Geloven of wedergeboren
“Ik geloof in God” en “Ik ben wedergeboren” worden vaak door elkaar gebruikt, alsof ze hetzelfde betekenen. Toch zijn geloven in God en wedergeboren zijn twee heel verschillende dingen.
In de wereld zijn er veel mensen die in God geloven zonder daadwerkelijk gered te zijn. Sommigen hebben hun eigen ‘god’ gecreëerd en geloven in een beeld dat niet overeenkomt met de waarheid. Zij kunnen zeggen: “Ik geloof in God,” maar dat zal hun geen voordeel brengen. Daarom is het essentieel om wedergeboren te zijn en te geloven in de ware God en Zijn Zoon, Jezus Christus.
Is geloven genoeg?
Geloven is niet genoeg, want iedereen gelooft ergens in. Volgens een onderzoek uit 2015 zijn er 2,3 miljard christenen, 1,8 miljard moslims, 1,1 miljard hindoes, 500 miljoen boeddhisten en 500 miljoen mensen die in volksreligies geloven. Daarnaast is er een grote groep atheïsten. Op het eerste gezicht lijkt het alsof zij nergens in geloven, maar schijn bedriegt. Veel atheïsten geloven in de wetenschap. Ze vertrouwen op wat ze zien, op wat geleerden hebben onderzocht en op wat als ‘bewezen’ wordt beschouwd.
Toch zijn veel wetenschappelijke theorieën niet waterdicht. De wetenschap verandert voortdurend van zienswijze door nieuw onderzoek. Terwijl ik dit schrijf, lees ik een boek over het heelal vanuit wetenschappelijk perspectief. Ik zie prachtige structuren, planeten, sterren en andere hemellichamen voorbijkomen. Wat me opvalt, is hoe vaak er staat: “De wetenschap moet nog verder onderzoek doen, want dit fenomeen in het universum is nog niet verklaard.”
Soms geven wetenschappers en docenten de indruk dat alles al onderzocht is en dat de wetenschap altijd klopt. Maar dat is niet waar. Zelfs in de wetenschap moet je geloof hebben, je moet vertrouwen op de eerlijkheid en betrouwbaarheid van onderzoekers en je moet aannemen dat menselijke kennis voldoende is om alles te begrijpen. Atheïsten geloven ook. Misschien niet in een God, maar in mensen, onderzoek of hun eigen verstand. Iedereen gelooft ergens in.
Alleen geloven is niet genoeg. Wat als iemand gelooft in de God van Israël en in Jezus Christus?
Wat voor nut heeft het, mijn broeders, als iemand zegt dat hij geloof heeft, en hij heeft geen werken? Kan dat geloof hem zalig maken? (…) U gelooft dat God één is; daar doet u goed aan. Maar ook de demonen geloven dit, en zij sidderen. (Jakobus 2:14-19)
Demonen en de duivel geloven ook in God en in Jezus. Ze weten dat God bestaat en dat Jezus de Messias is, de Zoon van de levende God.
Op straat kom je veel mensen tegen die in God geloven, maar bij wie je daar niets van merkt. Ze bidden niet, gaan niet naar de kerk, lezen geen Bijbel en hebben geen relatie met God. Hun geloof is slechts een traditie, iets wat ze hebben overgenomen van hun ouders. Ze geloven omdat hun familie altijd geloofde, maar doen er niets mee.
Helaas zullen velen voor de hemelpoort staan en niet binnengelaten worden. Ze noemen zichzelf christen, maar zijn het niet. Het zijn lauwe christenen.
Ik ken uw werken, en weet dat u niet koud en niet heet bent. Was u maar koud of heet! Maar omdat u lauw bent en niet koud en ook niet heet, zal Ik u uit Mijn mond spuwen. (Openbaring 3:15-16)
Ook de waarschuwing van Jezus in Mattheüs 7 laat dit zien.
Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt! (Mattheüs 7:21-23)
Ik wil je laten zien hoe belangrijk de wedergeboorte is. Soms wordt er te gemakkelijk gezegd dat iemand voor eeuwig gered is. Er wordt bijvoorbeeld gezegd: “Bid mij maar na, en dan zal je voor eeuwig gered zijn.”
Het is waar dat iemand voor eeuwig gered is als hij zijn geloof in Jezus Christus belijdt, in zijn hart gelooft en het besluit neemt om voor Jezus te leven. Maar het opzeggen van een voorbeeldgebed zonder geloof zal daar niet voor zorgen. Dit moet samengaan met levend geloof en een oprecht besluit om Jezus Christus werkelijk te volgen. Om, zoals Jezus in Mattheüs 7 zei, de wil van God de Vader te doen.
Begrijp me niet verkeerd: je mag mensen helpen met een voorbeeldgebed of een zondaarsgebed. Maar het gebed zelf redt iemand niet; het is het levende geloof in Jezus dat redding brengt. Dit is het geloof dat vruchten zal voortbrengen in iemands leven.
Breng liever vruchten voort die tonen dat jullie tot inkeer gekomen zijn. (Mattheüs 3:8, NBV21)
Het gevaar van de uitspraak “Bid mij na, en je bent voor eeuwig gered” is dat iemand kan denken dat het uitspreken van een paar woorden voldoende is, zonder daadwerkelijk zijn leven aan Jezus te geven. Zo’n persoon zou kunnen denken: “Ik geloof niet echt in God, maar voor de zekerheid heb ik toch een gebed gebeden. Als God toch bestaat, kom ik in elk geval in de hemel.”
Maar niet iedereen die in het bestaan van God gelooft, zal in de hemel komen. Toen Jezus op aarde was, had Hij veel discussies met de farizeeën. Over hen zei Hij:
Maar wee u, schriftgeleerden en Farizeeën, huichelaars, want u sluit het Koninkrijk der hemelen voor de mensen; u gaat er immers zelf niet binnen, en hen die er binnen willen gaan, laat u er niet binnengaan. (Mattheüs 23:13)
Het bijzondere is dat de farizeeën geen atheïsten waren. Zij geloofden in God, kenden het hele Oude Testament uit hun hoofd en werden door de Israëlieten gezien als perfecte religieuze leiders. Toch zei Jezus dat zij het koninkrijk van de hemelen niet zouden binnengaan. Denk ook aan een andere radicale uitspraak van Jezus:
En als uw voet u doet struikelen, hak hem dan af; het is beter voor u kreupel het leven in te gaan dan met twee voeten geworpen te worden in de hel, in het onuitblusbare vuur, waar hun worm niet sterft en het vuur niet uitgeblust wordt. (Markus 9:45-46)
Ook Paulus deed in zijn brieven radicale uitspraken, welke hij niet geschreven had tot ongelovigen, maar tot gelovigen. Hij schreef bijvoorbeeld:
Want dit weet u, dat geen enkele ontuchtpleger, onreine of hebzuchtige, die een afgodendienaar is, een erfdeel heeft in het Koninkrijk van Christus en van God. (Efeze 5:5)
Geloven dat God bestaat, zonder een persoonlijke relatie met Hem en zonder de vruchten van bekering te tonen, zoals ook de farizeeën deden, is niet voldoende om gered te worden.
Geloven en werken
Geloven is niet genoeg. Betekent dit dan dat we er alles aan moeten doen om heilig te leven en te stoppen met zondigen? Dat zou een enorme inspanning van ons vragen, toch? Nee, gelukkig niet. Dit is juist het bijzondere aan God. Wanneer we tot levend geloof komen, zal Hij ons transformeren. Hij doet het in ons, zolang we Hem de ruimte geven om in ons leven te werken. Het is God die ons het verlangen geeft om heilig te leven en Zijn wil te doen op aarde.
(…) Werk aan uw eigen zaligheid met vrees en beven, want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen. (Filippenzen 2:12-13)
Wanneer iemand tot geloof komt en vergeving van God ontvangt, betekent dat niet: ‘God heeft op de resetknop gedrukt, en je mag het opnieuw proberen.’ Nee, wanneer je daadwerkelijk tot levend geloof bent gekomen, heeft God jou Zijn Heilige Geest gegeven, die je zal helpen en je zal veranderen naar het beeld van Jezus Christus.
Hoe dit precies gebeurt en wat er plaatsvindt tijdens de wedergeboorte, zullen we in dit boek bestuderen. Het is belangrijk om te beseffen dat geloven en wedergeboorte twee verschillende begrippen zijn.
Om dit punt verder te verduidelijken, kijken we naar de toespraak van Petrus op de Pinksterdag. Petrus werd vervuld met de Heilige Geest, sprak in tongen en ging vervolgens naar buiten. Omdat er veel verwarring was over de tongentaal en de uitstorting van de Heilige Geest, gaf hij een krachtige preek met uitleg. Velen werden geraakt en geloofden de woorden van Petrus.
En toen zij dit hoorden, werden zij diep in het hart geraakt en zeiden tegen Petrus en de andere apostelen: Wat moeten wij doen, mannenbroeders? (Handelingen 2:37)
Deze mensen werden echt geraakt door de woorden van Petrus, tot diep in hun hart. Ze geloofden wat hij sprak en erkenden dat Jezus uit de dood was opgestaan. Vervolgens vroegen ze aan Petrus: Wat moeten wij doen?
Wat was zijn antwoord? Zei hij: ‘Nu jullie geloven, hoeven jullie niets meer te doen. Leef je leven zoals je wilt, en wanneer je sterft, kom je automatisch in de hemel. Jullie hebben vandaag een goede keuze gemaakt; meer is er niet nodig?’ Nee, Petrus zei:
Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. (Handelingen 2:38)
In de komende hoofdstukken zullen we zien dat de stappen die Petrus noemt, essentieel zijn om opnieuw geboren te worden. Geloven is een belangrijke eerste stap, maar met een ‘dood geloof’, zonder werken en vruchten, zul je niet gered worden.
Je moet wedergeboren zijn
We hebben gezien dat geloof een belangrijke eerste stap is, maar dat de wedergeboorte noodzakelijk is. Zeggen Jezus en de discipelen dit ook in de Bijbel?
Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien. (Johannes 3:3)
Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven; die niet uit bloed, niet uit de wil van vlees en ook niet uit de wil van een man, maar uit God geboren zijn. (Johannes 1:12-13)
Ieder die gelooft dat Jezus de Christus is, is uit God geboren; en ieder die Hem liefheeft Die geboren deed worden, heeft ook lief wie uit Hem geboren is. (1 Johannes 5:1)
In 1 Johannes spreekt Johannes over levend geloof: het geloof dat vruchten voortbrengt. 1 Johannes is een krachtige brief die duidelijk maakt dat een gelovige zijn liefde voor God toont door Zijn geboden te gehoorzamen.
Maar toen de goedertierenheid van God, onze Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is, maakte Hij ons zalig, niet op grond van de werken van rechtvaardigheid die wij gedaan hadden, maar vanwege Zijn barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de Heilige Geest. (Titus 3:4-5)
Maar u bent niet in het vlees, maar in de Geest, wanneer althans de Geest van God in u woont. Maar als iemand de Geest van Christus niet heeft, die is niet van Hem. (Romeinen 8:9)
Tijdens de wedergeboorte wordt iemand opnieuw geboren en komt de Geest van God in hem wonen. De wedergeboorte is daarom een erg belangrijk onderwerp in de Bijbel. Dit geldt ook voor ‘bekering’. Toen Jezus Zijn bediening op aarde begon, staat er:
En nadat Johannes overgeleverd was, ging Jezus naar Galilea en predikte het Evangelie van het Koninkrijk van God, en Hij zei: De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie. (Markus 1:14-15)
Jezus sprak zowel over geloof als bekering. Deze begrippen kunnen we niet van elkaar scheiden.
Ik wil terugkeren naar de vraag: Is geloven genoeg? Het antwoord is: ja, als je spreekt over levend geloof. Wanneer je levend geloof hebt en de goedheid van God hebt geproefd, wil je niets liever dan je bekeren van je zonden. Je verlangt ernaar om je te laten dopen om Jezus na te volgen en om gedoopt te worden in de Heilige Geest.
Misschien was alles nieuw voor je toen je tot geloof kwam en wist je bijvoorbeeld nog niet dat de waterdoop belangrijk is. Maar zodra je ontdekt dat Jezus dit van je vraagt, ontstaat er een verlangen in je hart om Hem gehoorzaam te zijn en je zo snel mogelijk te laten dopen. Of misschien had je nog nooit gehoord van de doop in de Heilige Geest, maar zodra je hoort dat deze doop bestaat, ontstaat er een honger naar meer.
Tot levend geloof komen betekent niet dat alles in één keer perfect is. Ja, we zullen bestuderen dat jouw geest tijdens de wedergeboorte direct perfect en volmaakt wordt. Maar tegelijkertijd zal de Heilige Geest je elke dag opnieuw vernieuwen. Hierdoor zul je ervaren dat de rechtvaardigheid, heiligheid en autoriteit die God in jouw geest heeft gelegd, steeds meer zichtbaar worden in je daden. Met andere woorden: je bent niet alleen rechtvaardig, je zult ook steeds rechtvaardiger en heiliger leven.
Geloof brengt een zichtbare verandering teweeg; het is onmogelijk dat geloof onopgemerkt blijft.