Wat zei Jezus over genezing in Zijn onderwijs?
Laten wij kijken naar het onderwijs van Jezus met betrekking tot genezing en gezondheid. Wat zei Jezus over genezing? In hoofdstuk 9 hadden wij al het onderwijs bestudeerd dat Jezus gaf aan de discipelen om alle zieken te genezen. Wij hadden ook de grote opdracht van Jezus gezien, en dat de gelovigen de zieken zullen genezen. Daarnaast hadden wij de antwoorden van Jezus gelezen op het kritiek van de farizeeërs, wanneer Jezus op de sabbat genas. Dit onderwijs zullen wij in dit hoofdstuk niet herhalen.
Reden 63: Zowel Jezus als de Vader genezen
In reden 54 zagen wij dat genezing een werk van God is. Maar het is ook een werk van Jezus. De gehele Drie-eenheid wil dat jij gezond bent. Toen Jezus op aarde kwam, was Hij erg druk bezig met het genezen van vele mensenmassa’s. Maar waarom deed Jezus dit werk? Verzon Jezus zelf dat dit werk belangrijk was, of deed Jezus dit in opdracht van God de Vader?
Jezus dan antwoordde en zei tegen hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: De Zoon kan niets van Zichzelf doen, als Hij dat niet de Vader ziet doen, want al wat Deze doet, dat doet ook de Zoon op dezelfde wijze. (Johannes 5:19)
Jezus genas de verlamde van Bethesda op een sabbat. De Joden vonden dit niet leuk, en wilden Hem doden omdat Hij op de sabbat werkte. Vervolgens reageerde Jezus met het vorige vers. Jezus liet zien dat Hij het niet zelf verzon om op de sabbat mensen te genezen. Hij zei dat Hij dat niet eens zelf kon doen. Hij deed dit doordat Hij de Vader dit zag doen, en doordat de Vader door Hem werkzaam was.
Ik vind het erg bijzonder om te lezen dat Jezus de dingen deed, die Hij ook de Vader zag doen. Dit betekent dat Jezus zag dat God de Vader mensen genas, en Jezus genas mensen op dezelfde wijze. Dit was iets wat in het hart van God de Vader aanwezig was. En God de Vader had dit al voor de evangeliën gedaan, en Jezus kon hierdoor God de Vader nadoen. Sterker nog, Jezus deed niet alleen God de Vader na, God de Vader was werkzaam door Jezus heen. Met andere woorden: God gebruikte de bediening van Jezus om mensen te genezen. Jezus was niet in staat om mensen te genezen, Hij moest God vertrouwen en God deed de werken door Hem heen.
Dit is erg belangrijk, want zoals God de Vader door Jezus heen kon werken, kan Hij vandaag ook door jou heen werken om mensen te genezen, zodat jij dezelfde werken doet, die Jezus deed.
Gelooft u niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik tot u spreek, spreek Ik niet uit Mijzelf, maar de Vader, Die in Mij blijft, Die doet de werken. Geloof Mij, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is, en zo niet, geloof Mij dan om de werken zelf. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie in Mij gelooft, zal de werken die Ik doe, ook doen, en hij zal grotere doen dan deze, want Ik ga heen naar Mijn Vader. (Johannes 14:10-12)
Wij kunnen dezelfde werken doen als Jezus. Dit komt doordat Jezus niet Zijn werken deed door Zijn eigen kracht, Jezus deed Zijn werken door de kracht van de Heilige Geest. Zo mogen wij ook, door de kracht van de Heilige Geest, dezelfde werken doen.
Als Ik niet de werken van Mijn Vader doe, geloof Mij dan niet, maar als Ik ze doe en u Mij niet gelooft, geloof dan de werken, opdat u erkent en gelooft dat de Vader in Mij is en Ik in Hem. (Johannes 10:37-38)
Jezus was heel duidelijk over werken. Natuurlijk gaat alles om de Persoon Jezus. Maar mochten mensen niet in Jezus geloven, doordat Hij over zichzelf zei dat Hij Gods zoon was, laten de mensen dan maar tot deze conclusie komen door de werken van Jezus. Jezus liet zien dat de werken in Zijn bediening erg belangrijk waren. Jezus predikte niet alleen, Hij liet het gepredikte ook zien in Zijn werken.
Reden 64: Het gaat om wonderen en tekenen
Geloof Mij, dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is, en zo niet, geloof Mij dan om de werken zelf. (Johannes 14:11)
Daarnaast laat dit vers iets anders krachtigs zien. Soms wordt er gezegd: ‘Het gaat niet om de wonderen en tekenen.’ Het punt is: het gaat wel om de wonderen en tekenen. Hoe kunnen wij weten dat Jezus de Christus is? Door de wonderen en tekenen die Hij deed.
Israëlitische mannen, luister naar deze woorden: Jezus de Nazarener, een Man Die u van Godswege aangewezen is door krachten, wonderen en tekenen, die God in uw midden door Hem gedaan heeft, zoals u ook zelf weet. (Handelingen 2:22)
Als Ik onder hen niet de werken gedaan had die niemand anders gedaan heeft, hadden zij geen zonde, maar nu hebben zij ze gezien en Mij en Mijn Vader gehaat. (Johannes 15:24)
Wanneer je de wonderen en tekenen loskoppelt van het evangelie, heb je geen evangelie. Alles wat God doet, is een wonder. God wil zich aan mensen openbaren door wonderen en tekenen.
De werken die de Vader Mij gegeven heeft om die te volbrengen, juist die werken die Ik doe, getuigen van Mij dat de Vader Mij gezonden heeft. (Johannes 5:36)
Jezus nu heeft in aanwezigheid van Zijn discipelen nog wel veel andere tekenen gedaan, die niet beschreven zijn in dit boek, maar deze zijn beschreven, opdat u gelooft dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat u, door te geloven, het leven zult hebben in Zijn Naam. (Johannes 20:30-31)
God heeft er bovendien mede getuigenis aan gegeven door tekenen, wonderen en allerlei krachten, en gaven van de Heilige Geest, overeenkomstig Zijn wil. (Hebreeën 2:4)
De schrijver van de Hebreeën bedoelde de wonderen en tekenen die Jezus deed, maar ook de wonderen en tekenen die in de gemeente plaatsvonden en nog steeds plaatsvinden. Al deze tekenen geven getuigenis aan het evangelie.
Maar zij gingen overal heen om te prediken, en de Heere werkte mee en bevestigde het Woord door de tekenen die erop volgden. Amen. (Markus 16:20)
Zij verbleven daar dan lange tijd en spraken vrijmoedig, in vertrouwen op de Heere, Die getuigenis gaf aan het Woord van Zijn genade en tekenen en wonderen door hun hand liet gebeuren. (Handelingen 14:3)
Ook wanneer we het Oude Testament lezen, lezen wij veel wonderverhalen. Denk bijvoorbeeld aan de Exodus, de wonderen van Elia en Elisa, hoe God regelmatig Israël verloste van Zijn tegenstanders in de boeken Richteren, Samuël, Koningen en Kronieken. God is een God van wonderen, zowel in het Oude Testament, het Nieuwe Testament, tot in de laatste hoofdstukken van Openbaring. Waarom zou God zich willen tonen aan de mensen in het Oude Testament, Nieuwe Testament, de eerste gemeenten in de eerste eeuw en aan de laatste generatie in de grote verdrukking in het boek openbaring, en niet aan ons? God is de God van wonderen: gisteren, vandaag en tot in alle eeuwigheid. God verandert niet van strategie, God wil nog steeds wonderen en tekenen doen. En één vorm van wonderen en tekenen zijn de genezingen.
Naast dat een genezing erg fijn is voor de zieke, is het ook een krachtig wonderteken waardoor mensen tot geloof kunnen komen. Stel je voor dat een buurman zijn hele leven in een rolstoel zit en hij zegt dat hij geen gevoel heeft in zijn benen. Hij kan niet lopen of staan. Uiteindelijk besluit hij om naar een genezingsdienst te gaan en hij wordt op wonderbaarlijke wijze genezen. Hoe zullen de mensen in de straat dan reageren als ze hem tegenkomen, terwijl hij loopt? Iedereen zal vragen: ‘wat is er gebeurd met jouw benen? Deze man is een wandelende getuigenis, en niemand kan ontkennen dat er een groot wonder heeft plaatsgevonden.
Het punt is dit: wanneer je met woorden spreekt, kan de andere zeggen: ‘sorry, maar ik geloof niet in het evangelie.’ Maar wanneer je het evangelie laat zien, door de ander te genezen in Jezus Zijn naam, kan dit niet meer. We hebben wonderen en kracht nodig om Gods evangelie te verspreiden. Wanneer we Gods kracht laten zien, zal iedereen geïnteresseerd zijn om het evangelie te horen.
Want ik durf het niet aan iets te zeggen wat Christus niet door mij teweeggebracht heeft, om de heidenen tot gehoorzaamheid te brengen, in woord en daad, door de kracht van tekenen en wonderen en door de kracht van de Geest van God. Zo heb ik dan van Jeruzalem af en rondom, tot Illyricum toe, het Evangelie van Christus vervuld. (Romeinen 15:18-19)
De tekenen van een apostel zijn onder u verricht, in al mijn volharding, in tekenen, wonderen en krachten. (2 Korinthe 12:12)
Want ons Evangelie is niet alleen met woorden tot u gekomen, maar ook met kracht en met de Heilige Geest en met volle zekerheid. U weet immers hoe wij in uw midden geweest zijn ter wille van u. (1 Thessalonicenzen 1:5)
Laten wij terugkeren naar Johannes 9, waarbij de blindgeborene werd genezen. Waarom werd hij genezen?
In het voorbijgaan zag Jezus iemand die al vanaf zijn geboorte blind was. Zijn leerlingen vroegen: ‘Rabbi, hoe komt het dat hij blind was toen hij geboren werd? Heeft hij zelf gezondigd of zijn ouders?’ ‘Hij niet en zijn ouders ook niet,’ was het antwoord van Jezus, ‘maar Gods werk moet door hem zichtbaar worden.’ (Johannes 9:1-3, NBV21)
Het mooie aan dit genezingsverhaal op de sabbat was dat niemand kon ontkennen dat er een groot wonder plaatsvond. Er ontstond hierna een grote discussie tussen deze man en de farizeeërs. Zie je het voor je? De farizeeërs konden niet ontkennen dat er een wonder plaatsvond, maar tegelijkertijd wilden ze Jezus niet aannemen als Messias. De farizeeërs zeiden dus:
‘Geef God de eer, wij weten dat deze Mens een zondaar is.’ (Johannes 9:24)
Wanneer wij de wonderen en tekenen van God aan de mensen laten zien, kan er geen discussie meer bestaan of God bestaat en of er een wonder heeft plaatsgevonden. Mensen weten dat er iets bijzonders is gebeurd, vooral wanneer het hun eigen genezing is. De enige vraag die ze zichzelf nog kunnen stellen is: ‘wil ik God dienen?’ Ze kunnen zich niet meer afvragen: ‘Bestaat God?’ Ze weten dat Hij bestaat, omdat er een groot wonder in hun leven heeft plaatsgevonden.
Reden 65: Alles is mogelijk voor wie gelooft
In het Nieuwe Testament lezen wij dat Jezus werd verheerlijkt op de berg. Hierna daalde Hij af van de berg, en zag hij een grote menigte en een aantal schriftgeleerden die aan het discussiëren waren met de discipelen. Jezus vroeg wat de schriftgeleerden aan het doen waren. Toen kwam er iemand, die tot Jezus sprak.
En iemand uit de menigte antwoordde: Meester, ik heb mijn zoon bij U gebracht, die een geest heeft die maakt dat hij niet kan spreken. En waar hij hem ook aangrijpt, werpt hij hem tegen de grond, en het schuim staat hem op de mond en hij knarst met zijn tanden en verstijft; en ik heb tegen Uw discipelen gezegd dat zij hem moesten uitdrijven, maar zij konden het niet. (Markus 9:17-18)
Blijkbaar was er een jongen, die niet genezen werd. Het lukte de discipelen niet om de demon uit te drijven, zodat de jongen gezond werd. Hoe kon dit?
En Hij antwoordde hem en zei: O ongelovig geslacht, hoelang zal Ik nog bij u zijn? Hoelang zal Ik u nog verdragen? Breng hem bij Mij. En zij brachten hem bij Hem; en toen hij Hem zag, deed de geest hem meteen stuiptrekken; en hij viel op de grond en wentelde zich met schuim op de mond. (Markus 9:19-20)
De reden waarom het niet lukte, kwam door ongeloof. Het is belangrijk om te beseffen dat de discipelen niet nieuw waren met het genezen van zieken en het uitdrijven van demonen. Ze hadden al in Markus 6 vele zieken genezen en demonen uitgedreven. Dit deden zij ook zonder dat Jezus fysiek bij hen was. Hoe kan het dan dat het nu niet lukte? De jongen was aan het schuimbekken, viel op de grond en deed allemaal bijzondere dingen. Waarschijnlijk zagen de discipelen dit, en ontstond er ongeloof in hun hart. Waarschijnlijk keken zij naar de natuurlijke omstandigheden, en wisten ze niet meer zeker of deze jongen zou genezen.
Toen kwamen de discipelen bij Jezus en zeiden, toen zij alleen waren: Waarom konden wij hem niet uitdrijven? Jezus zei tegen hen: Vanwege uw ongeloof, want voorwaar, Ik zeg u: Als u een geloof had als een mosterdzaad, u zou tegen deze berg zeggen: Verplaats u van hier naar daar! En hij zou gaan, en niets zou voor u onmogelijk zijn. (Mattheüs 17:19-20)
Er kwam ongeloof in hun hart, en daardoor kwam er geen wonder. Gelukkig was Jezus op aarde, en kon Hij ingrijpen. Laten wij het verhaal verder bestuderen.
En Hij vroeg aan zijn vader: Hoelang is het al dat dit hem overkomt? En hij zei: Van jongs af aan. En vaak heeft hij hem ook in het vuur en in het water geworpen om hem om te brengen; maar als U iets kunt, wees dan met innerlijke ontferming bewogen over ons en help ons. En Jezus zei tegen hem: Als u kunt geloven, alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft. (Markus 9:21-23)
Ik vind deze reactie van Jezus erg mooi. Jezus hielp deze man om terug te keren naar geloof. Jezus zei niet: ‘Ik merk ongeloof, dus ik ga ervan door, zoek het allemaal zelf maar uit.’ Nee, Jezus hielp deze man om hem terug te brengen naar geloof. Dit geldt ook voor vandaag. De Heilige Geest helpt ons en geeft ons openbaringen, ook over genezing. De Heilige Geest wil ons graag helpen in het geloof, en ons helpen om alle ongeloof te weren. Natuurlijk is het belangrijk om zelf keuzes te maken, waardoor wij ongeloof geen plaats geven. Maar de Heilige Geest wil ons helpen om alle ongeloof te verwijderen.
Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u. (1 Petrus 5:7)
Zorgen maken is een vorm van ongeloof. Wij mogen al onze zorgen en alles wat ons moeite geeft aan God geven. Wanneer wij dit aan God hebben gegeven, mogen wij dit ook bij God laten. We hoeven onze zorgen niet meer terug te nemen vanuit Gods hand. De Amplified Bible vertaalt deze tekst als volgt:
Casting all your cares [all your anxieties, all your worries, and all your concerns, once and for all] on Him, for He cares about you [with deepest affection, and watches over you very carefully]. (1 Petrus 5:7, AMP)
Wij mogen alles waarover wij ons zorgen maken op Hem werpen. God wil ons helpen om elke vorm van ongeloof te vernietigen in ons leven, net zoals Jezus deze vader hielp.
En meteen riep de vader van het kind onder tranen: Ik geloof, Heere! Kom mijn ongeloof te hulp. En toen Jezus zag dat de menigte samenstroomde, bestrafte Hij de onreine geest en zei tegen hem: Geest die maakt dat men niet kan spreken en die doof maakt, Ik beveel u: ga uit hem weg en kom niet meer in hem terug! En onder geschreeuw en hevig stuiptrekken ging hij uit hem weg; en de jongen werd als een dode, zodat velen zeiden dat hij gestorven was. En Jezus pakte hem bij de hand en richtte hem op; en hij stond op. (Markus 9:24-27)
Wat de discipelen niet lukten, lukte Jezus wel. Wat was Gods wil voor deze jongen? Dat Hij genas. Lukte dit de discipelen? Nee. Dit laat ons zien dat wanneer het niet direct lukt om gezond te worden of iemand anders te genezen, dit niet gelijk betekent dat het Gods wil is dat iemand ziek blijft.
Laten wij kort inzoomen op Markus 9:23.
En Jezus zei tegen hem: Als u kunt geloven, alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft. (Markus 9:23)
Jezus zegt dat alles mogelijk is voor wie gelooft. Wanneer wij de context van deze Bijbeltekst bekijken, zien wij dat Jezus dit sprak in een genezingsverhaal. Jezus gebruikte dit om te laten weten dat elke ziekte en elke kwaal opgelost kan worden door geloof. Geloof is een krachtig middel, en met geloof kan de grootste problemen opgelost worden. Laten wij kort bekijken wat geloof kan doen, en wat Jezus nog meer zegt over geloof.
En Jezus antwoordde en zei tegen hen: Heb geloof in God. Want, voorwaar, Ik zeg u: wie tegen deze berg zal zeggen: Word opgeheven en in de zee geworpen, en niet zal twijfelen in zijn hart, maar zal geloven dat wat hij zegt, gebeuren zal, het zal hem gebeuren wat hij zegt. Daarom zeg Ik u: alles wat u biddend begeert, geloof dat u het ontvangen zult, en het zal u ten deel vallen. (Markus 11:22-24)
Geloof is erg krachtig. Soms lijkt een ziekte of een probleem op een berg. Het lijkt alsof er geen beweging in zit. Toch is er iets wat zelfs de grootste berg kan verplaatsen, namelijk geloof. Geloof zonder twijfel zorgt ervoor dat elk probleem wordt opgelost.
En de Heere zei: Als u een geloof had als een mosterdzaadje, zou u tegen deze moerbeiboom zeggen: Word ontworteld en in de zee geplant, en hij zou u gehoorzamen. (Lukas 17:6)
Daarnaast hoeven wij niet een erg groot geloof te hebben. Geloof zo groot als een mosterdzaad zal het probleem oplossen, zolang er geen ongeloof of twijfel in ons hart is.
Jezus gaf dus aan dat elke ziekte of kwaal opgelost kan worden door geloof.
Reden 66: Jezus kwam om mensen te behouden
Psalm 23 is één van de bekendste Psalmen. Deze Psalm is geschreven door David, en vertelt ons dat God onze Herder is en Hij als Herder voor ons zorgt.
De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets. Hij doet mij neerliggen in grazige weiden, Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren. Hij verkwikt mijn ziel, Hij leidt mij in het spoor van de gerechtigheid, omwille van Zijn Naam. (Psalm 23:1-3)
Deze Psalm, geschreven in het Oude Testament, is enorm krachtig. Ook hier kunnen wij lezen dat God ervoor wil zorgen dat wij in alles gezegend zijn. God wil ons laten neerliggen in grazige weiden en leiden langs stille wateren. God wil niet dat wij een leven hebben in dor en verdroogd land met de ene storm na de andere storm. Het klopt dat er stormen kunnen zijn in ons leven, maar door deze stormen heen zal God ons leiden, en zullen wij alsnog zijn zegen en nabijheid ervaren.
Dan wil ik nu kijken naar Jezus, die zichzelf openbaart als de goede Herder in het Nieuwe Testament.
Ik ben de goede Herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen. (Johannes 10:11)
Jezus is de goede Herder, en Hij houdt ervan om ons goede gaven te geven. Jezus is niet een werknemer, die het niet uitmaakt of er een schaap verloren gaat. Jezus is de goede Herder, die erop uit wil trekken om een verloren schaap te zoeken en te herstellen. Jezus is goed voor ons, en Hij wil ons als Herder verzorgen en helpen.
De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en verloren te laten gaan; Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben. (Johannes 10:10)
De dief, dit is de duivel, wil ons alleen maar afslachten en verloren doen gaan. Hij wil het leven stelen. Maar Jezus niet. Jezus komt om ons leven te geven, en dat in overvloed. Wat betekent een overvloedig leven? Dit betekent dat Jezus ons niet alleen het hoognodige geeft, maar ons meer geeft. Jezus geeft meer dan het noodzakelijke. Wanneer iemand ziek is, kan je niet spreken over een overvloedig leven. Ziekte kan iemands geluk en welzijn aantasten, en behoort tot de categorie: ‘stelen, slachten en verloren laten gaan.’ Gezondheid behoort wel tot een overvloedig leven en Jezus wil ons dit graag schenken. Jezus vertelt in deze gelijkenis dat Hij het goede wil geven, terwijl de vijand dit wil roven.
Daarnaast is Jezus gekomen om ons leven te geven. Het woord ‘leven’ kan verwijzen naar het eeuwige leven van God, maar spreekt ook over het normale leven op aarde. Iemand leeft, doordat hij ademhaalt. Jezus wil ons leven geven. Ziekte en leven gaan niet samen, vooral als iemand lijdt aan een ongeneeslijke ziekte. Je kunt niet wandelen in de ‘volheid van leven’, maar elke dag ziek in bed liggen. Dit is geen volheid van leven en dit past niet bij elkaar. Jezus wil ons de volheid van leven geven, wat betekent dat Jezus wil dat wij gezond zijn, en elke spoor van dood en ziekte uit ons leven verdwijnt. De duivel komt om dood te brengen, maar Jezus komt om leven en gezondheid te brengen.
Reden 67: Jezus ziet om naar iedereen
Naast het vorige voorbeeld, spreekt er nog een andere gelijkenis in de Bijbel over Jezus als Herder, en wij als schapen. Laten wij dit lezen.
Welk mens onder u die honderd schapen heeft en er één van verliest, verlaat niet de negenennegentig in de woestijn en gaat achter het verlorene aan, totdat hij het vindt? En als hij het gevonden heeft, legt hij het vol blijdschap op zijn schouders. En als hij thuiskomt, roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: Wees blij met mij, want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was. Ik zeg u dat er evenzo blijdschap zal zijn in de hemel over één zondaar die zich bekeert, meer dan over negenennegentig rechtvaardigen, die de bekering niet nodig hebben. (Lukas 15:4-7)
Deze Bijbeltekst spreekt over iemand die tot geloof komt. Jezus is op zoek naar het verlorene, en wil dat het verlorene tot inkeer komt en wordt toegevoegd aan Zijn geestelijke kudde. Tegelijkertijd laat deze gelijkenis Jezus Zijn liefde zien voor alle mensen. Zelfs als Jezus alle mensen zou bereiken, en alle mensen zouden tot geloof komen, en er is één persoon nog niet tot geloof gekomen, zal Jezus er alles aan doen om deze persoon te bereiken. Jezus Zijn liefde gaat uit naar ieder mens.
Dit is erg mooi om te horen. Jezus is geïnteresseerd in jou, en wil dat het goed met jou gaat. Jezus houdt van jou. Wat Jezus voor de mensen heeft gedaan die Hij al genezen heeft, wil Hij ook voor jou doen. Jij bent geen uitzondering of minder geliefd. Jezus wil jou ook bereiken, en Zijn liefdevolle hand wil ook jouw situatie veranderen.
Dit beeld zien wij terug in het verhaal van de verloren zoon. De verloren zoon wilde alvast de erfenis ontvangen van zijn vader, en besteedde dit bedrag aan een losbandig leven. Uiteindelijk kwam hij tot inkeer, en keerde hij terug naar zijn vader. Hij dacht: ‘misschien zal ik mijn vader als dienaar kunnen dienen, maar zijn zoon zal ik nooit meer worden.’ Niets was minder waar. Lees maar met mij mee.
En hij stond op en ging naar zijn vader. En toen hij nog ver van hem verwijderd was, zag zijn vader hem en deze was met innerlijke ontferming bewogen en hij snelde hem tegemoet, viel hem om de hals en kuste hem. En de zoon zei tegen hem: Vader, ik heb gezondigd tegen de hemel en tegenover u. Ik ben niet meer waard uw zoon genoemd te worden. Maar de vader zei tegen zijn dienaren: Haal het beste gewaad tevoorschijn en trek het hem aan en geef hem een ring aan zijn hand en sandalen aan zijn voeten. En breng het gemeste kalf en slacht het, en laten we eten en vrolijk zijn. Want deze, mijn zoon, was dood en is weer levend geworden. En hij was verloren en is gevonden. En zij begonnen vrolijk te zijn. (Lukas 15:20-24)
Zie je de onvoorstelbare genade van de vader, dat een beeld is van de genade van onze hemelse Vader? God is blij wanneer iemand tot inkeer komt, en terugkeert naar Zijn huis. God is met innerlijke ontferming over ons bewogen, en neemt ons direct op in Zijn familie. Nadat deze zoon tot inkeer was gekomen, hoefde hij zich niet eerst een periode lang te bewijzen aan zijn vader. Direct ontving hij zijn positie als zoon terug. Zo zijn wij ook, direct nadat wij tot geloof zijn gekomen, zonen en dochters van God geworden. Maar waar was de vader precies blij om? Dat:
- De zoon was dood, en is weer levend geworden.
- De zoon was verloren en is gevonden.
- De zoon gezond is teruggekeerd.
De vader, en onze hemelse Vader, is blij wanneer Zijn zoon of dochter gezond is teruggekeerd. De broer van deze verloren zoon hoorde dat er een groot feest gaande was in het huis. Hij vroeg aan een knecht wat er precies aan de hand was. Deze knecht zei:
Deze nu zei tegen hem: Uw broer is gekomen en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem weer gezond teruggekregen heeft. (Lukas 15:27)
De vader was blij dat zijn zoon gezond is teruggekeerd. Soms denken mensen dat God hen vergeven heeft, maar dat iemand moet blijven kampen met een ziekte of kwaal die door een zonde is gebeurd. God heeft diegene vergeven, maar God geeft je een litteken, zodat je altijd kan herinneren hoe verschrikkelijk je vroeger geleefd hebt. Dit verhaal laat zien dat God niet blij is wanneer wij littekens van ziekte meedragen. God is niet blij met de ziekte, maar is juist blij wanneer wij in gezondheid bij Hem leven.
Ik ben zo dankbaar voor de genade van God. God wil onze zonden en ellende niet betalen met ziekte, maar verlangt dat wij in gezondheid bij hem zijn. Zelfs wanneer wij in de varkensstal leven, mogen wij tot inkeer komen en direct in Zijn huis komen.
Reden 68: Jezus riep: Het is volbracht
Zoals je al eerder in dit boek had gelezen in Jesaja 53, zijn onze ziekten en kwalen gedragen door Jezus aan het kruis van Golgotha. Wanneer is de prijs voor onze gezondheid precies voldaan? Is dit al gebeurd, of moet dit nog in de toekomst gaan gebeuren?
Toen Jezus aan het kruis hing en Hij Zijn laatste adem uitblies, gebeurde het volgende:
Toen Jezus dan de zure wijn genomen had, zei Hij: Het is volbracht! En Hij boog het hoofd en gaf de geest. (Johannes 19:30)
Het Griekse woord voor volbracht is: ‘teleĊ’, en betekent: ‘ten einde brengen’, ‘volbrengen’, ‘voldoen’, of ‘betalen’. Toen Jezus uitriep: Het is volbracht, zei Hij dat de prijs was betaald, en Hij heeft Zijn bediening op aarde ten einde gebracht. Jezus had voldaan aan de prijs om de mens te herstellen, te vergeven, te verlossen en te genezen. Jezus hoeft niets meer te betalen of te voldoen, Hij heeft tweeduizend jaar geleden de prijs al betaald en alles gedaan wat nodig was. Jezus hoeft niet iets nieuws te volbrengen wanneer iemand genezing nodig heeft.
Stel, je hebt een koffie besteld bij een Starbucks, je hebt je naam doorgegeven en je hebt betaald. Je hebt op dat moment nog niet je bestelling ontvangen, want die wordt nog klaar gemaakt door de barista. Toch weet jij dat je een koffie gaat ontvangen, en dat je hiervoor niets meer hoeft te doen. Waarom? Omdat je de prijs hebt betaald of voldaan. Zo is het ook met het offer van Jezus. Jezus heeft de prijs al betaald, en wij mogen in geloof onze genezing, verlossing en vergeving ontvangen. Jezus heeft Zijn werk al gedaan, en het ligt voor ons klaar. Het enige wat wij moeten doen, is dit in geloof pakken. Net als bij onze bestelling bij de Starbucks, kan het lijken alsof wij geen koffie hebben gekregen. Wij hebben dit namelijk nog niet gekregen van de barista. Toch weten wij voor honderd procent zeker dat wij recht hebben op koffie, en wanneer de barista ons geen koffie geeft, zullen wij de koffie opeisen. Je hebt er namelijk voor betaald. Zo mogen wij ook beseffen dat voor onze genezing al betaald is. Wij hebben er, dankzij de genade en goedheid van Jezus, recht op. Wij horen genezen te zijn, aangezien Jezus al heeft betaald, en ons gezondheid als cadeau heeft gegeven.
Samenvatting
Jezus onderwees en demonstreerde genezing en gezondheid tijdens Zijn bediening. Hij genas mensen op dezelfde manier als de Vader, omdat Hij de Vader mensen zag genezen en doordat de Vader door Hem werkte. Jezus deed dit werk niet uit eigen initiatief, maar in overeenstemming met de Vader. Hij was niet in staat om zieken te genezen zonder de hulp en kracht van God de Vader en de Heilige Geest.
Jezus gaf ook aan dat alles mogelijk is voor wie gelooft. Geloven is een krachtig middel dat bergen verzet. Zelfs geloof ter grootte van een mosterdzaadje kan het onmogelijke mogelijk maken, zolang er geen twijfel in het hart is.
Jezus kwam om mensen te behouden en hen overvloedig leven te geven. Hij is de goede Herder die voor zijn schapen zorgt. De dief, de duivel, wil alleen maar stelen, slachten en verloren laten gaan, maar Jezus kwam om leven en overvloed te brengen.
Daarnaast ziet Jezus om naar iedereen en wil Hij dat iedereen gezond is. Hij is blij wanneer een zondaar tot inkeer komt en terugkeert naar Hem. God is met innerlijke ontferming bewogen en neemt ons direct op in Zijn familie. Hij is blij wanneer Zijn kinderen gezond zijn en in volle gezondheid bij Hem leven.
Tot slot heeft Jezus de prijs voor genezing en gezondheid al betaald en volbracht aan het kruis. Toen Hij riep: “Het is volbracht!” betekent dit dat Hij alles heeft gedaan wat nodig was om de mens te herstellen, te vergeven, te verlossen en te genezen. We hoeven niets meer te doen om onze genezing te verdienen, we mogen het in geloof aannemen.