een wilsbesluit nemen om heilig te leven. God wil dit graag in ons doen, maar God doet niets als wij dit niet willen en Hem geen ruimte geven.

De bekering is dus enorm belangrijk. Het Nieuwe Testament benadrukt dit erg vaak, en ook Jezus sprak hier vaak over in Zijn gelijkenissen. Laten wij de gelijkenis van de onvruchtbare vijgenboom bestuderen.

Wanneer Jezus een gelijkenis deelde, dan deed Hij dit vaak doordat er een vraag was in de menigte, of wanneer er iets gebeurd was. Waarom deelde Jezus de gelijkenis van de onvruchtbare vijgenboom? Laten wij de tekst voor deze gelijkenis lezen.

Er waren juist op dat tijdstip enigen bij Hem, die Hem berichtten over de Galileeërs van wie Pilatus het bloed met hun offers vermengd had. En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Denkt u dat deze Galileeërs grotere zondaars zijn geweest dan alle andere Galileeërs, omdat zij zulke dingen geleden hebben? Ik zeg u: Nee, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen. Of die achttien, op wie de toren in Siloam viel en die daardoor gedood werden, denkt u dat zij meer schuld hebben gehad dan alle andere mensen die in Jeruzalem wonen? Ik zeg u: Nee, maar als u zich niet bekeert, zult u allen evenzo omkomen. (Lukas 13:1-5)

Dit is een duidelijk beeld. De mensen dachten dat deze Galileeërs en de mensen in Siloam erge zondaren waren, en dat daardoor deze tragische gebeurtenissen hebben plaatsgevonden. Jezus vertelde niet waarom dit juist hun was overkomen, maar Hij waarschuwde wel de mensen. ‘Wanneer jullie je niet bekeren, dan zullen jullie allemaal omkomen.’ In deze context vertelde Hij het volgende.

En Hij sprak deze gelijkenis: Iemand had een vijgenboom, die in zijn wijngaard geplant was. En hij kwam om daaraan vrucht te zoeken, maar vond die niet. Toen zei hij tegen de wijngaardenier: Zie, ik kom nu al drie jaar vrucht zoeken aan deze vijgenboom en vind die niet. Hak hem om. Waarom beslaat hij de aarde nutteloos? En hij antwoordde en zei tegen hem: Heer, laat hem ook nog dit jaar staan, totdat ik om hem heen gegraven en hem bemest heb. Wellicht dat hij dan vrucht draagt. Maar zo niet, dan moet u hem alsnog omhakken. (Lukas 13:6-9)

Deze Bijbeltekst spreekt ten eerste over het volk Israël. Jezus deed drie jaar lang wonderen en tekenen voor het volk, maar het volk kwam niet tot bekering. In reactie hierop riep Jezus (de Wijngaardenier) tot God de Vader (de Eigenaar van de wijngaard) om nog even geduld te hebben. Maar als de vijgenboom geen vruchten blijft geven, dan moet deze worden omgehakt. Maar wij kunnen dit ook toepassen op vandaag. God verlangt dat wij ons bekeren, en wanneer dit niet gebeurt, dan worden wij uiteindelijk omgehakt. Net als in de gelijkenis geeft God ons tijd om ons te bekeren, maar er komt een moment dat deze tijd op is. Wanneer wij ons niet hebben bekeerd, dan zullen wij worden omgehakt en zullen wij omkomen. Dit beeld keert vaak terug in het onderwijs van de Bijbel.

Breng dan vruchten voort in overeenstemming met de bekering. (…) De bijl ligt zelfs al aan de wortel van de bomen; elke boom dan die geen goede vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. (Mattheüs 3:8-10)

Iedere boom die geen goede vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. Zo zult u hen dus aan hun vruchten herkennen. Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. (…) Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt! (Mattheüs 7:19-23)

Het is dus bekeren of omkomen. Deze boodschap is zo belangrijk, dat God wil dat iedereen hier op de hoogte van is, en dat iedereen zich bekeert.

God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden van de onwetendheid, nu overal aan alle mensen dat zij zich moeten bekeren, en wel omdat Hij een dag vastgesteld heeft, waarop Hij de wereld rechtvaardig zal oordelen door een Man Die Hij daartoe aangesteld heeft. (Handelingen 17:30-31)

En het loop verschrikkelijk af met de mensen die dit niet doen.

De Zoon des mensen zal Zijn engelen uitzenden, en zij zullen uit Zijn Koninkrijk verzamelen alle struikelblokken, en hen die de wetteloosheid doen, en zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal gejammer zijn en tandengeknars. (Mattheüs 13:41-42)

Maar wat betreft de lafhartigen, ongelovigen, verfoeilijken, moordenaars, ontuchtplegers, tovenaars, afgodendienaars en alle leugenaars: hun deel is in de poel die van vuur en zwavel brandt. Dit is de tweede dood. (Openbaring 21:8)

Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven, maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem. (Johannes 3:36)

Jezus vraagt aan ons om radicale besluiten te nemen, en radicaal te breken met de zonde.

En als uw hand u doet struikelen, hak hem dan af; het is beter voor u verminkt het leven in te gaan dan met twee handen heen te gaan in de hel, in het onuitblusbare vuur, waar hun worm niet sterft en het vuur niet uitgeblust wordt. (Markus 9:43-44)

De belangrijkste reden waarom de bekering nodig is, is doordat wij zonder de bekering verloren gaan. Zoals ik al eerder had aangegeven betekent bekering niet dat alles direct perfect verloopt. De Bijbel spreekt dat wij van dag tot dag vernieuwd worden, en dat wij steeds meer op Jezus gaan lijken. Maar wanneer wij naar ons leven kijkt, horen wij wel steeds heiliger te leven voor Zijn aangezicht.

De tweede reden waardoor wij zien dat bekering belangrijk is, is dat Johannes de Doper zijn boodschap over bekering eerst moest komen voordat Jezus kon komen. De boodschap van het Nieuwe Testament begint dus met een boodschap van bekering. Ik raad jou aan om Mattheüs 3, Markus 1:1-8 en Lukas 3:1-17 in zijn geheel te lezen. In dit boek zullen wij een aantal verzen bestuderen, en zien dat Johannes kwam om te prediken over de bekering.

In die dagen trad Johannes de Doper op en hij predikte in de woestijn van Judea, en zei: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. (Mattheüs 3:1-2)

Johannes kwam in de woestijn en doopte en predikte een doop van bekering tot vergeving van zonden. (Markus 1:4)

En hij zal velen van de Israëlieten bekeren tot de Heere, hun God. En hij zal voor Hem uit gaan in de geest en de kracht van Elia, om het hart van de vaderen te bekeren tot de kinderen en de ongehoorzamen tot de bedachtzaamheid van de rechtvaardigen, om voor de Heere een toegerust volk gereed te maken. (Lukas 1:16-17)

En hij kwam in heel de omgeving van de Jordaan en predikte een doop van bekering tot vergeving van zonden. (Lukas 3:3)

In reactie op de oproep van Johannes de Doper om je te bekeren, vroegen de mensen wat zij dan precies moesten doen. En dit is het mooie van de boodschap van Johannes. Hij gebruikte niet een geestelijk verhaal met moeilijke woorden, hij gaf praktisch aan wat mensen moesten doen om zich te bekeren.

En de menigte vroeg hem: Wat moeten wij dan doen? Hij antwoordde en zei tegen hen: Wie twee stel onderkleren heeft, moet delen met hem die er geen heeft, en wie voedsel heeft, moet ook zo doen. Er kwamen ook tollenaars om gedoopt te worden en zij zeiden tegen hem: Meester, wat moeten wij doen? Hij zei tegen hen: Eis niet meer dan wat u voorgeschreven is. Ook de soldaten vroegen aan hem: En wij, wat moeten wij doen? Hij zei tegen hen: Val niemand lastig, pers niemand af en wees tevreden met uw soldij. (Lukas 3:10-14)

De boodschap van bekering is een praktische boodschap. Je stopt met de zonde, en in plaats van de zonde doe je het goede.

Na Johannes kwam Jezus. En waar had Jezus het over? Over bekering. De derde reden waarom de bekering belangrijk is, is omdat Jezus ook een boodschap van bekering bracht.

Van toen af begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. (Mattheüs 4:17)

En Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie. (Markus 1:15)

Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars. (Lukas 5:32)

Maar ga heen en leer wat het betekent: Ik wil barmhartigheid en geen offer; want Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen tot bekering te roepen, maar zondaars. (Mattheüs 9:13)

De boodschap van Jezus is dus een boodschap van bekering, en de bekering is dus een belangrijk onderdeel van de wedergeboorte.

De vierde reden waarom de bekering belangrijk is, is dat dit ook de boodschap was van de eerste kerk. In de eerste preek van Petrus kwam dit belangrijke onderwerp voorbij.

En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. (Handelingen 2:38)

Maar ook in de rest van Handelingen en de brieven komt de bekering vaak aan bod. Soms wordt het woord bekering gebruikt, maar vaak wordt ook gezegd dat mensen moeten stoppen met een bepaalde zonde, en in heiligheid moeten leven. De bekering is dus niet een klein onderwerp van het Woord van God, maar neemt een belangrijke plaats in.

De vijfde reden waarom de bekering belangrijk is, is omdat God wil dat wij vruchten voortbrengen. Het is Gods verlangen dat wij op aarde leven zoals Jezus geleefd heeft.

Wie zegt in Hem te blijven, moet ook zelf zo wandelen als Hij gewandeld heeft. (1 Johannes 2:6)

Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders. (Romeinen 8:29)

Volg dus het voorbeeld van God, als kinderen die Hij liefheeft. (Efeze 5:1, NBV21)

Jezus leefde een heilig leven. Zoals Jezus een heilig leven leefde, mogen ook wij heilig leven op aarde. Het is belangrijk dat mensen Jezus in ons zien. Wanneer zij dit zien, zullen zij God verheerlijken.

Laat uw licht zo schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, Die in de hemelen is, verheerlijken. (Mattheüs 5:16)

Houd uw levenswandel onder de heidenen goed; opdat zij die nu van u kwaadspreken als van kwaaddoeners, door de goede werken die zij in u waarnemen, God verheerlijken mogen op de dag dat er naar hen omgezien wordt. (1 Petrus 2:12)

Het is dus erg belangrijk dat wij heilig leven, omdat hierdoor mensen zien dat wij bij God horen. Jouw leven hoort een afspiegeling te zijn van de goedheid en heiligheid van God.

Wanneer ons leven één groot zooitje is vol met onreinheid en zonde, dan zijn wij geen goede getuigenis voor de mensen om ons heen. Mensen zullen niet zien dat wij anders zijn, en zij willen niet op ons lijken. Maar wanneer zij zien dat wij heilig leven en wij geen problemen maken, dan willen zij wat wij ook hebben. Hierdoor zullen mensen tot geloof komen, omdat zij dezelfde rust, heiligheid en liefde willen hebben die wij van God hebben ontvangen om in te wandelen.

De zesde reden waarom de bekering belangrijk is, is dat de bekering ons helpt. Een belangrijke reden waarom God wil dat wij stoppen met de zonde, is doordat de zonde ons leven wil verwoesten. Wij zagen al dat wanneer wij ons niet bekeren, wij om zullen komen in de hel. Maar hiernaast maakt de zonde ook ons huidige leven op aarde kapot. Denk bijvoorbeeld aan het volgende:

  • Overspel maakt een huwelijk kapot.
  • Liegen maakt relaties en het vertrouwen tussen mensen kapot.
  • Dronkenschap en drugs maken jouw gezondheid kapot, en de relaties om jou heen.
  • Ruzies en boosheid maken relaties en de vrede in het huis kapot.

Als je er goed over nadenkt, dan is de zonde altijd de slechtste keuze die wij kunnen maken. Het is een slecht besluit om een huwelijk op het spel te zetten voor overspel. Het is slecht om een gezond lichaam te verwoesten door te veel alcohol, drugs of roken. Zonde is nooit de juiste beslissing. God vindt het verschrikkelijk wanneer Hij ziet dat wij kapot worden gemaakt door de zonde, en daarom wil God dat wij breken met de zonde. Het geeft ons namelijk veel rust, vrede en zegen wanneer wij heilig leven.

Wie in zijn eigen vlees zaait, zal uit het vlees verderf oogsten; maar wie in de Geest zaait, zal uit de Geest het eeuwige leven oogsten. (Galaten 6:8)

De zevende reden waarom de bekering belangrijk is, is omdat God wil dat iedereen zich bekeert. De bekering geldt niet voor enkelen, maar voor iedereen uit elke stam, volk en natie. God roept iedereen op om zich te bekeren.

God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden van de onwetendheid, nu overal aan alle mensen dat zij zich moeten bekeren. (Handelingen 17:30)

De Heere vertraagt de belofte niet (zoals sommigen dat als traagheid beschouwen), maar Hij heeft geduld met ons en wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen. (2 Petrus 3:9)

De oproep geldt voor iedereen, niemand uitgezonderd. Iedereen moet tot bekering komen.

Hoe bekeer ik mij?

Ik wil kort ingaan op het bekeringsproces. Want hoe ziet een bekering eruit? Wij zagen al dat bekering iets is wat in jouw innerlijke mens gebeurt, maar tegelijkertijd zichtbaar hoort te zijn in jouw handelingen. Ik wil dit zo praktisch mogelijk maken. Ik heb gekozen om vijf stappen te behandelen, zodat wij weten hoe een bekering er uitziet. In de Bijbel staat niet vermeld dat wij: ‘vijf stappen moeten nemen om ons te bekeren.’ Ik heb deze vijf stappen zelf gemaakt met behulp van Bijbelteksten, zodat wij de bekering beter kunnen ontleden, en weten hoe de bekering eruitziet.

Stap 1: God geeft de bekering
God wil dat iedereen tot bekering komt en dat iedereen gered wordt.

(…) God, onze Zaligmaker, Die wil dat alle mensen zalig worden en tot kennis van de waarheid komen. (1 Timotheüs 2:3:4)

De Heere (…) wil niet dat enigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen. (2 Petrus 3:9)

Het is Gods verlangen dat iedereen tot geloof komt, en God werkt in de harten van de mensen om hun tot bekering te brengen. Wanneer iemand tot bekering komt, dan is het de Heilige Geest van God die hun heeft overtuigd om tot bekering te komen.

En als Die gekomen is, zal Hij de wereld overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van oordeel. (Johannes 16:8)

De Heilige Geest zelf opent ons hart voor het evangelie. Dit betekent niet dat de Heilige Geest alles zelf doet, zonder de tussenkomst van mensen. Vaak werkt de Heilige Geest juist door evangelisten en gelovigen die het evangelie delen met hun naasten. De Heilige Geest kan door het evangelisatiewerk die wij doen werken om harten te openen voor het evangelie. Dit zien wij prachtig terug bij Lydia. De Heilige Geest opende haar hart, zodat zij de woorden van Paulus kon geloven en zij een discipel werd.

En een zekere vrouw, van wie de naam Lydia was, een purperverkoopster uit de stad Thyatira, die God diende, luisterde naar ons. En de Heere opende haar hart, zodat zij acht gaf op wat door Paulus gesproken werd. (Handelingen 16:14)

De Heilige Geest is betrokken bij het bekeringsproces, en zorgt ervoor dat harten geopend worden om in Jezus te geloven, en zodat mensen zich bekeren.

Stap 2: Inzien van de zonde
De tweede stap is het inzien van de zonde. Oftewel, je beseft dat je niet goed leefde en je gezondigd hebt. Vroeger dacht je misschien dat alles wel meeviel. Ja, je maakte wel een foutje, maar het viel toch wel mee? Op het moment van bekeren kom je erachter dat je niet recht staat voor God. Je beseft dat je zondig bent, en alles wat je hebt gepresteerd in je leven niet goed genoeg is om God te behagen. Je komt erachter dat je niet in de hemel kan komen door je eigen werken, want deze zijn niet rechtvaardig bevonden in de ogen van God.

Want ík ken mijn overtredingen, mijn zonde staat mij voortdurend voor ogen. Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd, ik heb gedaan wat kwaad is in Uw ogen, zodat U rechtvaardig bent wanneer U rechtspreekt en rein bent wanneer U oordeelt. Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen. (Psalm 51:5-7)

Je bent tekort geschoten, en ziet in dat je fouten hebt gemaakt en je Gods vergeving nodig hebt.

Stap 3: Berouw tonen
Dit leidt ons naar stap 3: berouw tonen. Doordat je inziet dat je fouten hebt gemaakt, ben je bedroefd. Je beseft dat je God pijn hebt gedaan door de zonde, maar ook je familieleden, vrienden, collega’s en anderen. Als je kon, zou je alles willen terugdraaien, maar dat is niet meer mogelijk. Daarom voel je je bedroefd. Je hebt anderen pijn gedaan, en dat doet nu jou pijn.

Berouw tonen kan er aan de buitenkant verschillend uitzien. De ene persoon kan huilen, terwijl een ander minder sterke emoties laat zien. En dit maakt niet uit. Berouw is in de eerste plaats geen emotie. Berouw is tot erkenning komen dat je iets verkeerd hebt gedaan en daar spijt van hebben. Dit kan er bij iedereen anders uitzien. Maar God verlangt wel van ons dat wij berouw hebben over de zonden die wij hebben gedaan.

Nader tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinig de handen, zondaars, en zuiver de harten, dubbelhartigen! Besef uw ellendige staat en treur en huil. Laat uw lachen veranderd worden in treuren en uw blijdschap in droefheid. Verneder u voor de Heere, en Hij zal u verhogen. (Jakobus 4:8-10)

Stap 4: Vergeving vragen
Vervolgens vragen wij vergeving aan God voor de zonden die wij hebben gedaan. Eerst belijden wij de zonde aan God. Wij vertellen aan Hem wat wij verkeerd hebben gedaan.

Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. (1 Johannes 1:9)

Maar wat nou als ik een zonde heb gedaan, en ik herinner me die zonde niet meer? Het is niet zo dat wij moeten graven in ons verleden, en God ons pas kan vergeven wanneer wij elke vergeten zonde hebben beleden. Wanneer wij om vergeving vragen, dan vergeeft God ons. Het kan wel goed zijn om zonden te benoemen die een grote invloed hebben gehad op jouw leven, maar je hoeft niet jarenlang te graven in jouw verleden om alles te benoemen.

Mijn zonde maakte ik U bekend, mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zei: Ik zal mijn overtredingen belijden voor de HEERE. En Ú vergaf mijn ongerechtigheid, mijn zonde. (Psalm 32:5)

Het belijden van de zonde is dus erg belangrijk. En wanneer wij, in berouw, onze zonden belijden en om vergeving vragen, dan zal God ons vergeving geven voor alles wat wij verkeerd hebben gedaan. God is een vergevende en barmhartige God.

Daarnaast is het ook goed om vergeving te vragen aan de mensen om ons heen, mochten wij hun benadeeld hebben.

Belijd elkaar de overtredingen en bid voor elkaar. (…) (Jakobus 5:16)

Stap 5: Afkeren van de zonde
Tot sloten mogen wij ons afkeren van de zonde. Wij maken het besluit dat wij niet meer in zonde willen leven, maar gehoorzaam willen zijn aan God. Dit doen wij door de kracht van de Heilige Geest.

Laat de zonde dus niet heersen over uw sterfelijke bestaan, geef niet toe aan uw begeerten. Stel uzelf niet langer in dienst van de zonde als een werktuig voor het onrecht, maar juist in dienst van God, als levenden die uit de dood zijn opgewekt. Stel uzelf in dienst van God als een werktuig voor de gerechtigheid. (Romeinen 6:12-13, NBV21)

Wij besluiten om niet meer in dienst te staan van de zonde, maar te leven in dienst van God. Wij doen in plaats van de zonde het goede. Wanneer wij alleen besluiten om niet meer te zondigen, dan is dit moeilijk vol te houden. Wanneer je vroeger elke dag een zonde deed wat één uur tijd in beslag nam, en nu doe je tijdens dat uur niets, dan is dit moeilijk vol te houden. Je denkt dan steeds na over de zonde. Maar wanneer je besluit om in dat uur iets goeds te doen, dan is dit makkelijker vol te houden. Je bent dan namelijk bezig met iets anders. Dit zien wij terug in het onderwijs van Paulus.

Wie gestolen heeft, moet niet meer stelen, maar zich liever inspannen om met de handen goed werk te doen, om iets te kunnen delen met wie gebrek heeft. Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, wat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen. En bedroef de Heilige Geest van God niet, door Wie u verzegeld bent tot de dag van de verlossing. Laat alle bitterheid, woede, toorn, geschreeuw en laster van u weggenomen worden, met alle slechtheid, maar wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft. (Efeze 4:28-32)

Paulus zei: doe dit niet meer, maar doe in de plaats daarvan iets goeds.

Eenmalige bekering?

Tot slot is het belangrijk om te beseffen dat bekering niet eenmalig is. Ja, het klopt dat er één moment is waarin je het besluit maakt om Jezus aan te nemen in je hart, en je het besluit maakt om niet meer onder de heerschappij van de duivel te leven, maar te leven onder de heerschappij van Jezus. Maar dit betekent niet dat je leven bestaat uit één bekering, en je daarna nooit meer een bekering nodig hebt. Elke dag dat je uit je bed komt, mag je het besluit nemen om de zonde de rug toe te keren, en je te keren tot God.

Daarnaast zal de Heilige Geest vaak tot je spreken. Tijdens de wedergeboorte heb jij je misschien bekeerd van erge zonden, die vooral in jouw handelingen zichtbaar waren. Maar het kan dat er in je hart nog dingen leven die niet goed zijn. De Heilige Geest zal je dan op deze dingen wijzen, zodat je je daar ook van kan bekeren. Dit doet de Heilige Geest altijd in een persoonlijke relatie. De Heilige Geest wil jou niet veroordelen of pijn doen, Hij wil jou juist leiden om steeds meer op Jezus Christus te lijken. Uit deze relatie zal de Heilige Geest ons wijzen op dingen die nog niet helemaal zuiver zijn, en zal Hij ons veranderen zodat wij steeds meer op Jezus gaan lijken.

Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt. (2 Korinthe 3:18)

Wij worden door de Geest van de Heere bewerkt. Deze tekst geeft aan dat dit een voortdurend proces is. Dit begint tijdens de bekering van de wedergeboorte, en zal compleet vervuld worden wanneer wij Jezus Christus zien op het moment dat wij in de hemel zijn.

De bekering tijdens de wedergeboorte is dus een losse gebeurtenis, maar vanaf dat moment zullen wij ons steeds moeten bekeren tot God. Oftewel, wij geven de Heilige Geest de ruimte om ons steeds meer op Jezus te laten lijken.


Lees ook: